De keus voor een WRM-examentraject
Wellicht is het niet voor iedereen duidelijk dat in Nederland gekozen is voor een WRM-examentraject om te bepalen of iemand voldoet aan de WRM-eisen en -bepalingen.
Omdat er in Nederland vrijheid van onderwijs is en vrijheid van ondernemerschap hoog in het vaandel staat, zijn we niet gerechtigd om een dwingend traject te adviseren over het verplicht volgen van een opleiding tot rijinstructeur. Net zo goed als het voor leerlingen niet verplicht is om een rijopleiding te volgen. En vanuit die optiek is het document professionalisering van de branche geschreven.
Informatieuitwisseling met Duitse rijschoolbonden
Recentelijk vond in Kasteel Bloemendal in Vaals een informeel overleg plaats met de drie voorzitters van de BDFU Stuttgart – DVPi Frankfurt – het Bildungszentrum uit Tonisvorst en vertegenwoordigers van FAM-VRB-BOVAG rijscholen - CBR - IBKI en KNMV.
Omdat we in Nederland druk doende zijn om de branche te professionaliseren en in Duitsland op 1 januari 2018 de nieuwe Fahrlehrergesetz van kracht wordt, is het leerzaam om te ervaren hoe men door dit hele traject is gelopen. In 2011 had men zich als voornaamste doel gesteld: het reformeren van de rijschoolwet in 2017. Ook daar is heel wat water door de Rijn gevloeid voordat men deze klus geklaard had.
Anders dan in Nederland heeft men in Duitsland stevig ingezet op het positioneren van een verplichte opleiding tot rijinstructeur B-E, die in totaal 1000 scholingsuren voorschrijft met vier zware examenmomenten. En vervolgens nog aanvullende modules voor het geven van theorieles en het mogen voeren van een eigen rijschool.
Eenmaal rijinstructeur moet men ook in Duitsland per 4 jaar 3 theoriedelen volgen en voor elke aanvullende module nog een dag extra. Met als grote verschil dat wanneer je tussentijds ondermaats presteert, een oproep volgt om je te melden bij de TUV (het Duitse CBR).
(Zie ook de pagina's Actueel 4/5 in deze editie)