Waar het CBR zich mee bemoeit

En toen was het CBR opeens de gebeten hond. Het CBR maakte bekend dat de oplopende wachttijden mede te wijten zijn aan het feit dat 20 procent van de rijscholen veel te vroeg een kandidaat naar het examen stuurt met soms desastreuze slagingspercentages tot gevolg, en omdat alle herexamens die hierop volgen capaciteit vergen is het eigen schuld dikke bult, zo liet het CBR weten. En dat schoot compleet in het verkeerde keelgat bij een groot aantal rijschoolhouders.

Zoals zo vaak zitten er verschillende kanten aan het verhaal. Allereerst het CBR in relatie tot de oplopende wachttijden, want daar gaat het allemaal om. Het CBR laat allereerst weten dat het behoorlijk verrast is door de almaar stijgende vraag naar examens. Dat kan natuurlijk niet. Het probleem van de wachttijden is niet nieuw – sterker: het is ruim een jaar aan de gang – en wie een beetje de financiële berichten in de media volgt, had kunnen weten dat 2018 nog een beter jaar zou worden dan 2017, wat al een topjaar was. Daar moet je op sturen. Het is niet voor niks dat CDA-Kamerlid Maurits Von Martels (CDA) aan de minister heeft gevraagd of zij zijn mening deelt dat het dit geen verrassing had mogen zijn. Het CBR doet, zo zegt het zelf, er alles aan om examinatoren te werven, dat is mooi, maar het laat ook weten dat ze niet zijn aan te slepen en met die reactie kom je natuurlijk niet weg. Dat is wel heel erg makkelijk je eigen straatje schoonvegen.
Ten tweede is er het gegeven dat het CBR, dat in de publiciteit altijd omzichtig manoeuvreert, voor het eerst klare wijn schenkt: het baalt van de matige kwaliteit die rond de 1.500 rijscholen leveren. Het CBR onderhoudt innige contacten met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en voor zover ze het daar al niet wisten, weten ze het nu: in de branche zit veel fout. Het kan bijna niet anders dan dat dit leidt tot maatregelen.
En dan zijn er al die reacties op social media van rijschoolhouders die helemaal los gaan op het CBR. Hoe het CBR zich hiermee durft te bemoeien, is één gemene deler. De rode draad is dat de oorzaak niet eigen falen is, maar dat er nu eenmaal leerlingen worden opgeleid met problemen en ja, dan krijg je vanzelf een laag slagingspercentage.
Dat is natuurlijk onzin. Simpel: je moet een kandidaat pas naar het examen sturen als zij of hij daar klaar voor is. Elke andere reden is een zwaktebod. Een leerling die moeilijk leert, doet dat niet alleen als hij 18 is, maar doet dat zijn hele leven al en voor hem of haar is het echt geen verrassing dat het halen van het rijbewijs langer gaat duren dan gemiddeld. De krokodillentranen zijn onterecht.
En iedere rijschoolhouder die hier anders over denkt, geven we dit mee: wees erop bedacht dat je aan de beurt komt, want zoals hierboven beschreven, beraadt het CBR zich serieus op maatregelen om dit aan te pakken.

Het antwoord op de vraag waar het CBR zich mee bemoeit is derhalve helder: met een gezonde branche met kwalitatief goede rijinstructeurs.