Peter van Neck: 'De een voelt zich door BOVAG aangesproken en de ander door ons, zo werken die dingen. '
Peter van Neck: 'De een voelt zich door BOVAG aangesproken en de ander door ons, zo werken die dingen. '

'Voor wat wij doen krijgen we echt geen standbeeld'

Peter van Neck vindt het op zijn 69ste wel mooi geweest als voorzitter van de VRB. Vijf jaar was hij leidsman van de belangenorganisatie waarvan hij mede aan de wieg stond en waarvan hij na 26 januari, de datum dat hij afscheid neemt, wel weer in het bestuur zal zitten; dat dan weer wel. Het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan. "Onlangs kwam er en uitnodiging voorbij voor een bijeenkomst eind januari. Ik had laten weten dat ik beschikbaar was, maar ik ben dan helemaal geen voorzitter meer", lacht hij. "Macht der gewoonte." Tijd voor een soort afscheidsinterview.

Je zou het bijna vergeten, maar inmiddels bestaat de VRB al ruim acht jaar. De reden? "Om opleiders een stem te geven is in 2009 de Vereniging Rijschool Belang VRB opgericht", valt te lezen op de eigen (onlangs vernieuwde website). Natuurlijk hadden de opleiders al een stem, vooral bij BOVAG Rijscholen. "Zelf heb ik ook weleens overwogen om lid van BOVAG Rijscholen te worden, maar het is, vond en vind ik, te duur voor éénpitters", zegt Van Neck, die in zijn woonplaats Hoogvliet samen met zijn vrouw Yvonne rijschool Life runt.

'Jullie zijn niks'

Hij kijkt terug op de aanloop naar wat de VRB zou worden. "Het CBR wilde de oproepplaats Spijkenisse sluiten en verhuizen naar Barendrecht en daar kwamen wij tegen in het geweer. Maar omdat we geen vereniging of wat dan ook waren, wilde het CBR niet met ons praten. 'Jullie zijn niks' werd ons te verstaan gegeven. Toen heb ik samen met Yvette de Wit, die sinds een jaar in het bestuur van de VRB zit, samen het AD benaderd. Daardoor kwam die zaak in een stroomversnelling én we werden uitgenodigd door het CBR.

Veel onvrede

Er speelde trouwens veel meer dan alleen die voorgenomen sluiting. Er was gewoon veel onvrede onder rijschoolhouders, met name over een convenant dat BOVAG en FAM hadden afgesloten met het CBR. Tevens werd inmiddels overal in het land kritiek geuit op het vernieuwde rijexamen. Kringverenigingen zochten toenadering tot elkaar en uiteindelijk is hieruit de VRB ontstaan. Om gehoord te worden hebben we vrij snel de vereniging opgericht en was er grote animo uit het hele land. Massaal wilde men zich bij ons aansluiten en een stem hebben.

Niet enthousiast

Van Neck had al eerder ervaring opgedaan met een soortgelijke brancheorganisatie in de taxiwereld en zijn vrouw Yvonne was niet erg enthousiast over zijn plannen om zijn nek uit te steken. "Ik heb toen gezegd dat ik zou helpen met oprichten en na een jaar zou afhaken. En Yvonne wilde niet dat ik er ook maar één euro in zou steken. In het begin heb ik er inderdaad geen geld in gestoken. Maar gaandeweg de jaren heeft het me natuurlijk wel geld gekost. Bij de start waren er trouwens geen financiële middelen, maar omdat de regioverenigingen NAC en Berkel-Enschot collectief lid werden hadden we een startbudget."

Nergens welkom

Het zat de VRB in het begin niet mee, om het maar eufemistisch uit te drukken. "We waren eigenlijk nergens welkom. Het CBR stelde, en stelt nu nog steeds, om als volwaardig gesprekspartner te worden beschouwd, als eisen dat je een vereniging bent met een bepaald aantal betalende leden, landelijke dekking hebt, financieel gezond bent, en een jaarlijkse ledenvergadering houdt." En minimaal 3 jaar aan deze basiseisen voldoet.

Wanneer en hoe is dan het gevoel ontstaan dat jullie wél meetelden?
"Camiel Eurlings was toen minister van Verkeer en Waterstaat en wij hadden hem een paar mails gestuurd, maar hij reageerde nooit. Toenmalig secretaris en medeoprichter Willy van Summeren, Nico van Swam en ik zaten een keer in Den Haag bij een of ander debat. Na afloop praatten wij wat na, daar kwam de minister bij staan. Hij zei het helemaal geweldig te vinden wat wij deden. 'Dat kun je nu wel vinden, maar als wij een mail sturen, reageert er niemand' zeiden wij daarop. We kregen toen een ander mailadres waarmee we meteen contact hadden met Eurlings. Ik stuurde toen op een zondagavond vlak voor 12 uur een mail en tien minuten later hadden we antwoord. Wat hij beloofde had hij dus waargemaakt. En Eurlings heeft toen het CBR opgedragen dat het met ons moest praten."

