Tijdens een schorsing tijdens de tweede termijn praten onder andere de voorzitters van de VRB, FAM en BOVAG elkaar bij.
Tijdens een schorsing tijdens de tweede termijn praten onder andere de voorzitters van de VRB, FAM en BOVAG elkaar bij.

Tweede Kamer zadelt branche op met veel onzekerheden

Een verplichte VOG, een andere, kortere invulling van de praktijkbegeleiding (PB) met een echte leerling en verplichte theoretische bijscholing voor als je de PB niet haalt, het aanpakken van zogeheten spookrijscholen en natuurlijk: de sanctie op de praktijkbegeleiding verdwijnt. Dit is globaal de oogst die in de vernieuwde WRM wordt verwerkt. Los van de aard van de reacties is er binnen de branche alleen tevredenheid dat er een ei is gelegd.

Op social media kreeg de belangengroep LBKR de ene na de andere felicitatie voor het behaalde resultaat en dan met name voor het feit dat de sanctie op de praktijkbegeleiding wordt geschrapt. Dat is aan één kant best opmerkelijk, want de LBKR stuurde daags voor de stemming in de Tweede Kamer een bericht de wereld in met onder andere de volgende strofe: 'Wat vaak geroepen wordt, is dat wij de sanctie eraf willen; waarom dit zo hardnekkig blijft bestaan is ons een raadsel. Over afschaffing is nooit gesproken, wel over verschuiving van de sanctie."
Dat zien veel rijschoolhouders blijkbaar anders, getuige de vele reacties. Een vraag is dan ook: Wat staat er dan in het LBKR-manifest 'Kwaliteitsverbetering Rijscholen' en vooral in het vervolgdocument? Onder andere het volgende:
'Het doel van kunnen sanctioneren in de rijschoolbranche is om de rijinstructeurs en/of rijschoolhouders die er een puinhoop van maken uit de branche te halen. Vanaf 2009 tot op heden is daar het middel sanctie op de praktijkbegeleiding voor ingezet. Helaas zonder het gewenste resultaat. Gelukkig zijn het excessen, maar er zijn helaas nog steeds frauderende rijschoolhouders en handtastelijke rijinstructeurs.'
En dit: 'Wij stellen dan ook dat de sanctie op de praktijkbegeleiding niet datgene doet wat het hoort te doen. Wij begrijpen de wens vanuit de overheid om te kunnen sanctioneren zodat de rotte appels uit de branche kunnen worden gehaald. Het gaat immers om het belang van de verkeersveiligheid en het belang van de consumenten. Wij hebben dezelfde wens, maar zetten voor twee middelen twee doelen in. Wij zien graag dat alleen die rijscholen en/of rijscholen worden gesanctioneerd die dat ook verdienen. De sanctie op de praktijkbegeleiding slaat daarbij de plank volledig mis. Wij zien ook in dat de mogelijkheid tot sanctioneren aanwezig moet zijn."
Met name de laatste zin duidt erop dat de LBKR er inderdaad anders in staat dan dat veel rijinstructeurs menen. En in feite is er nu nog steeds een sanctie, maar wel een andere dan dat je je de lesbevoegdheid kunt kwijtraken.

Amendement en moties

Het amendement om de lesbevoegdheidsanctie (want laten we het zo maar noemen) te schrappen was op afstand de grootste verandering waar de branche reikhalzend naar uitkeek, maar er zijn naast de motie over het kwaliteitsregister nog vijf belangrijke moties aangenomen, waarbij de SP zich manifesteerde als meest actieve partij. Dit zijn ze:

- De SP verzoekt de regering om samen met de sector tot een nieuwe invulling te komen van de praktijkbegeleiding waarin de behoeften van de rijinstructeurs centraal staan, de dagelijkse praktijk goed wordt gewaarborgd en er geen sprake is van voorspelbare examens.
- De SP verzoekt de regering om samen met de sector de mogelijkheden te onderzoeken om de 5-jaar-eis in te voeren in de rijschoolbranche.
- De SP verzoekt de regering om samen met de sector tot stappen te komen om 'spookrijscholen' onmogelijk te maken en rijscholen die hier gebruik van maken aan te pakken.
- De VVD verzoekt de regering op basis van het genoemde overleg te komen tot een voorstel voor een gemakkelijke manier voor leerlingen om het certificaat te controleren, zoals het verplicht stellen van een pasfoto van de houder op het certificaat, en de Kamer hierover te informeren.
- De PVV verzoekt de regering om samen met de sector tot verplichte onderdelen van de theoretische bijscholing te komen en deze theoretische bijscholing te laten geven door instellingen die door het IBM zijn aangemerkt als gecertificeerd.

