Rijschoolgegevens.nl geeft de slagingspercentages van alle rijscholen.
Rijschoolgegevens.nl geeft de slagingspercentages van alle rijscholen.

'Aantal rijscholen maakt van CBR een casino en heeft maling aan slagingspercentages'

Onlangs stelde het Kamerlid Maurits von Martels (CDA) verschillende vragen aan minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterschap. Op basis daarvan liet de minister weten dat opleiders die een buitengewoon laag slagingspercentage hebben waarschijnlijk worden aangepakt. Brancheorganisatie VRB heeft in een brief aan Von Martels en op 26 april tijdens het gesprek met Cem Lacin (SP) laten weten hoe de vork in de steel zit.

De vragen

Zeven vragen stelde Von Martels, want hij wilde weleens weten hoe het nou zat met die oplopende wachttijden voor de eerste examens. Het zijn deze vragen:
Vraag 1: Heeft u het bericht 'Wachtrij voor afrijden 1' gelezen? Wat is uw reactie op het feit dat de wachttijden om af te rijden fors worden overschreden?
Vraag 2: Deelt u de conclusie dat het probleem is ontstaan door een gebrek aan examinatoren in relatie tot de sterke groei van de vraag naar examens? Heeft dit ook te maken met de nieuwe leeftijdsgrens vanaf 17 jaar?
Vraag 3: Deelt u de mening dat de nu geconstateerde groei geen verrassing mag zijn? Kunt u aangeven hoe het komt dat het Centraal Bureau Rijvaardigheid (CBR) toch zo verrast is door de groei?
Vraag 4: Heeft u de overtuiging dat het CBR de achterstanden werkelijk gaat inlopen op de wijze zoals het CBR aangeeft?
Vraag 5: Deelt u de conclusie van het CBR dat de keuze voor een goede rijschool echt helpt? Kunt u aangeven welk deel van de wachttijden veroorzaakt wordt door de keuze voor slechte rijscholen?
Vraag 6: Zijn de namen van de ca. 1.500 rijscholen die kandidaten die nog niet voldoende opgeleid zijn naar het examen laten gaan bekend en kunnen die gepubliceerd worden?
Vraag 7: Kunt u aangeven wat de wachttijden voor de verschillende groepen nu zijn en in welke tempo ze worden ingelopen?

De antwoorden

Van Nieuwenhuizen antwoordde medio mei en daaruit bleken twee dingen: ze rekent het ten eerste het CBR niet aan dat het zo fout loopt met die wachttijden en ten tweede gaf ze er blijk van paal en perk te willen stellen aan rijscholen die slecht presteren, waarbij een laag slagingspercentage het criterium is voor slecht.

Verrast

We duiken wat dieper in de antwoorden. Over de vraag of het CBR kan worden verweten 'verrast' te zijn door een enorme vraag aan examens, zei de minister onder meer dit: "Het is een kwestie van zowel vraag als aanbod. De vraag naar examens is zeer sterk gestegen: sinds 2014 is het totaalaantal praktijkexamens gestegen van 630.000 naar 735.000 (prognose 2018), circa 17 procent." Bovendien zijn nieuwe examinatoren momenteel moeilijk te vinden.

Grilliger

Verder liet ze weten dat ook meespeelt dat het bij alle examens en vooral ook de beroepsexamens enorm druk is, dat meer gebruik is gemaakt van de tussentijdse toets én dat meer jongeren direct na hun 18e verjaardag examen willen doen dan voorheen, waarschijnlijk als gevolg van de verbetering van de economische situatie.

Laag slagingspercentage

Wat het eerste punt (de lage slagingspercentages) betreft: voor de minister staat op basis van input van het CBR vast dat de lage slagingspercentages van ongeveer 20 procent van de rijscholen mede de oorzaak zijn van de lange wachttijden. "Het is niet exact te berekenen wat het aandeel van deze slecht voorbereide kandidaten op de reserveringstermijn is. Wel is in algemene zin te zeggen dat als het gemiddelde slagingspercentage, dat nu rond de 50 procent ligt, zou stijgen - zonder concessies te doen aan de examenvereisten voor verkeersveiligheid - de reserveringstermijn snel weer binnen de gewenste zeven weken wachttijd zou komen", luidde het antwoord.
Twee andere oorzaken die de minister duidde zijn dat meer gebruik is gemaakt van de tussentijdse toets bij het CBR tijdens de rijopleiding en het feit dat meer jongeren direct na hun 18de verjaardag examen willen doen dan voorheen, waarschijnlijk als gevolg van de verbetering van de economische situatie.
Tot zover de 'briefwisseling' tussen Von Martels en de minister, op basis waarvan het CBR maatregelen gaat treffen om slecht presterende rijscholen te straffen, "bijvoorbeeld door het afbreken van het examen in combinatie met een verplichte langere wachttijd voor het herexamen", aldus Van Nieuwenhuizen.

