Jan Verbruggen (40 jaar ervaring als rijinstructeur) ziet mogelijkheden tot verbeteringen.
Jan Verbruggen (40 jaar ervaring als rijinstructeur) ziet mogelijkheden tot verbeteringen. Foto:

'Het CBR moet zich toeleggen op het afnemen van examens'

De afgelopen periode is veel geschreven over de mededeling van het CBR dat de rijscholenbranche voor een deel de lange wachttijden aan zichzelf te wijten heeft. Voor Jan Verbruggen, eigenaar van Autorijschool Verbruggen in Uden, was dat reden om (zoals hij wel vaker doet) in de pen te klimmen. Hij wil dat het CBR zich gaat gedragen als groothandel.

Indien we het CBR als groothandel beschouwen die alleen zaken doet met de rijscholen en niet met de consument, wordt het een stuk eenvoudiger om nadere eisen te stellen aan het product dat het CBR levert.
Wanneer je naar een supermarkt gaat, dan kun je alle producten kopen waarbij de groothandel bepaalt wat de keus is. Zij stelt eisen aan de plek van het product in het schap en waar de supermarkt aan moet voldoen om te mogen verkopen.
Dit is precies wat het CBR ook moet gaan doen. Verkoop examentijd aan rijscholen en stel eisen aan het product.
Dit zou er als volgt uit kunnen zien: iedere nieuwe rijschool krijgt persoonlijk uitleg wat in het product 'Examentijd' zit. Op basis daarvan worden afspraken gemaakt omtrent meerijden op examen, de manier van communiceren van de uitslag en de mogelijkheden voor een reactie wanneer een instructeur zich niet kan vinden in de uitslag. Alleen als je hier aan wilt voldoen, kun je examentijd kopen. Het CBR gaat de rijschool hiermee als klant zien en zal die ook als zodanig behandelen.

Veranderen

Een aantal andere ideeën:
- De tussentijdse toets (TTT) wordt verplicht op drie vierde deel van de opleiding en wordt gezien als leidraad richting examen.
- De rijschool levert de instructiekaart, een overzicht van het aantal uren rijles dat de leerling heeft gehad en nog moet krijgen tot het examen voor de TTT in. Op basis daarvan wordt tijdens de rit beoordeeld of de rijschool voldoet aan het afleveren van een sociale en veilig rijdende kandidaat met de juiste verkeersmentaliteit.
- Situatiebevraging wordt diverse keren uitgevoerd als check of de theorie in de praktijk in voldoende mate is geoefend en of het niveau van instructie voldoet.
- Het slagingspercentage wordt bepalend voor de duur van het praktijkexamen. Des te hoger het slagingspercentage, des te korter de examentijd. Afhankelijk van de duur van het examen toetst de examinator de kandidaat. Dat kan variëren van diverse keren een situatiebevraging en zelfstandig route rijden op alle drie de manieren, tot een check op de instructiekaart. Op deze manier beloon je goede en straf je slechte rijscholen.
Ook wordt een examen voor een slecht presterende rijschool duurder en voor een goed presterende rijschool een stuk goedkoper. Dan gaat de consument vanzelf naar een goed presterende rijschool omdat er veel voordeel wat betreft examen en prijs te behalen is.

Monopoliepositie

Een ander probleem is de monopoliepositie van het CBR. De overheid heeft dat duidelijk erkend en eisen gesteld aan het CBR. Vervolgens worden die eisen niet nagekomen, want de wachttijden voor examens zijn buiten proportie en de medische afhandeling duurt veel te lang. De overheid is echter te laks en legt geen sancties op.
Het CBR moet echter zijn verantwoordelijkheid nemen en zich niet verschuilen achter excuses. Dat er in economisch betere tijden meer examens zijn, is logisch.
Een ander idee: alles dat niets te maken heeft met het examen gaat naar IBKI. De certificeringsapplicatie en het afnemen van rij-examens moeten strikt gescheiden zijn.
Ik zie alleen maar verbeteringen: de consument gaat meer betalen voor een verantwoorde opleiding waar hij jarenlang mee vooruit kan, rijscholen gaan kwaliteit leveren tegen een goed tarief en meer aandacht besteden aan attitude in het verkeer en het CBR beperkt zich tot haar kerntaak: examens afnemen.