Eerste vergadering

"Ik kan me de eerste vergadering met het CBR, FAM en de BOVAG trouwens nog goed herinneren. Voorzitter van BOVAG rijscholen Roger Keijbeck kwam woest binnen en riep 'Wij moeten met jullie praten, maar daar hebben we helemaal geen zin in en binnen een jaar zijn jullie verdwenen.' Met Keijbeck en toenmalig secretaris Frans Bastiaansen is het nooit goed gekomen. We waren tot elkaar veroordeeld, hou het daar maar op. Ze zagen ons echt als de vijand die leden bij hen zou wegkapen. Gelukkig zijn de verhoudingen nu totaal anders. De samenwerking met de FAM is met de komst van Ruud Rutten als voorzitter, erg prettig en we zijn daar dan ook vol lof over.

Waarschijnlijk hebben jullie vanuit de politiek ook regelmatig de vraag gekregen waarom de VRB is opgericht en waarom er drie brancheverenigingen zijn in deze wereld. Wat antwoord je dan?
"Met de wedervraag: 'Waarom zijn er zoveel politieke partijen?' De één voelt zich door BOVAG aangesproken en de ander door ons, zo werken die dingen. Dat klopt, de meeste leden van ons zijn kleine rijscholen. Maar er zitten ook grote bij waarvan een aantal lid is geweest bij BOVAG maar die voelden zich daar niet meer thuis. Ook die dingen gaan zoals ze gaan." En ook het omgekeerde zal wel aan de orde zijn. En we hebben ook leden die zowel bij ons als bij de FAM en/of BOVAG Rijscholen aangesloten zijn."

Hoeveel leden hebben jullie nu?
"We hebben er nu 578. Dat zijn er ruim zeshonderd geweest, maar we hebben te maken met een natuurlijk verloop door rijschoolhouders die bijvoorbeeld stoppen, iets anders gaan doen of met pensioen gaan. Wat zegt dat er alles bij elkaar nog geen duizend rijschoolhouders lid zijn van een branchevereniging? Dat deze branche razend moeilijk te organiseren is."

Inmiddels behoren ook jullie tot het establishment en de geschiedenis herhaalt zich: de LBKR zet zich nu tegen jullie af. Balen jullie daarvan?
"Nee, hoor, zo gaat dat nu eenmaal wanneer je als vereniging bepaalde standpunten inneemt waar niet iedereen het mee eens is. Ik heb vooral in het begin intensief contact gehad met de rijschoolhouders die achter de LBKR zitten en ik kan niet anders dan beamen dat het vervolgdocument dat ze hebben opgesteld goed in elkaar zit. De bestuursleden zijn ook stuk voor stuk rijschoolhouders die het beste voor hebben met de branche, daar is geen misverstand over. Maar de LBKR en haar voorganger Rijscholen in Verzet wil alleen maar dat de sanctie van de praktijkbegeleiding af zou gaan en ik heb uit gesprekken met de politieke woordvoerders en partijen die hiervoor benaderd worden en adviseren, de wetenschap dat dat bij de politiek geen haalbare kaart is. Dat gaat gewoon niet gebeuren. Dan kun je daar halsstarrig aan vasthouden, maar wij zijn liever realistisch. Om die reden stellen wij nu in ons aanbevelingendocument dat we ook uiteindelijk van de sanctie af willen, maar pas op het moment dat de branche zich dat kan veroorloven en alle rotte appels zijn verwijderd."

"En wat het gegeven betreft dat wij nu, zoals jij zegt, tot het establishment horen en intensief samenwerken met BOVAG rijscholen en de FAM: dat is ingegeven door een vraag vanuit de politiek en met name door Barbara Visser. Zij stelde dat, om de boel te prikkelen op een gegeven moment ook wij niet verder kwamen dan een verplichte VOG. Tijdens haar werkbezoek aan de FAM en de VRB in Venlo opperde zij: kom gezamenlijk met een aanbevelingendocument! Ruud Rutten (voorzitter van de FAM) en wij besloten toen dat wij samen zouden optrekken, dat we ons van niemand iets zouden aantrekken en dat BOVAG zich ook kon aansluiten. Daar is het uiteindelijk van gekomen."

