Minister Van Nieuwenhuizen weet de input van de branche te waarderen.
Minister Van Nieuwenhuizen weet de input van de branche te waarderen. Foto: Rij-instructie

Input zeer gewaardeerd

Met het halve debat over de wijziging van de WRM is de rijscholenbranche op het eerste gezicht niets opgeschoten. Maar op het tweede gezicht valt dat best mee. De belangrijkste winst is dat zichtbaar is geworden dat zowel de minister als de Tweede Kamerleden erg gesteld zijn op input vanuit de branche.


Even leek het uit te draaien op het schrappen van de sanctie op de praktijkbegeleiding en ere wie ere toekomt: dat zou een enorme opsteker zijn geweest voor de Stichting LBKR. De LBKR is namelijk de enige organisatie die volhardt in het schrappen. Maar na de eerste termijn en de beantwoording door de minister van vragen van de Kamerleden – en daarin ging het voornamelijk nog over de sanctie – werd op initiatief van Cem Laçin (SP) besloten de beraadslaging door te schuiven naar een tijdstip na de herfstvakantie en is een nieuwe WRM voorlopig weer even uit zicht. En dat betekent dat de branche de komende tijd vol aan de bak moet om met een alternatief voor de sanctie te komen, want die opdracht ligt er nu.

Niet afwijzend

Minister Van Nieuwenhuizen staat namelijk niet afwijzend tegenover afschaffing van de sanctie, maar alleen als instructeurs die er niet in slagen een voldoende praktijkbegeleiding te laten zien op een of andere manier kunnen worden gestraft. En in dat traject laat de politiek zich voor een deel leiden door de branche, want als er één ding duidelijk is geworden dan is het dat de politiek, de minister incluis, de branche serieus neemt als gesprekspartner.


Na afloop van het halve debat hebben we een aantal reacties gevraagd aan branchespecialisten over hun gevoel ten aanzien van het verloop tot nu toe. Van IBKI en BOVAG kregen we geen reactie.


'Goed gevoel over debat'

Ruud Rutten, voorzitter FAM:

"Ik heb een goed gevoel overgehouden aan het debat. Alle Kamerleden gaven duidelijk aan dat het hoog tijd wordt dat er wat gebeurt binnen de branche. Ook de minister beaamde dit en bevestigde ook diverse keren in gesprek te zijn met de brancheorganisaties."
"Wat de sanctie betreft: daar moeten we iets mee. Het is duidelijk dat zoals het nu geregeld is, niet goed werkt. Maar wij zijn wel van mening dat er eerst een goede praktijkbegeleiding en bijscholing moet zijn - met de nodige maatregelen en verplichtingen - om zo toch het kaf van het koren te scheiden. Het is nu dan ook aan de branche om met een goed alternatief te komen zodat de sanctie eraf kan."

'Out of the box denken'

Chris Verstappen, directeur Verjo, uitgever voor verkeer en vervoer over de weg:

"Het debat over de WRM1994 was een uniek moment voor onze branche. Eindelijk de erkenning dat de rijschoolbranche een belangrijke speler is op het gebied van verkeerseductie (naast handhaving en wetgeving). Maar ook dat rij-instructeurs ook rechten hebben en niet alleen plichten."
"Mij is het meeste bijgebleven dat de minister en fracties een eerlijk beeld hebben van de uitdagingen waar wij als rijschoolbranche voor staan. Alleen, dit oplossen is niet eenvoudig. Want laten we eerlijk zijn: tot op heden hebben de wetenschappers niet de gewenste oplossing weten te bedenken."
"Het is één minuut voor twaalf en tijd dat we out of the box gaan denken. Prachtig dat de minister en Tweede Kamer dit goed doorhebben en de brancheverenigingen een unieke kans geven echt het verschil te gaan maken. Hopelijk worden ook de ontwikkelaars en vakmensen uit de branche geraadpleegd in plaats van de wetenschappers en bestuurders. Er zijn genoeg goede praktische oplossingen te bedenken die recht doen aan de verkeersveiligheid en aan de vakmensen die hun boterham op een eerlijke wijze willen verdienen. Welke oplossingen? Dat is niet om hier te bespreken, maar aan de vergadertafel."

