Afbeelding

Geen AOV, maar wel een vangnet: het Broodfonds

De LBKR onderzoekt of er in de rijscholenbranche belangstelling is voor een zogenoemd Broodfonds. Bij voldoende belangstelling wordt eerst een informatieavond georganiseerd en vervolgens wordt gekeken of dit haalbaar is. Maar wat is een Broodfonds eigenlijk en is het iets voor u?

Kort en goed: Een Broodfonds is een vangnet voor ondernemers die zich geen arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) kunnen of willen veroorloven, maar die wel verzekerd willen zijn van een inkomen als zij tijdelijk niet kunnen werken. Het principe is eenvoudig: iedere ondernemer in het Broodfonds stort elke maand een vast bedrag en wie langdurig ziek is, krijgt van de anderen in het Broodfonds maandelijks schenkingen om van rond te komen.

Twee jaar

Het blijkt dat vrijwel alle zieke ondernemers binnen twee jaar weer aan het werk zijn. Om die reden duren deze schenkingen maximaal twee jaar. Er is ook een eigen risico: de eerste maand na ziekmelding is voor eigen rekening. Goed om te weten is dat je niet per se in dezelfde branche actief hoeft te zijn, hoewel dit het wel makkelijker maakt, want een bijkomend voordeel is dan dat rijlessen die dreigen uit te vallen kunnen worden overgenomen door een andere ondernemer.

Randstad

Het fenomeen is ontstaan in de Randstad en alleen Amsterdam heeft er al 15 en Utrecht een stuk of 10. In het hele land zijn momenteel 185 Broodfondsen opgericht en er zijn een stuk of 20 'in de maak'. En in verschillende sectoren wordt de oprichting bekeken, zoals de LBKR dat doet in de rijscholensector. Het eerste Broodfonds startte in 2005 in Utrecht en bleef redelijk onder de radar. Maar sinds 2011 timmeren de zogeheten 'BroodfondsMakers' (zzp'ers die ondernemers begeleiden die een Broodfonds willen opzetten of die er al aan één deelnemen) ermee aan de weg.

Acht niveaus

Biba Schoenmaker is een van de eerste BroodfondsMakers en was betrokken bij de oprichting. Op zzpservicedesk.nl legt zij als volgt uit hoe het systeem werkt. "Per persoon kun je uit acht niveaus kiezen welk bedrag je maandelijks opzij wilt leggen. Dat hangt af van hoeveel je denkt nodig te hebben bij arbeidsongeschiktheid per maand. Je zet dat maandelijkse bedrag op je eigen broodfondsrekening. Per fonds is er een bestuur van drie mensen. Als iemand ziek is, geeft hij dat door aan zijn bestuur. Het bestuur stelt alle deelnemers in de groep op de hoogte van wie er ziek is. Bij ziekte krijg je een maandelijkse schenking van alle deelnemers tezamen. Dat bedrag is voldoende om je lasten mee te dekken. Op het moment dat je vertrekt uit het fonds of met pensioen gaat bijvoorbeeld, neem je het bedrag wat dan op je eigen rekening staat weer mee. "

Doorwerken

Als er meer ondernemers in een Broodfonds ziek zijn, dan wordt er meer geschonken. Maar het blijkt dat ondernemers in het algemeen minder vaak langdurig ziek zijn (gemiddeld 2 procent) dan werknemers en voor deelnemers aan een Broodfonds is dat percentage zelfs 1 procent. "Mensen zijn er erg bewust mee bezig. Je wilt zo lang mogelijk doorwerken. Ook speelt de gedachte dat je een Broodfonds met zijn allen beheert en daar geen misbruik van wilt maken. Het geld is van iedereen", legt Schoenmaker uit.

Niet te groot

Een voorwaarde voor succes is dat een Broodfonds niet te klein en niet te groot is (minimaal twintig en maximaal vijftig ondernemers). Schoenmaker: "Anders wordt het te groot en te anoniem. Alles draait namelijk om onderling vertrouwen. Er zijn geen controles als iemand ziek is bijvoorbeeld. Een Broodfonds is ook een sociaal netwerk. Die ga je niet zo snel bedotten. In tegenstelling tot een AOV: daar wordt veel sneller misbruik van gemaakt."
Tot slot en bijzonder goed om te weten: de maandelijkse stortingen zijn, anders dan de premie voor een AOV, niet aftrekbaar van de belasting. Daar staat tegenover dat de schenkingen belastingvrij zijn.