Ben je helemaal tevreden met het Aanbevelingendocument?
"Ik zou ook graag de sanctie eraf willen, maar dat is op dit moment gewoon niet haalbaar. Maar hiermee leggen we een fundament voor een sterke en gezonde branche en dat is waar het om draait. "

Theo Vuijk heeft in zijn column meerdere keren geschreven dat het moet beginnen bij de wortels en dat zijn wat hem betreft de opleiders. Kun je daarin meegaan?
"Ja, helemaal. De basisopleiding is namelijk niet meer wat het was. Vroeger zat in de opleiding bijvoorbeeld een anti slipcursus, maar die is helaas verdwenen. Ik vind dat dat er weer in moet, maar ook het geven van een klassikale theorieles. En ik vind ook dat iedere instructeur moet weten wat hij moet doen als een auto te water raakt. En niet iedereen moet zomaar kunnen worden toegelaten tot de opleiding, dat is ook belangrijk. Er moet een drempel zijn." Vroeger werd je opgeleid om een goede, vakbekwame instructeur te worden, nu heb ik het idee dat je wordt klaargestoomd om de examens bij IBKI te halen!

In het Aanbevelingendocument is ook een passage gewijd aan de bijscholing. In de media heb jij meerdere keren laten weten dat je helemaal niet te spreken bent over de kwaliteit van de bijscholing. Verklaar je nader.
"Ik heb meer theoretische bijscholingscursussen gedaan dan dat ik nodig heb voor de verlenging van mijn WRM-bevoegdheid omdat ik de kwaliteit wilde ervaren. En ik heb nooit een cursus gehad waarvan ik echt dacht: 'Daar heb ik wat aan gehad.' Ik heb bijvoorbeeld drie cursussen 'Drugs, medicijnen en alcohol' in het verkeer gevolgd en bij geen van drieën is er aandacht besteed aan medicijnen. Dat is toch absurd, want juist daar wil ik iets van weten. Eén cursusleider zei gewoon dat hij daar zelf niets van wist. Dat kan toch niet. Ik heb ook meegemaakt dat een cursus die om half negen zou beginnen pas om tien uur begon omdat het lekker weer was. En vervolgens stopte die cursus ook nog een uur eerder. Er is helaas geen enkele controle op de inhoudelijke kwaliteit van die cursussen. Er wordt er een bedacht, binnen de CEC wordt de titel en beknopte omschrijving al dan niet goedgekeurd en vervolgens beoordeelt IBKI of de cursus toegevoegde waarde heeft en zo ja dan wordt de cursus aan de lijst toegevoegd en kijkt iemand er meer naar op. En heel bizar, mag iedere indiener daar zijn eigen invulling aan geven. Daar valt nog veel terrein te winnen."

Inmiddels hebben de brancheverenigingen wel al de eerste winst binnen: de VOG wordt een eis. Daar ben je vast blij mee?
"Absoluut. De nieuwe minister Cora van Nieuwenhuizen pakt door en daar is iedereen in de branche blij mee. Zij heeft in die paar maanden meer gedaan voor de branche dan haar voorgangster Schultz in een paar jaar. Ik hoop alleen dat één zwaluw geen zomer maakt."

Hoe hoop je dat de branche er over pakweg vijf jaar voor staat?
"Natuurlijk veel beter dan nu, maar over vijf jaar is wel kort hoor. In Duitsland is op 1 januari dit jaar nieuwe wetgeving van kracht geworden en daar hebben ze 17 jaar over gedaan, dus ik wil geen valse hoop koesteren."

Even terug naar je voorzitterschap: wat heeft jou dat zelf gebracht?
"Persoonlijk? Buiten de dierbare contacten met een paar mensen die het beste voor hebben met de branche niet veel. Ruud Rutten heeft wel eens gezegd dat we niet moeten verwachten dat we een standbeeld krijgen voor ons werk en hij heeft daar helemaal gelijk in. En wat je op Facebook soms over je heen krijgt, dat is echt ongelooflijk en ik heb er soms slapeloze nachten van gehad. Maar ik ben nu eenmaal iemand die, als ik A zeg, ook B zeg. Waarom ik dan A zeg? Ik denk dat het enthousiasme is."

"Eerlijk is eerlijk: Ik heb me ook wel eens afgevraagd waarom ik het allemaal doe. De afgelopen jaren heb ik vanwege deze functie soms slechts één week per jaar en soms helemaal geen vakantie gehad en dat is natuurlijk niet goed. Mijn vrouw is ook blij dat het erop zit en ikzelf waarschijnlijk ook. Dan heb ik tijd voor andere dingen. Ik heb een golfvaardigheidsbewijs waar ik nooit wat mee heb gedaan en dat moet ik maar eens oppikken. En ik denk erover om weer te gaan motorrijden. Hoe dan ook is na 26 januari mijn agenda een stuk leger dan dat die in jaren was. Ja, ik blijf wel lesgeven. Ik ben 69 en vorig jaar heb ik mijn WRM-bevoegdheid verlengd. Ik heb me afgevraagd of ik dat nog wel moest doen, maar ik vind lesgeven nog steeds leuk en hoop dat nog lang vol te houden. "

Afbeelding