Irma van den Berg, Renée Koster en René Ungerer (vlnr) geloven heilig in het Rijleskeurmerk.
Irma van den Berg, Renée Koster en René Ungerer (vlnr) geloven heilig in het Rijleskeurmerk.

Goed gevoel bij branchevoorzitters over vervolg WRM-debat

Na het abrupt afgebroken debat in de Tweede Kamer over de WRM-wijziging op 27 september is achter de schermen het nodige werk verzet om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Op 10 oktober was er een overleg met de brancheorganisaties en politici en volgens betrokkenen was dit een constructief gesprek. Verder is nog geen nieuwe datum voor het vervolg geprikt, maar de Tweede Kamerleden hebben te horen gekregen dat het streven erop is gericht om de wijzigingen van de WRM op 1 juli volgend jaar te laten ingaan.

Dit blijkt uit de antwoorden op vragen die Rij-instructie heeft gesteld aan de voorzitters van BOVAG, VRB, FAM EN LBKR.

Amendement

Volgens Frank Hoornenborg, voorzitter van BOVAG Rijscholen, wordt achter de politieke schermen gewerkt aan een amendement (een wijzigingsvoorstel) waarbij de sanctie op de praktijkbegeleiding niet sneuvelt, maar een betere invulling krijgt. Frank Hoornenborg: "Er is overleg geweest met de Kamerleden. Tijdens dit constructieve overleg gaven de Kamerleden aan met een gezamenlijk amendement op de sanctie te komen. Het is volgens hen niet de bedoeling dat de sanctie eraf gaat, maar wel dat er een betere invulling nodig is. Daar zijn we het allemaal over eens. Tijdens dit overleg is ook nader ingegaan op wat niet goed gaat in de branche en waar het wetsvoorstel alsook de korte, middellange en lange termijnoplossingen in positieve zin in voorzien."

Toelichten

Eric Bakker, voorzitter van de VRB, Ruud Rutten, preses van de FAM, en LBKR-voorman Jos Post zijn iets meer afwachtend in hun reactie ("Je kunt beter aankloppen bij de politici die op de dag van het plenaire debat de kaart over de sanctie trokken. Wellicht dat zij kunnen/willen toelichten wat de stand van zaken is", laat Eric Bakker bijvoorbeeld weten), maar ook zij hebben alles bij elkaar het gevoel dat het de goede kant op gaat.

Vanaf pagina 20 staan de uitgebreide antwoorden.


Pilot moet puntjes op de i te zetten bij Rijleskeurmerk

De eisen die gesteld worden aan rijschoolhouders die vanaf 2 januari het Rijleskeurmerk willen voeren, zijn nog niet in detail bekend, maar wel nagenoeg. Momenteel draait er een pilot waarbij bij ruim tien rijschoolhouders wordt gekeken of de geformuleerde eisen houdbaar en toetsbaar zijn. Tot die tijd laten de initiatiefnemers achter het Rijleskeurmerk niet het achterste van hun tong zien. Deelname aan het Rijskeurmerk voor een eenpitter met één vestiging kost 300 euro per jaar. Rijschoolhouders met personeel en/of meerdere vestigingen betalen meer.


Dit blijkt uit een toelichting in dit blad van Irma van den Berg, rijschoolhouder en medewerkster van Rij-instructie, zelfstandig auditor Renée Koster en René Ungerer, directeur van het Centrum voor Certificatie. Gedrieën trekken zijn de kar van het Rijleskeurmerk. Het Centrum voor Certificatie in Alphen aan den Rijn wordt de organisatie waar het Rijleskeurmerk wordt ondergebracht en dat zal waken over de onafhankelijkheid. Volgens Irma van den Berg, die de eerste opzet voor het keurmerk heeft geschreven, is onafhankelijkheid namelijk het kernwoord in deze.

VOG

Los van het feit dat de eisen nog niet exact zijn gedefinieerd, kan wel globaal worden geschetst hoe deze zijn gedefinieerd. Er komen onder andere eisen ten aanzien van een VOG voor zowel rijschoolhouder als rijinstructeurs, er moet worden lesgegeven op een modulaire en transparante manier, beheersing van de Nederlandse taal is een eis, er moeten goede verzekeringen voor het lesvoertuig en alle inzittenden zijn geregeld, er moet worden gebruikgemaakt aan deugdelijke leermiddelen en er worden eisen gesteld aan het traject en de begeleiding tijdens het rijexamen.

