Afgebroken examens


Als onderdeel van het Actieplan Verkeersveiligheid 2019-2021 (LAV) verandert er vanaf 25 maart het een en ander omdat het praktijkexamen aan vervanging toe is. Er komen betere routes, scores bij het examen en dergelijke worden geobjectiveerd en de wijze van opdrachtgeven verandert. 'Voer een parkeeropdracht uit' wordt concreet 'parkeer vooruit in een schuin of haaks vak' of 'ga fileparkeren'.

Bij de bijzondere verrichtingen vervangt recht achteruitrijden de stopopdracht die als bijzondere manoeuvre toch al vreemd was. Wettelijk is het toch parkeren als niemand in- of uitstapt? Verder zijn er nog de bocht achteruit, omkeren door te steken of een halve draai en de hellingproef. De kandidaat voert er twee uit en kiest zélf een plek.
Recht achteruitrijden en de bocht worden pas vanaf 1 juni geëxamineerd. In het verlengde van de LAV-maatregelen komt er medio 2019 een verbod op (handheld) telefoongebruik voor bestuurders van alle voertuigen (ook fietsers en trambestuurders). Het huidige verbod van (handheld) telefoongebruik in motorvoertuigen wordt uitgebreid naar mobiele elektronische apparaten voor alle voertuigen. Hierdoor is het beter te handhaven, ook op kenteken.

Rijinstructeurs mogen hun telefoon nu nog gebruiken op grond van een uitzonderingsbepaling in het RVV 1990, maar straks wellicht niet meer. Daarmee stoppen tijdens de rijles was één van de aanbevelingen van de stichting Yannick op de Nationale Rijschooldag in september. Tijdens de workshop waren alle deelnemers het hier unaniem over eens. In overleg met de rijschoolbranche en het CBR wordt momenteel onderzocht of de uitzondering voor rijinstructeurs kan worden opgeheven omdat het een verkeerd voorbeeld geeft aan de beginnende bestuurder.

Verder vervalt het rijden naar een oriëntatiepunt en komt de clusteropdracht alleen nog bij uitzondering aan bod, bijvoorbeeld bij uitval van het sinds september 2011 in examenauto's verplichte navigatiesysteem. Ook de situatiebevraging vervalt maar blijft wél een onderdeel van de tussentijdse toets en bij de T-praktijkexamens. Een andere maatregel was dat afgebroken rijexamens pas na zes weken opnieuw kunnen worden gereserveerd. Dit omdat examens steeds vaker worden afgebroken wegens verkeersgevaarlijk rijgedrag.

Dat deed me denken aan een interview voor een weekblad dat ik in 2010 had met destijds de adjunct-manager bij de divisie Rijvaardigheid van het CBR. Omdat we qua niveau van huidige examenkandidaten kennelijk terug zijn in de vorige eeuw onderstaand een bloemlezing uit wat de adjunct-manager daar destijds over zei:

"Het niveau van examenkandidaten is in de afgelopen twee decennia erg vooruitgegaan. Vooral sinds de komst van de Rijopleiding in Stappen (RIS). De structuur van RIS bepaalt de kwaliteit. Na een reguliere rijopleiding is de kandidaat bijvoorbeeld zenuwachtig omdat hij invoegen nog moeilijk vindt. Bij RIS-kandidaten komt dat zelden voor."
"Begin 1980 hadden examinatoren per dag gemiddeld twee tot drie afbrekingen wegens verkeersgevaarlijk gedrag! Na twee keer rechts en drie keer links kon je omwille van de veiligheid weer terug naar het CBR. Het geslaagdenpercentage was hooguit 23%. Dat kon niet anders met dagelijks slechte kandidaten. Sommigen kwamen acht keer terug. Dat maak je tegenwoordig niet meer mee; de doelgroep is veranderd in overwegend mondige jongeren en het niveau van de rijinstructeurs is sterk verbeterd. In 1990 werden er bij het CBR 491.000 examens personenauto afgenomen waarbij 42% van de kandidaten slaagde. In 2009 waren dat er 407.773 met een slagingspercentage van 46,6%."

"De gemiddelde burger vraagt zich af waarom het rijexamen zo streng is en vergelijken het met het middelbare schoolexamen. Maar dan vergelijk je appels met peren. Schoolexamens zijn afgestemd naar niveau en voor beroepsopleidingen en beroepsexamens kies je vanwege feeling en aanleg. Als heel Nederland hetzelfde school- of vakdiploma zou halen, kwam je ook niet aan 90% geslaagden.
"