'Sanctie doet niet wat
het zou moeten doen'

Jos Post, voorzitter LBKR:

"Het debat dat gevoerd werd, ging met name over de praktijkbegeleiding en de sanctie die daarop zit. Dat is precies datgene wat wij, en heel veel collega's met ons, een ding vinden. Het is inderdaad een systeem dat niet doet wat het moet doen."
"De minister heeft de handreiking nu gedaan om met een beter voorstel te komen waarbij de sanctie blijft, maar verschoven wordt. We zullen nu samen met de politiek moeten nadenken over hoe we dit kunnen vormgeven. Dit is een gouden kans, maar het alternatief moet wel écht goed zijn. Als dit niet lukt, zijn er nog steeds meerdere scenario's mogelijk, maar dan blijft de sanctie."
"Verder viel op dat het debat inhoudelijk goed was. De betrokkenen wisten redelijk waar ze het over hadden. Wij juichen het toe dat de minister, al is het nu pas, inziet dat het huidige systeem niet oké is. Deze input had trouwens al eerder bij haar moeten komen. Over waarom dit niet is gebeurd, zal ze zelf ook nadenken. Hoe dan ook: ons wacht een spannend traject met een mooie uitdaging."

'Sanctie is doorn in het oog'

Gijs Kantelberg, directeur De VerkeersAcadamie:

"Het debat had een verrassende plotwending. Dat het op een gegeven moment alleen nog leek te gaan over de sanctie, snap ik wel. Dit geeft goed het gevoel dat in de branche leeft weer. Niemand is tegen bijscholing, maar de sanctie is een doorn in het oog. Dus dan snap ik dat wel. Ik heb overigens nog niet het gevoel dat de sanctie eraf gaat."
"Wat het vervolgtraject betreft hoop ik dat de LBVI en de VVB (brancheorganisaties van opleiders-red.) ook de opleiders uitnodigen waar het de WRM betreft. Die oproep doen beide bij deze. Of wij een goed idee hebben hoe de sanctie eraf kan? Zeker, maar daar ga ik verder niets over zeggen."

'Het is fnuikend dat Kamerleden gen inzicht hebben in slagingspercentages'

Irma Brauers, secretaris VRB:

"De Kamerleden hadden zich voorbereid op het wetsvoorstel, maar je merkt dan toch dat er verschillende belevingen zijn bij de Kamerleden. En dat zij de taken die aan de I&W, CBR en IBKI zijn toebedeeld niet goed inschatten. Ze denken dat het CBR invloed heeft op het controlesysteem, dat CBR toezicht heeft en houdt op de bevoegdheid. En de taken van IBKI en het IBKI register werden ook niet goed onder de loep gebracht hetgeen dan is dan heel erg jammer is. Waar wij als VRB erg blij over waren, waren de meningen van de politieke partijen, die zich de moeite hadden genomen om aan het debat deel te nemen, dat er misstanden zijn in de branche die aangepakt moeten worden. En dat met name de consument beschermd moet worden. Vervelend is dan ook dan weer dat alleen de excessen benoemd worden, waar we de afgelopen jaren steeds weer de kranten mee haalden, of onderwerp van een TV of radio inzending waren. Iedere keer opnieuw worden juist die rijscholen weer onderwerp van gesprek die het willens en wetens verzieken in deze branche."

"Fnuikend is ook dat men geen inzicht heeft in de slagingspercentages. De vraag waarom die al jaren het zelfde niveau hebben werd niet gepareerd door te antwoorden dat dit met name voor een deel te wijten is aan de meer dan 1500 rijscholen die minder dan 20 procent geslaagden hebben. Als die er uit zouden zijn was het slagingspercentage vele procenten hoger en kunnen we aantonen dat het merendeel van de beroepsgroep wel van goede wil is en beroepsinhoudelijk gegroeid is."

"En als je dan merkt dat het accent ergens anders op komt te liggen dan wat er op de agenda stond ben je bij met de technieken die je tot je beschikking hebt. Een bericht sturen naar de aanwezige Kamerleden, dat je eigenlijk ongepast vindt, is heel spannend. Maar als je dan vervolgens een duimpje krijgt en ook nog antwoord en een aanvullende vraag dan is de inspanning die je levert om af te reizen naar Den Haag dubbel en dik waard gebleken."

"We gaan niet vooruitlopen op zaken die nog in ontwikkeling zijn want dat schept alleen maar verwarring en zorgt voor extra vertraging. Want het jammere van het uitstel van de tweede termijn, is dat zaken waarover we het als totale branche al eens waren, zoals het terugbrengen van 2 naar één Praktijkbegeleiding, de VOG invoeren ook weer tegenhouden worden. We pakken de toegestoken handschoen op. Maar we beseffen ons eens te meer dat wanneer er te ingrijpende veranderingen worden voorgesteld alles weer langs de Raad van State moet. Ja en dan weten we dat we zo maar twee jaar verder zijn en bieden we juist de rotte appels in het mandje een unieke kans om de kwalijke praktijken nog langer uit te buiten."