Er zijn teveel clubjes
Iets minder clubjes is goed voor de branche
Allereerst wens ik u veel gezondheid, geluk en voorspoed in 2018. Vooral gezondheid, dat is het belangrijkst. En wat de branche betreft: het zou mooi zijn als dit jaar spijkers met koppen worden geslagen.
Wat dit betreft wil ik even een lans breken voor de brancheorganisaties. Uit ervaring weet ik dat het enorm veel tijd en inspanningen kost om voor elkaar te krijgen wat ze hebben gedaan. Gelukkig zijn er vakidioten die er veel tijd in steken om de branche verder te helpen. Dan doel ik natuurlijk op de bestuursleden van BOVAG, FAM en VRB en toch ook op die van de stichting LBKR. Onlangs las ik de inhoud van hun zogeheten Vervolgdocument en ik moet zeggen: dat zit best goed in elkaar. Ik had niet zo'n goed beeld van deze stichting, maar als dit de kwaliteit is die zij voorstaan, dan ben ik daar helemaal niet negatief over.
Natuurlijk staan er dingen in die niet haalbaar zijn, maar dat geldt ook voor het Aanbevelingendocument van de brancheverenigingen. Ik mis trouwens wel iets belangrijks in beide documenten en dat is niets wordt gezegd over een verplichting om iemands didactische vaardigheden te toetsen. Want dat is de essentie van ons vak: Dat een rijinstructeur in staat is de leerling op een goede, logische manier iets bij te brengen. Ik weet niet zo'n toets bestaat, maar zo ja: Direct invoeren. En zo nee: Direct ontwikkelen.
Maar even terug naar de LBKR. Ik vind het oprecht jammer dat deze stichting en de drie brancheverenigingen niet samenwerken. Er zullen best verschillen van inzicht zijn - de sanctie op de praktijkbegeleiding is de belangrijkste - maar als je de stukken goed leest, dan vallen die verschillen allemaal erg mee. Maar het gaat om de overeenkomst en die is dat ze alle vier het beste voor hebben met de branche. Daar gaat het om.
Ook om een andere reden zou het goed zijn dat de LBKR gaat samenwerken met de drie brancheorganisaties of nog liever: dat het in een van de drie opgaat. Het is namelijk niet goed dat er in een relatief kleine sector zoveel clubjes zijn. Er schuilt namelijk het risico in dat men tegen elkaar wordt uitgespeeld en dat wil niemand.