Hoe zit het met uw motivatie bij de theoretische bijscholing?

Wanneer je aan collega-instructeurs vraagt waar men een theoretische bijscholing gaat volgen zijn de antwoorden heel verschillend. Er is bijna niemand die enthousiast raakt over een bepaald opleidingsinstituut, laat staan over de docenten die daar lesgeven. De meeste collega's interesseert het eigenlijk ook al niet meer, het is immers een verplichte aanwezigheid en er wordt inmiddels al gekozen voor de goedkoopste die het liefst ook nog in de buurt moet zitten.

De aanwezigheidscontrole is ook een wassen neus, want die wordt vrijwel nooit uitgevoerd. Er zijn docenten die gezellig keuvelend over koetjes en kalfjes de dag doorbrengen, er zijn er die uit een boek voorlezen of hun prachtige presentatie voorlezen zonder verdere uitleg. En het vreemde is dat vrijwel nooit iemand van de toehoorders protesteert.

Maar is dit wat wij willen? Het zou toch anders moeten zijn? Er zou interactie met de groep moeten zijn. De docent zou niet alleen maar moeten zenden, maar ook ontvangen. Zo kom je erachter waar de vragen en onduidelijkheden over het lesonderwerp van de toehoorders zitten. De kennis van de docent zou ongelofelijk groot moeten zijn en niet, zoals het nu vaak is, dat het niveau nauwelijks dat van de cursist ontstijgt. Wakker het enthousiasme en de motivatie aan! En dan zijn al die moderne 'technieken', zoals bij een cursus alcohol en drugs, het rondlopen met een blinddoek voor de ogen, eigenlijk helemaal niet nodig. Wordt het geen tijd om op een volwassen manier les te gaan geven?

Maar geldt deze houding ook niet voor de cursisten, die kritischer moeten zijn en niet als makke schapen in een hok moeten zitten om af te wachten wat hun wordt voorgeschoteld? Wij protesteren tegen de turbotheoriecursussen, maar zijn hard op weg om hetzelfde te doen wanneer het om onze bijscholingen gaat, namelijk ongemotiveerd een cursus volgen waarna je geen extra en bruikbare kennis hebt opgedaan.

Eric Bakker,
voorzitter VRB