VRB klom in de pen

De VRB greep dit moment – dat over enige tijd best eens gezien kan worden als hét moment dat de branche definitief veranderde - aan om Von Martels te voorzien van een groot aantal cijfers, feiten en standpunten. Omdat deze waarschijnlijk cruciaal zijn in de komende besluitvorming én omdat iedereen in de branche behoort te weten 'hoe de hazen lopen', publiceren we deze hieronder integraal. Von Martels stelt onder meer dat de geconstateerde groei van de vraag naar examens geen verrassing mag zijn voor het CBR.

Er is door het CBR in september vorig jaar aangekondigd dat op grond van de cijfers van 2017 (t/m augustus 2017) te verwachten was dat de stijgende trend van het aantal aanvragen een groei zou laten zien van 8 procent. Waar met name een heel explosieve stijging te constateren valt, is in het CDE-segment. Hiervoor zijn enerzijds te weinig examinatoren voor beschikbaar. En anderzijds ook een daling van dit aantal CDE-examinatoren omdat door een oververtegenwoordiging van 'oudere' examinatoren uitstroom is ontstaan.
De nieuwe examinatoren kunnen niet direct op dit onderdeel worden ingezet. Ze moeten na de opleidingsperiode een aantal maanden actief zijn geweest als B-examinator. Heel veel CDE-examinatoren willen terug naar het B-segment. Vanwege de grotere verplaatsingen woon-werk zijn de rendabele uren ook niet in verhouding.
CBR had ingeschat in zowel 2016-2017 een surplus te hebben aan nieuwe examinatoren waardoor de groei opgevangen zou worden. Men verwachtte dat iedere maand een klas van minimaal 10 nieuwe examinatoren voorhanden zou zijn. En dat verwachtingspatroon is ver achtergebleven. Niet alleen het aantal geschikte sollicitanten is hier debet aan, maar ook de tegenvallende aantallen uitvallers gedurende het traject (22 procent valt ondanks goede screening vooraf uit).

We zijn als branche geen voorstander van het voorstel dat de instroomkwalificatie naar beneden wordt bijgesteld. Iedereen binnen de branche vindt zich opeens een inhoudsdeskundige omdat hij al jaren lesgeeft. Maar lesgeven en examineren zijn twee verschillende takken van sport, met ieder specifieke vaardigheden en kennis. Opvallend is dat het merendeel van de branche zich voortdurend afzet tegen het CBR, maar als vervolgens de lijnen opengezet worden om te solliciteren, wil men graag deel uitmaken van deze organisatie. Heel vreemd!

Von Martels wil van de minister weten waarom het CBR dan toch zo verrast is door de groei. Ook vraagt hij of het CBR de achterstanden werkelijk gaat inlopen.

Wanneer die 18 procent van slecht presterende rijscholen uit de markt verdwenen zijn, is het wachttijdenprobleem voor 90 procent opgelost. Want dat is nog maar het segment dat een slagingspercentage heeft van minder dan 30 procent eerste geslaagden. Iemand die na jaren niet aan het landelijk gemiddelde van 50 procent komt: hoort die wel thuis in deze branche? De groep van meer dan 1600 rijscholen die minder dan 30 procent scoort, heeft ook nog eens een laag herexamenpercentage.
Voor de beeldvorming: iemand met een slagingspercentage van 80 procent heeft meestal ook een herexamenpercentage in die range. Stel deze rijschool heeft 35 kandidaten per jaar, dan heeft deze rijschool 35 plekken nodig voor eerste examens en voor het herexamen 7 plekken voor een eerste herexamen en voor een tweede herexamen 2 plekken. In totaal voor 35 kandidaten dus 43 plekken examencapaciteit (contactmomenten met het CBR).
Een rijschool met 20 procent eerste geslaagden en 35 kandidaten heeft diezelfde aantallen 35 eerste examens nodig, maar vervolgens voor eerste herexamens 28 plekken en vervolgens nog een aantal keren aflopend 22 - 18 en verder net zolang dat de kandidaat uiteindelijk bij BNOR terechtkomt. Dat is een examendruk van minimaal 102 plekken. Dat is dus wel degelijk van invloed op de doorlooptijden. En schrijnend is dat de oproepplaatsen in het westen van het land een gemiddelde hebben per oproepplaats tussen de 30-35 procent.

Ook is opvallend dat in de regio's waar het oproepplaatsgemiddelde boven het landelijk gemiddelde ligt niet/minder kampen met lange wachttijden. Voorbeeld: Maastricht scoort 60-65 procent en daar zijn de wachttijden voor een eerste examen op het moment dat de brief naar Von Martels ging, ongeveer 4-5 weken.
En dan is het heel vervelend dat om de nood elders in het land te ledigen (vanwege onder andere de lage cijfers) examinatoren uit de goed presterende regio's tijdelijk worden verplaatst naar die regio's waar oplopende wachttijden te zien zijn. Dus dan loop je het risico dat je in Maastricht ook langer moet gaan wachten. Opmerkelijk verhaal...