Er is dus werk aan de winkel voor de minister en de branche.

Plannen op de proppen

De reacties op het uiteindelijke resultaat zijn zeer divers en zitten in een bandbreedte die varieert van zeer teleurgesteld tot oprecht blij. In het teleurgestelde kamp zit BOVAG. "Uiteraard zijn we zeer teleurgesteld over dit besluit. We strijden immers voor meer kwaliteit in onze branche en zijn zelfs actief door de politiek gevraagd om met plannen daarvoor op de proppen te komen", laat woordvoerder Tom Huyskens weten. "Dan is het natuurlijk zeer teleurstellend dat een maatregel die ervoor kan zorgen dat rotte appels definitief buiten de deur kunnen worden gehouden, door een meerderheid van de Tweede Kamer opzij wordt geschoven. Daarmee kunnen figuren die aantoonbaar het vak niet verstaan toch les blijven geven en dat lijkt ons een slechte zaak."

Duidelijkheid

In een eerder persbericht liet BOVAG al weten: "Het is simpelweg aan leerlingen niet uit te leggen dat ze les krijgen van een instructeur die niet kan aantonen dat hij of zij daar bekwaam voor is. Nog los van het gevaar voor de verkeersveiligheid natuurlijk. Het is beter om niet-presterende instructeurs een verplichte scholing op te leggen en ze de mogelijkheid te geven om binnen een jaar wél de vereiste competenties te verwerven."

Om er in de reactie nog aan toe te voegen: 'We zijn wel blij dat er nu eindelijk eens duidelijkheid is en niet weer uitstel van besluitvorming. We gaan ons nu dan ook focussen op de invulling van een kwalitatief hoogwaardige selectie vooraf v.w.b. mensen die in de rijschoolsector werkzaam willen zijn en blijven.'

Gevolgen moeilijk te overzien

Ook Ruud Rutten, voorzitter van de FAM, is teleurgesteld, hoewel hij zich minder nadrukkelijk uitspreekt dan Huyskens. "Het is moeilijk om nu al alle gevolgen te kunnen overzien. Het zal nog wel even duren voordat iedereen dit op zijn netvlies heeft. Dit gaat dan ook onnodig veel tijdverlies opleveren en de branche (lees: de verkeersveiligheid) is hier in mijn ogen niet bij gebaat. Duizenden goedwillende rijinstructeurs hoeven dan weliswaar niet meer bang te zijn voor een sanctie, maar schieten er voor wat betreft hun toekomst niks mee op."

Bij de fundering

"Maar zoals ik al vaker heb gesteld: professionalisering begint bij de fundering: instroom, opleiding, begeleiding en controle. Hiermee zijn wij als brancheorganisatie samen met het ministerie van I&W in een behoorlijk gevorderd stadium. Dit zullen wij voortzetten en verder uitwerken. Er is door de brancheorganisatie nog veel werk te verzetten en nog veel winst te halen."

Een lange weg te gaan

De VRB vond het vorige week woensdag (toen ging dit blad naar de drukker) nog te vroeg voor een inhoudelijke reactie aangezien er veel te veel onduidelijkheden zijn, maar zit net als BOVAG en FAM (de drie trekken in dit dossier samen op), in elk geval niet in het kamp waar de champagneflessen zijn ontkurkt. De VRB wil eerst weten waar de branche nu exact aan toe is voordat het inhoudelijk kan reageren.

Anders ingericht

Gerda van Voorst, bestuurslid van de LBKR, reageerde aldus op Facebook: 'Gisteren was voor ons allemaal een mooie dag. En dag die een nieuw begin in de branche inluidde. Iedereen is blij en terecht. Maar laten we ons een goede winnaar tonen.'
Daarom probeert ze een brug te slaan naar de VRB, BOVAG en FAM. 'En nu stoppen om het de anderen in te wrijven. Want we zullen toch met elkaar verder moeten en dan is het fijn dat de verhoudingen niet ernstig gebrouilleerd raken. We waren het dan niet met de brancheverenigingen eens wat betreft de sanctie. Maar ze hebben ook heel goede punten naar voren gebracht. Laten we die koesteren en ze daarvoor krediet geven. Laten we blij zijn met de inzet die ze getoond hebben. Tenslotte hebben ze wel hun best gedaan. Willen we de branche verbeteren dan zullen we elkaar de hand moeten reiken en samen oplossingen bedenken. Alleen dan kunnen we van deze fantastische branche iets goeds maken.'

