Hoezo, er verandert niets?

Soms heb je van die momenten dat je er even rustig voor gaat zitten en dan enkele kreten of uitspraken eens rustig kunt evalueren en met je gedachten terug in de tijd kunt gaan.

Terug in de tijd betekent voor mij 1978, toen mijn droomcarrière als rijinstructeur van start ging. Trots, maar tegelijk ook spannend om in het weekend te gaan stappen en doordeweeks diezelfde leeftijdgenoten rijles te geven. Stoer als ze geslaagd waren en je ze een weekend later weer tegenkwam in de disco. Maar als het niet gelukt was, was je avond aan de bar verziekt. Of op een verjaardagsfeestje waar je de ouders tegen het lijf liep, ging het steevast over die zoon of dochter die ten onrechte gezakt was. Dan moest ik me verantwoorden en dan had ik een probleem, want in die tijd was het niet gewoon dat je eerlijk zei dat de kandidaat niet goed voorbereid was. Dat er bezuinigd werd op het aantal lessen en dat zoon- of dochterlief niet echt veel aanleg voor autorijden had. Natuurlijk niet, het was de schuld van de examinator. En zo niet, dan was het de rijschool. Maar nooit de kandidaat.
De verhoudingen waren in die tijd ook bepaald anders. Een examinator was echt superieur aan de instructeur. Je liep niet zomaar de examenzaal in om even te overleggen. In de auto en onderweg van de auto naar de uitslag werd er nauwelijks gesproken. En kritiek geven? Dat had je gedacht. Dat was alleen weggelegd voor de meest ervaren en door de wol geverfde rijschoolhouders. Er waren geen examenmanagers. Er was geen servicelijn. En bij een kringoverleg kwam iedereen 'geladen' binnen om met diezelfde lading weer naar huis te gaan, want antwoorden kreeg je niet en je was bang voor je eigen toekomst.

Later kwam er in Venlo een lokale brancheorganisatie waarvan ik zelf enkele jaren voorzitter ben geweest. We spraken onder meer af om opleiders uit de wind te houden en te beschermen. We kregen ook landelijke brancheorganisaties die zichzelf vooral erg belangrijk vonden. Ze togen ten strijde tegen elkaar en tegen de vijand: het CBR. Onderling werd menige strijd uitgevochten, maar vooral het CBR moest het ontgelden.

Beste collega's, het is nu 2018 en kijk eens terug op die tijd met de blik op nu en de toekomst. De tijden zijn echt veranderd, ook in onze branche. Bij onduidelijkheden tijdens het examen heb je gewoon de mogelijkheid om de kandidaat even naar de wachtruimte te sturen om een-op-een met de betreffende examinator te praten. Het huidige korps van examinatoren is van een totaal ander kaliber. Ik heb niets tegen de oude garde, maar vind het intussen wel erg prettig dat de grote meerderheid zelf ervaring heeft als instructeur en weet wat er in een kandidaat omgaat.
Vervolgens hebben we nog de kringoverleggen, waar heden ten dage iedereen mondig genoeg is om problemen naar voren te brengen. En op een nette manier kan en mag alles gezegd worden. We hebben ook de regiomanager, die altijd aanspreekbaar is of een afspraak zal maken. We hebben een servicelijn waar we mee kunnen bellen. En er zijn drie brancheverenigingen die prima samenwerken en begrijpen dat samenwerking de enige weg is naar resultaat. De VRB, BOVAG en FAM overleggen met elkaar en hebben prima contacten met alle afdelingen van het CBR. De contacten met het ministerie en de beslissers in Den Haag zijn uitstekend. En geloof mij: het is niet zo makkelijk als het lijkt om alles wat te maken heeft met fraude, misleiding enz. uit te bannen.
Er is nog veel te doen en de weg is nog lang voordat we ons doel bereikt hebben. Maar ga mij niet vertellen dat er niks veranderd is en ook niks zal veranderen.

Ruud Rutten,
voorzitter FAM