Passend onderwijs

Onlangs zei een specialist 'rijles en autisme-ADHD' dat hij steeds minder 'gewone' leerlingen kreeg sinds hij rijles gaf aan die categorie. Een andere collega waarschuwde dat je moest oppassen geen naam te krijgen als rijschool voor 'dat soort' leerlingen. Vorige maand meldde zich een leerling aan die bij een rijschool met een goed slagingspercentage was geweigerd. Houdt die weigering misschien verband met het slagingsresultaat waar we als rijschool in de toekomst wellicht nog strenger op worden afgerekend? Zolang we slagingspercentages als de maat der dingen beschouwen, zullen leerlingen die 'afwijken' in de toekomst steeds moeilijker een rijschool vinden. Het gewone onderwijs sluit kinderen ook uit. Scholen worden immers ook afgerekend op Cito-scores en eindexamencijfers en vrezen dat 'afwijkende' leerlingen de examencijfers drukken waardoor 'gewone en gewenste' leerlingen wegblijven. Als scholen 'anders' zijn uitsluiten, heeft dat gevolgen voor het leven van dat kind, want autisme en ADHD duren een leven lang. Na het onderwijs komt de lesauto in beeld, dus geldt het label 'geschikt/ongeschikt' straks ook voor rijlesleerlingen? Worden goede rijinstructeurs, de kameleons die kunnen lesgeven aan leerlingen met en zonder 'stoornis' straks wellicht de dupe van hun eigen kunde en gedwongen tot ballotage?

Begin vorig jaar belde de moeder van een 19-jarige jongen. Haar zoon was elders (zonder intake) geweigerd vanwege zwakbegaafdheid, autisme en ADHD en angsten die hem in zijn functioneren beperkten. Intelligentieonderzoeken lieten door de jaren heen een daling zien van zwakbegaafd tot licht verstandelijk beperkt. Tijdens de uitgebreide rijlesintake maak ik kennis met Wesley, een beleefde en verzorgde jongeman die goed oogcontact maakt. Hij is zenuwachtig en bij stressvolle situaties krijgt hij een rood hoofd.


Na verloop van tijd is hij niet meer zenuwachtig. Ten behoeve van het plan van aanpak stel ik in de lesruimte zo goed mogelijk vast wat Wesley wel en niet kan en ik maak een sterkte-zwakte-analyse om vast te stellen of het leertraject niet onnodig kostbaar zal worden. Wesley is erg gemotiveerd en de psychiater heeft hem al goedgekeurd. De praktijkintake gaat goed en we behalen het gestelde doel. Wesley kan iets vlot nadoen en begrijpt verbanden. Met inspanning en de juiste begeleiding vermoed ik dat hij in 80-100 uur rijvaardig zal zijn. Na 3 theorie-examens en 57 rijlessen van 90 minuten haalt hij inderdaad met glans zijn eerste rijexamen. Het rijbewijs is zijn eerste diploma!

Zo'n traject vereist echter specialisten die de uitdaging aan kunnen om dergelijke successen te helpen realiseren. Leerlingen met weinig vertrouwen in hun intelligentie werken bij de juiste uitdagingen hard, wijden zich met overgave aan moeilijke taken en houden vol. Zodra ze even aan zichzelf twijfelen moeten ze geholpen worden door te ervaren dat waardevolle doelen pas bereikbaar zijn na vele obstakels. Dat geeft zelfvertrouwen, wat alleen lukt als ze hun mogelijkheden tot het uiterste leren benutten. Zelfvertrouwen krijgen ze niet door te horen dat ze meer of minder intelligent zijn. Zelfvertrouwen staat los van IQ of slimheid.

Iemand verwerft het zelf door te ervaren dat (bij)leren belangrijker is dan slim overkomen, door te leren van uitdagingen en van inspanningen te genieten en fouten te beschouwen als de weg naar kennis. Wat iemand nodig heeft is het vertrouwen dat hij zal leren als hij zich voldoende inspant en strategieën leert gebruiken. Lof over die inspanning of strategie bevordert doorzetten.

Een proactieve leraar weet dat zijn verwachtingen de leerprestaties en het zelfbeeld van de leerling beïnvloeden. Hoe positiever de verwachtingen, des te positiever het zelfbeeld wordt. Intelligentielabels zijn wat mij betreft net zo ondermijnend als aantallen eerste slagingspercentages. Goedwillende instructeurs belonen en kwaadwillende instructeurs sancties opleggen, lijkt mij constructiever.