Verder vraagt Von Martels Van Nieuwenhuizen of de keuze voor een goede rijschool echt zal bijdragen aan het terugdringen van de wachttijden. Ook wil hij weten welk deel van de wachttijden veroorzaakt wordt door de keuze voor slechte rijscholen.

Heel veel leerlingen zijn niet bekend met de slagingspercentages, ze kiezen bewust of onbewust voor de goedkoopste/de snelste mogelijkheid en vervolgens worden ze nadien pas echt geconfronteerd met slechte resultaten als het al te laat is. De eerste vraag die gesteld wordt: wat kost het en vervolgens: hoeveel lessen heb ik nodig? En vaak is de gedachte dat wanneer men een pakket koopt men dan ook zeker voor dat geld een rijbewijs haalt. Pakketten zijn niets meer en niets minder dan een optelsom van een aantal lessen en een examen en soms een tussentijdse toets. En daar wordt er altijd maar één beter van en dat is de rijschool.

Daarnaast verzoekt Von Martels de minister een lijst met namen bekend te maken van de 1.500 rijscholen met een laag slagingspercentage.

Het antwoord van de minister kunnen we nu al geven: iedereen kan het slagingspercentage van een rijschool nakijken op www.rijschoolgegevens.nl. Maar het slagingspercentage is manipuleerbaar door rijscholen. Ze maken twee accounts aan bij het CBR en laten de 'pakketjesleerlingen' op dat tweede rijschoolnummer opgaan. Aanbiedingen van vijf rijlessen inclusief examen voor 300 euro passeren de revue.

In het kader van de privacy mag het CBR geen lijst publiceren met namen van slecht presterende rijscholen. Naming en shaming zou wellicht openheid van zaken geven, maar we zien de hordes juristen al bij het CBR op de stoep staan.
Iedere laagscorende rijschool heeft hier een excuus voor: veel ADHD-leerlingen/veel leerlingen met een moeilijke achtergrond. Het ligt aan iedereen, behalve aan zichzelf. Het commerciële belang heeft bij dit segment rijscholen een hogere prioriteit dan de verkeersveiligheid.
Rijscholen bieden kandidaten een pakket aan en aan het einde van het pakket verbreekt men de banden met die kandidaat en die gaat/moet zijn heil elders zoeken. Maar de centen zijn grotendeels op en dan mag een ander de rommel opruimen voor een appel en een ei.
Veelgehoord excuus is dat het CBR er belang bij heeft dat leerlingen zakken of de examinator had zijn dag niet. Klinkklare onzin natuurlijk, maar de leerling heeft verder geen referentiekader.
Leerlingen en rijscholen maken van het CBR een casino en hebben maling aan slagingspercentages. Eén rijexamen brengt meer op dan vijf rijlessen! Voor de slecht presterende rijschool is er geen stok achter de deur zoals bijvoorbeeld in Duitsland. Daar mogen rijscholen op het matje geroepen worden om uit te leggen waarom de resultaten zijn zoals ze zijn.
Voorstel zou zijn om goed presterende rijscholen te belonen waardoor ze wellicht geen praktische bijscholing hoeven te doen. Of dat de slagingspercentages meetellen bij de praktische bijscholing, zoals wij aangeven in het aanbevelingendocument. Dan heeft de instructeur er belang bij dat hij goed presteert en beloond wordt voor zijn prestaties.
Landelijk opererende ketens komen altijd weg met het slagingspercentage. Want van alle aangesloten rijscholen binnen de ketens worden de percentages bij elkaar opgeteld en gedeeld.

Ook tijdens het gesprek dat VRB- en FAM-bestuur hadden met Cem Lacin hebben we dit uitgebreid besproken, want ook hij wilde nadere uitleg of de antwoorden die hij verwachtte van de minister realiseerbaar waren. En als je dan een rekensommetje voorlegt wordt alles heel erg duidelijk en verklaarbaar. Opmerkelijk was verder dat toen we al buiten de vergaderruimte stonden hij nog even terug kwam lopen om te vragen wat een reële lesprijs was. Dat is natuurlijk niet voor niets?!?

Wie had vijf jaar geleden kunnen voorspellen dat we nu niet aan de vraag zouden kunnen voldoen? Zowel de branche zelf alsook het CBR hebben deze explosieve groei niet zien aankomen, getuige het feit dat de mensen die het CDE-segment aanbieden het 'aantal wielen' niet aan kunnen slepen.

Het praktijkexamen is, laat de VRB weten, voor veel rijscholen een casino.