Het wordt serieus tijd voor een ADAS taskforce

De branche blijft maar worstelen met Advanced Drivers Assistance Systems (ADAS) en dat is niet goed. Zo blijven doorrommelen met zo'n belangrijk onderwerp maakt namelijk bepaald geen overtuigende indruk naar de buitenwacht.

Volgende week is het Nationaal Rijschool Congres (dinsdag 18 september) en daar zal onder andere Wilbert van Beersum van de Veldhovense Rij-instructeurs Opleiding (VRO) een verhaal houden over ADAS. De inhoud van zijn verhaal kennen we niet, maar de kern wel en die is dat ADAS-rijscholen veel kansen bieden. Niet voor niets is hij vier jaar geleden met een bijscholing ADAS gestart. Van Beersum is dus voor ADAS, net als Europarlementariër Wim van de Camp, die onlangs in een rapport liet weten er een groot voorstander van te zijn nieuwe technologie een vast onderdeel te laten zijn van het rijexamen. En zo zijn er veel meer ingewijden die voor het gebruik van zo veel mogelijk ADAS tijdens de rijles en het examen zijn, want technologie hou je niet tegen.

Maar niet iedereen is overtuigd van het nut en dan komt er opeens een analyse van schadecijfers van Audatex waaruit blijkt dat de gemiddelde schadelast bij auto's vorig jaar bijna 12 procent hoger lag dan in 2016 en dat de oorzaak de toename van ADAS is. 'Zie je wel dat het niks is', is vervolgens de reactie van rijschoolhouders die helemaal geen voorstander zijn van ADAS. En dat Peter Claessen van het CBR in een gesprek met de SWOV laat weten over ADAS "Mag het op de weg, dan mag het in het examen', draagt ook al niet bij aan meer duidelijkheid.
En zo blijft de discussie maar voorthobbelen over de hoofden van de leerlingen heen. Terwijl de branche zo gebaat is bij duidelijkheid. Je zou verwachten dat hier een schone taak ligt voor het CBR, maar vergeet dat voorlopig. In een interview antwoordt algemeen directeur Petra Delsing op de vraag of het niet een goed idee is dat het CBR een lijst publiceert met alle momenteel 144 systemen en of die wel of niet zijn toegestaan tijdens het examen, dat ze dat niet zinvol vindt. "Nu zijn er X systemen, maar morgen is dat weer anders. Zijn ze weer beter, nieuwer, bieden andere (auto)fabrikanten weer iets anders aan", antwoordt ze. Dat is een drogreden. Juist het feit dat er om de haverklap nieuwe systemen op de markt komen en dat alle autofabrikanten andere systemen met andere namen gebruiken, schreeuwt om zo'n lijst. Het moet toch niet heel moeilijk zijn om daar iemand – desnoods een stagiair - op te zetten.
De branche blijft intussen schreeuwen om duidelijkheid. Het wordt, kortom, langzaam tijd voor een ADAS Taskforce binnen de rijschoolbranche die dit probleem snel en adequaat aanpakt, want zo blijven aanklooien is niet goed.