De panelen zijn aan het schuiven

Twee feiten:
1. De maatschappelijke kosten van verkeersongevallen worden geschat op 14 miljard euro (in 2015). Dit is ongeveer 2 procent van het bruto binnenlands product. De kosten per verkeersdode bedragen circa 2,9 miljoen euro en per ernstig verkeersgewonde circa 310.000 euro.

2. Het groeiend aantal files kost de maatschappij tot 3,7 miljard euro per jaar (in 2017).
Dus: de maatschappelijke kosten van verkeersongevallen zijn ongeveer vier keer zo hoog als die van de filedruk. En dat staat nog los van alle persoonlijke leed dat al die ongevallen tot gevolg heeft.

Tegen dit licht bezien is het te gek voor woorden dat dit land helemaal van de leg raakt als het weer eens vastloopt op de wegen, terwijl er vrij achteloos wordt heengestapt over het groeiend aantal verkeersslachtoffers. Het is goed dat de regering dit eindelijk ook inziet en van verkeersveiligheid een prioriteit heeft gemaakt. Welke maatregelen er uit de bus rollen is nog niet bekend, maar elke verbetering die leidt tot minder slachtoffers in het verkeer is welkom.

Het zal alleen een helse klus worden. Die conclusie kun je trekken uit het interview met prof. dr. Karel Brookhuis in dit blad. Brookhuis is hoogleraar aan de faculteit Gedrags & Maatschappijwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen en weet vanuit zijn professie alles over het gedrag van de mens en meer in het bijzonder van het gedrag van de mens in het verkeer. Brookhuis legt in het interview uit dat de toegenomen verkeersonveiligheid onder andere het gevolg is van een maatschappij die verandert (bijvoorbeeld: in 2007 kwam de smartphone op de markt en tegenwoordig is dat een van de grootste problemen voor de verkeersveiligheid) alsook van een maatschappij die steeds drukker wordt. En aan dat laatste is weinig te doen. Momenteel wonen we met iets meer dan 17 miljoen mensen in een klein landje en dat betekent dat we steeds vaker moeten schipperen met de ruimte. Dit heeft al geleid tot maatregelen zoals de snorfiets naar de rijbaan zoals in Amsterdam (en ongetwijfeld zullen er meer steden volgen) en er is een grote kans dat er meer van dit soort maatregelen zullen volgen. Niet voor niets pleit de Fietsersbond ervoor om de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom standaard 30 km/uur te maken. Dat kun je raar vinden en afdoen met 'Ach ja, die fietsersclub', maar het is wel degelijk een signaal dat we serieus moeten nemen. Net zoals het feit dat Veilig Verkeer Nederland streeft naar de herinvoering van het woonerf, het tegenwoordige erf.

Hoe dan ook: de panelen zijn aan het schuiven en dat zal ook ons vak veranderen. In welk opzicht valt lastig te zeggen, maar dat de rijinstructeur van 2028 zijn vak anders moet benaderen dan in 2018 ligt voor de hand. Reken daar maar op.