Op droge wegen gebeuren meer ongevallen dan op natte
Als je leerlingen wilt bijbrengen veilig te rijden, is het handig te weten in welke omstandigheden de meeste fouten worden gemaakt, met een ongeval tot gevolg. De SWOV zette het op een rijtje en wij publiceren een paar relevante gegevens.
Snelheid
Bijna drie kwart van alle ongevallen vindt plaats op 50 km/uur-wegen (alleen al goed voor iets meer dan 57 procent) en provinciale wegen met een maximumsnelheid van 80 km/uur (grafiek 1). Dat is op zich geen nieuws, want al bekend. En het is ook niet vreemd, want het grootste deel van de wegen is een weg waar maximaal 50 km/uur mag worden gereden, met qua oppervlaktegebruik daarna de provinciale wegen. Wel opmerkelijk is dat bijna 4 procent van de ongevallen plaatsvindt op 30 km/uur-wegen. Deze ontwikkeling baart veel verkeersdeskundigen zorgen.
Toestand wegdek
Ook blijkt dat het nogal wat uitmaakt wat de toestand van het wegdek is (grafiek 2), maar dan op een andere manier dan je zou denken. Bijna 60 procent van de ongevallen vindt plaats op een gewoon droog wegdek, zonder wat voor verstorende omstandigheden dan ook. Natte wegen zijn goed voor ruim een kwart en door sneeuw of ijzel bedekte wegen nog geen 2 procent. Een mogelijke conclusie is dat automobilisten dan blijkbaar op hun qui-vive zijn, maar een andere is dat de wegen in Nederland vaak droog zijn. Dat klopt ook, want uit gegevens van het KNMI blijkt dat het in ons land gemiddeld acht procent van de tijd regent. Zo bezien zijn natte wegen dus relatief echt gevaarlijker.
Wegsituatie
In de leeftijdscategorie 25-34 gebeuren de meeste ongevallen
Niet een kruispunt van drie of vier wegen, maar een rechte weg blijkt de plek waar relatief de meeste ongevallen plaatsvinden (grafiek 3). Bijna 40 procent van de ongevallen vindt op een rechte weg plaats, tegen 22,75 procent op een kruising van vier en iets meer dan 17 procent op een kruising van drie wegen. Een rotonde is in dit spectrum relatief veilig.
Wegverlichting
Elders in deze editie staat een uitgebreid artikel over het belang van goede verlichting door middel van openbare verlichting en voertuigverlichting (grafiek 4). Wat betreft het eerst criterium blijkt dat meer dan 60 procent van de ongevallen plaatsvindt op een weg waar het licht niet brandt en 18,3 procent op een weg waar de lampen wel aan zijn.
Leeftijd
Tot slot zijn er de cijfers over de leeftijd van de bestuurder die betrokken is bij een ongeval (grafiek 5). De leeftijdscategorie 25-34 is het zwaarst vertegenwoordigd, direct gevolgd door de leeftijdsgroep 25-34 en 18-24 jaar (bijna 21 procent). Hier kun je niet uit concluderen dat de groep jonge automobilisten dus minder brokken maakt dan oudere. De cijfers zijn namelijk absolute aantallen en moet je afzetten tegen de gemiddelde leeftijd van bestuurders. De twee eerste groepen zijn oververtegenwoordigd op de wegen. Relatief gezien zijn jonge automobilisten de brokkenmakers in het verkeer.