LBKR

De stichting LBKR is door de drie nadrukkelijk betrokken bij de verdere ontwikkeling en uitrol. Sinds begin dit jaar voerde Irma van den Berg gesprekken met de LBKR - een verklaard voorstander van een kwaliteitsregister - die leidden tot een eerste gezamenlijk bijeenkomst begin juni waarbij iedereen zich heeft uitgesproken de schouders eronder te zetten. Dit wil echter niet zeggen, zo benadrukt Van den Berg, dat alleen rijschoolhouders die de LBKR financieel ondersteunen (dat zijn er rond de honderd) en sympathisanten van het Rijleskeurmerk gebruik mogen maken: Deelname staat open voor iedere rijschoolhouder.

Vanaf pagina 14 staat een uitgebreid artikel over onder andere de weg die het Rijskeurmerk tot nu toe heeft afgelegd.


Motorrijden kan veiliger worden gemaakt

In de rijopleiding hoeft geen specifieke aandacht te worden besteed aan de specifieke plek van motorrijders in het verkeer. Dat automobilisten niet goed kijken en vaak motorrijders over het hoofd zien, is namelijk geen specifiek motorrijders-probleem en om die reden is het niet opportuun om in de B-rijopleiding specifiek aandacht te besteden aan waarnemen van motorrijders. Wel zal het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een onderzoek laten uitvoeren naar zichtbaarheid van motorrijders en kijkgedrag van automobilisten.


Dit staat in het 'Actieplan verbetering verkeersveiligheid motorrijders, dat is opgesteld door het Motorplatform dat is samengesteld door ANWB, BOVAG, CBR, FEHAC, FEMA, Landelijke Eenheid Politie, KNMV, LOOT, MAG, MON, Politieacademie, RAI Vereniging, RDW, ROF, SWOV en VVN. Het doel van dit plan is, net zoals van een eerste versie in 2010, om de verkeersveiligheid per kilometer van de motorrijder vergroten.

Risico-perceptie

Eén van de voorgestelde maatregelen is dat een training die is gericht op risico-perceptie meer gemeengoed wordt. Deze leidt namelijk aantoonbaar tot veiliger rijgedrag en verbeterde gevaarherkenning. Het is de vraag hoe deze verder gestimuleerd moet worden: als aparte training of als onderdeel van het rijexamen. Dit laatste zou moeten worden geregeld in EU-verband en dat is een lange route.

Motorhelm

Een andere maatregel is dat aandacht wordt gevraagd voor de motorhelm. De kwaliteit van een helm gaat aantoonbaar achteruit na verloop van tijd. Intentie is om dit te kwantificeren en wellicht de UNECE-normen aan te passen, zodat de productie-datum van de helm of een THT-datum zichtbaar is. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gaat hier in Europees verband aandacht voor vragen.


'Ongelukken bij ontwikkeling autonome auto
zijn onvermijdelijk'

Het is vrijwel onvermijdelijk dat bij de ontwikkeling van de zelfrijdende auto geen ongelukken meer zullen gebeuren. Immers geldt: waar gehakt wordt, vallen spaanders. Dat hoort er nu eenmaal bij.


Op deze wijze uit Erik Arends, consultant Smart Mobility bij AT Osborne, zich in een opiniestuk over de zelfrijdende auto op verkeersnet.nl met als kop 'Ongelukken onvermijdelijk bij verdere ontwikkeling autonome auto.' Hij schrijft onder meer: "Of de volledig zelfrijdende auto er uiteindelijk komt, daar is nog niet iedereen het over eens. Dat de weg ernaartoe er één is met de nodige incidenten, lijkt een onvermijdbare waarheid te worden. Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft recent benadrukt dat verkeersveiligheid bij de introductie van zelfrijdend vervoer van het grootste belang is, waarbij we maar één kans hebben om het goed te doen. Het gevaar schuilt in het laatste deel van de zin. Het is namelijk denkbaar dat we hiervoor meer dan één poging nodig hebben."

Eerlijk communiceren

Hij vindt het dan ook tijd worden dat er niet overspannen over wordt gedaan. "Het wordt tijd om eerlijk te communiceren over de risico's van (het testen met) de zelfrijdende voertuigen, zodat het publiek zich geen onrealistische verwachtingen aanmeet. In deze communicatie is het des te belangrijker om te laten zien dat de risico's tot het maximale worden beheerst."


Afbeelding