Petra Delsing en René Verstraeten beantwoorden een spervuur aan vragen.
Petra Delsing en René Verstraeten beantwoorden een spervuur aan vragen.

'Moeilijk lerende leerlingen moeten later examen doen'

Met rijschoolhouders die zich voor wat betreft een laag slagingspercentage verschuilen achter het feit dat ze veel probleemleerlingen opleiden, is de directie van het CBR eigenlijk wel klaar. "Als leerlingen niet klaar zijn voor het examen moet je ze niet sturen", zei commercieel directeur René Verstraeten. En zo hadden hij en algemeen directeur van het CBR Petra Delsing tijdens de recente ledenvergadering van de VRB nog een aantal heldere boodschappen.

Nodig de tweekoppige directie van het CBR uit, vraag aan rijschoolhouders vervolgens of ze vragen stellen en je weet dat succes verzekerd is. Er is namelijk geen rijschoolhouder die geen mening heeft over het CBR.
Dit was de setting van de ledenvergadering van de VRB op vrijdag 26 januari in Lexmond. Er was overigens één centrale vraag van de VRB-leden, of eigenlijk was het meer een smeekbede: 'CBR, zorg dat de branche afkomt van alle misstanden en rijschoolhouders die er bewust met de pet naar gooien.' Probleem is echter dat het CBR maar weinig mogelijkheden heeft om misstanden aan te pakken. Het CBR immers is een uitvoerend bestuursorgaan dat handelt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en dat trekt aan de touwtjes (op aangeven van de Tweede Kamer, want die heeft altijd het laatste woord).

Slagingspercentage

Over het fenomeen slagingspercentage is de directe van het CBR helder: "Het slagingspercentage is voor ons een belangrijk criterium", van Petra Delsing viel dan ook niet bij iedereen goed. "Het kan natuurlijk dat iemand langzaam leert", verhelderde ze. "Maar als dat zo is, dan heeft diegene dus meer lessen nodig. Wij willen goed opgeleide leerlingen en dan stijgt het slagingspercentage vanzelf", zei ze.

Minder dan 20 procent

Er zijn rijscholen met een slagingspercentage van minder dan 20 procent. Dat is het CBR een doorn in het oog, maar veranderen kan het CBR dat niet. "Wij hebben nu eenmaal te maken met een vrije markt en om die reden kunnen wij niemand weigeren."

Toestroom

Verstraeten stond in dit verband ook stil bij de toestroom aan rijschoolhouders de afgelopen jaren. "Toen ik zeven jaar geleden begon bij het CBR waren er 6.000 rijschoolhouders en nu zijn er 8.100 en daar zitten ondernemers bij die minder goed opgeleide leerlingen aanbieden. Wij krijgen uiteindelijk de resultaten daarvan op onze stoep en daarom vinden wij ook dat het beter wordt. Maar hoe ga je dat voor elkaar krijgen?"

Duitsland als voorbeeld

Een pasklaar antwoord op deze vraag heeft het CBR ook niet, maar er zijn wel oplossingen denkbaar en daarbij kijkt Verstraeten bijvoorbeeld naar Duitsland. "Daar werd de branche ook geconfronteerd met onwenselijke toestanden en die heeft het zelf opgepakt. In Duitsland word je niet zomaar instructeur en blijf je niet zomaar instructeur, net zomin als je er zomaar zelfstandig ondernemer wordt. Daar is geen organisatie aan te pas gekomen, dat heeft de branche zelf gedaan."

Anekdote

Op een vraag uit de zaal hoe het toch mogelijk is dat rijschoolhouders er twee nummers bij het CBR op nahouden, kwam Verstraeten met een anekdote die helder maakt dat het CBR hier wel alert op is. "Afgelopen jaar werden we geconfronteerd met iemand die gelest had in Amsterdam en die in Enschede B-examen wilde doen. Dat is vreemd, hoewel dat niet altijd het geval is, want met studenten komt dat wel vaker voor. Een van onze collega's was in elk geval alert en ontdekte dat de ID-papieren niet in orde waren: het bleek dat er een lookalike in het spel was. Dat is nou precies de reden waarom wij goed kijken naar onze procedures."

Website

Delsing memoreerde dat er recentelijk wel een belangrijke stap is gezet met de website waarmee je een goede rijschool kunt vinden. Deze is door het CBR in samenwerking met de brancheorganisaties opgezet en is een groot succes. "Ouders en leerlingen laten zich uitgebreid informeren over hoe je een goede rijschool vindt. Er zijn dan nog steeds mensen die een andere keus maken, dat mag, maar goede voorlichting is in elk geval een goed begin."

Tussentijdse toets

Verstraeten memoreerde nog eens het nut van de tussentijdse toets. "We zien gewoon dat het slagingspercentage van leerlingen die de tussentijdse toets hebben gedaan hoger is dan van leerlingen die dit niet hebben gedaan."

BNOR-locaties

Eén rijschoolhouder had een brandende vraag van een heel andere orde van grootte: hij vroeg zich af waarom alle BNOR-locaties zijn ondergebracht bij CBR-examenlocaties en hij wilde weten hoe dat besluit tot stand was gekomen. Verstraeten was hier helder over: "Een van de belangrijkste redenen om de BNOR bij het CBR binnen te halen in plaats van bij Van der Valk of iets dergelijks, is dat we steeds meer werden geconfronteerd met het feit dat de veiligheid van de medewerkers in het geding is en ten tweede hebben we een slechte ervaring met fraude door een van onze medewerkers en dat willen we natuurlijk niet. De locaties waar de BNOR nu zit zijn veilig, modern, goed bereikbaar en up-to-date."

Onderzoek ADHD

Tot slot had Delsing nog een nieuwtje: het CBR heeft onlangs de Rijksuniversiteit Groningen opdracht gegeven een uitgebreid onderzoek te doen naar ADHD, ADD en soortgelijke stoornissen. "Wij willen exact weten hoe het zit met deze stoornissen in relatie tot de verkeersveiligheid, want we hebben vragen. Dit onderzoek zal enige tijd in beslag nemen, maar als het afgerond is, hebben we data over hoe we hier in de toekomst beter mee om kunnen gaan."