IBKI

Bij IBKI weten ze inmiddels niet goed waar ze aan toe zijn. Woordvoerder Herme Bruin reageert aldus: "De Tweede Kamer heeft beslist en het is niet aan ons om een oordeel uit te spreken over het verdwijnen van de ultieme sanctie: het verlies van de WRM-bevoegdheid. We vragen ons wel af of de Tweede Kamer zich heeft gerealiseerd wat de impact van dit amendement – wat meer inhoudt dan alleen maar het afschaffen van de sanctie – is op de uitvoeringspraktijk van IBKI. Wij hebben in elk geval nog veel vragen waarop we graag antwoord krijgen van het ministerie. We vermoeden dat het ministerie de bal ook weer deels – en terecht! – zal terugkaatsen en ons zal verzoeken om in samenspraak met de rijschoolorganisaties en de verenigingen van opleidingsinstituten zelf verstandige antwoorden op sommige vragen te bedenken (en die vervolgens weer aan het ministerie voor te leggen).'

'Zoals de minister in haar recente brief aan de Tweede Kamer heeft geschreven, leiden het amendement en de aangenomen moties er zeer waarschijnlijk wel toe dat alle wijzigingen pas per 1 januari 2020 of misschien zelfs nog later kunnen worden ingevoerd. We hebben wel een beeld hoe we dit willen aanpakken, maar dat gaan we eerst, volgende week al, toetsen bij VRB, FAM, BOVAG, VVB en LBVI.'

In dit licht bezien is ook de reactie van VVD-Kamerlid Remco Dijkstra tekenend: "Ik denk dat de rijschoolbranche geconfronteerd gaat worden met allerlei kostenstijgingen waar vooral de kleinere rijschoolhouders de dupe van gaan worden. Ze krijgen zometeen een kostbaar en verplicht opleidingstraject voor hun kiezen. Zonder sancties, dat wel. SP, CDA, PVV en D66 mogen ze daarvoor danken, maar dat is natuurlijk een pyrrusoverwinning. Ik hou mijn hart vast als er nieuwe excessen in de branche gaan voorkomen en in de media verschijnen. Terwijl de overheid dan geen middelen heeft om te handhaven. Dat vindt de VVD zonde en onnodig. Daarom hoop ik dat de Wet WRM zoals die voorlag, ongewijzigd aangenomen wordt."

Waar staat de branche nu?

De belangrijkste vraag waar iedereen intussen mee worstelt is: waar staan we nu eigenlijk? Ja, er komt een vernieuwde WRM, ja, daarin komt dat de sanctie wordt geschrapt en ook ja, er wordt gewerkt aan uitvoering van de overgenomen moties. Maar bijvoorbeeld de vraag wanneer de nieuwe WRM van kracht wordt, kan niemand beantwoorden. Het streven was medio volgend jaar, maar nu er door het amendement een wetswijziging moet worden doorgevoerd wordt dit vertraagd tot zeker begin 2020 en mogelijk nog later. Begin 2021 is helemaal geen gekke gedachte en dan zijn we dus twee jaar verder.

Vacuüm

In die tussenliggende periode is er een vacuüm waarvan iedereen wat zal vinden en waarin van iedereen een zekere actie wordt verwacht. De LBKR bijvoorbeeld is superblij, maar de achterban zal ongetwijfeld nu met vragen komen. Want wanneer gaat die sanctie eraf? En wat betekent dit voor iedereen die de komende periode zijn lesbevoegdheid kwijtraakt? En daarna, in het 'Nieuwe WRM-tijdperk' kun je de WRM-pas niet meer kwijtraken, maar ben je verplicht bijscholing te doen als het allemaal niet wil vlotten met de praktijkbegeleiding. Hoe dat traject eruit gaat zien en wat dat gaat kosten, weet niemand, maar dat de opleidingsinstituten zich hierop zullen storten, lijkt geen al te boude veronderstelling.
Alles bij elkaar kan worden gesteld dat de Kamerleden de branche hebben opgezadeld met een gigantische uitdaging. Want dat is wat het is.        

SP-Kamerlid Cem Lacin is de geestelijk vader van het amendement om de sanctie af te schaffen.