Nood breekt wet

Het lijkt intussen een repeterende plaat, maar ook dit jaar worden we weer geconfronteerd met wachttijden voor de praktijkexamens die (ver) boven het afgesproken maximum van zeven weken liggen. En het zijn niet alleen de examens voor rijbewijs B, ook de examens voor de beroepsopleidingen lijden onder enorme drukte en de kennelijke onmogelijkheid om die drukte het hoofd te bieden. Het CBR is volop op zoek naar nieuwe examinatoren, maar op de huidige arbeidsmarkt blijkt dat nog niet zo eenvoudig. Daar kunnen wij rijschoolhouders tegenwoordig uiteraard over meepraten. Bij gebleken geschiktheid volgt er voor een nieuwe examinator eerst nog een opleidingstraject van enkele maanden, pas dan is de nieuwe kracht volledig beschikbaar.

De afspraken over de maximale reserveringstermijn van zeven weken zijn onder andere met BOVAG gemaakt (TIEN jaar geleden alweer!) en daarom voelen wij ons ook geroepen om concrete, werkbare en snelle oplossingen aan te dragen, zodra deze termijn voor langere tijd uit zicht raakt. Dat probleem openbaarde zich een jaar of twee geleden voor het eerst. De maatregelen van 2008, toen onder meer werd afgesproken dat examens alleen nog maar op naam kunnen worden gereserveerd, blijken intussen niet meer afdoende en de nood is aan de man. En nood breekt wet: we hebben snel behoefte aan onorthodoxe maatregelen. Afgelopen april beloofde het CBR dat eind 2017 de problemen verholpen zouden zijn; inmiddels schrijven we voorjaar 2018 en is ons te verstaan gegeven dat ons geduld dit jaar wederom op de proef wordt gesteld.

Naast nieuwe examinatoren die door het CBR moeten worden opgeleid en een arbeidscontract krijgen voorgeschoteld, haal ik bij deze nogmaals het BOVAG-idee van vorig jaar van stal: verleid gepensioneerde instructeurs om tijdelijk bij te springen als examinator. Deze mensen hebben doorgaans een karrevracht aan ervaring, kennen het klappen van de zweep en zijn daardoor snel inzetbaar. Ik denk dat er voldoende geschikte mensen te vinden zijn die tijdelijk en op afroep beschikbaar zijn om de hoogste nood te lenigen. Een hoge nood die wellicht over een tijdje helemaal niet meer zo hoog is en waardoor vaste arbeidskrachten misschien weer overbodig blijken. Het is op z'n minst een poging waard om ook eens langs een onconventionele en creatieve weg op zoek te gaan naar oplossingen. Want intussen zitten wij rijschoolhouders en onze leerlingen met de gebakken peren en die situatie kan niet veel langer meer voortduren.

Frank Hoornenborg,
voorzitter BOVAG Rijscholen