Nieuwe rijopleiding levert
betere verkeersdeelnemers op

Het door het Regionaal Mobiliteitsoverleg Noord-Limburg (RMO) in samenwerking met het Regionaal orgaan verkeersveiligheid Limburg (ROVL) geïnitieerde project met een nieuw soort rijopleiding met de naam Rijopleiding Op Maat, levert aantoonbaar jonge automobilisten op die veiliger rijden dan de gemiddelde 'rookie.' Ook de slagingskans is groter, terwijl de prijs niet hoger is.

Wat is de aanleiding om met dit project te beginnen?

In de leeftijdsgroep 18-25 jaar is het verkeer de grootste risicofactor voor een ernstig ongeval. Dat was - samen met het gegeven dat in Limburg 2014 het Jaar van de Jonge Automobilist was - de aanleiding om het project te starten. Hier hing een aantal acties aan vast, waarbij de uitdaging om in Limburg nul verkeersdoden per jaar te hebben ('Maak van de nul een punt' is het devies) de kapstok is. Hiervoor was er regelmatig overleg tussen de acht gemeenten die hierin samenwerken en onder andere de rijscholenbranche. Gaandeweg werd vastgesteld dat er behoefte is aan een nieuwe rijopleiding die op RIS-leest geschoeid zou zijn. "Wij vinden verkeersveiligheid namelijk heel belangrijk en juist voor de groep die relatief veel gevaar loopt, de groep verkeersdeelnemers tussen 18 en 25 jaar, deden wij weinig. De Rijopleiding op Maat is hiervoor een belangrijke tool", sprak Peter van Wijlick van het Regionaal Mobiliteitsoverleg Noord-Limburg (RMO) bij de presentatie van de ROM.

Wie doen er mee?

De ROM wordt breed gedragen, zo veel is zeker. Naast het RMO, ROVLen de rijscholen van Ruud Rutten en Wim Ummenthum is deze in samenwerking met Green Dino (leverancier van rijsimulators), adviesbureau Royal HaskoningDHV en het Cito tot stand gekomen. Het CBR heeft vanaf het begin als klankbord meegedacht bij de ontwikkeling van het project.

Wat is de reden waarom Wim Ummenthum en Ruud Rutten meedoen?

Wim Ummenthum, een gedreven rijschoolhouder uit Belfeld, en Ruud Rutten, eigenaar van Ruud Rutten Verkeersopleidingen in Venlo, alsook voorzitter van branchevereniging FAM, stonden maar wat graag aan de wieg van de ROM, aangezien zij elke kans op verbetering van de lesmethode aangrijpen. Rutten verwoordde bij de start van het project de interesse aldus: "Ik ben voorvechter van een rijopleiding waarbij iemand niet alleen wordt opgeleid om het CBR-examen te doen, maar waarmee een veilige automobilist wordt opgeleid." Goed te weten: alle instructeurs van Ruud Rutten zijn, evenals die van Autorijschool Wim Ummenthum, RIS-gecertificeerd.

Wat is er nieuw aan de ROM ten opzichte van een RIS-opleiding?

De ROM Is gebaseerd op de RIS-methode, maar heeft een aantal wezenlijk andere onderdelen. Bij aanvang van het project werden deze aldus benoemd:
- Bij aanvang doet elke leerling een internettest over hoe veilig en sociaal de leerling als fietser deelneemt aan het verkeer.
- Er is een opbouw in rijvaardigheid naar steeds moeilijker routes: van witte, via groene en blauwe, naar rode routes.
- Stapsgewijs wordt de leerling alle belangrijke onderdelen van het autorijden aangeleerd en in een voor de leerling logische volgorde.
- De vorderingen worden nauwgezet bijgehouden met behulp van de ontwikkelde Vorderingentest voor Rijbekwaamheid (VTR), waarbij na afloop van elke module de rijcoach de rijbekwaamheid beoordeelt en parallel daaraan de leerling zichzelf beoordeelt.
- Iedere kandidaat bouwt een portfolio op waarin de voortgang nauwkeurig wordt bijgehouden. Daarmee kan feitelijk worden aangetoond dat de kandidaat klaar is voor het examen en, nog belangrijker, klaar is om veilig de weg op te gaan.
- Er is een coachende manier van lesgeven die rekening houdt met de voortgang van de leerling en de manier waarop deze het beste leert.
- Er zijn vier opleidingsmodules, waarbij de leerling bouwstenen (zogenoemde scripts) voor veilig autorijden krijgt aangereikt. De ROM bestaat uit 34 scripts.
- Er is na het behalen van het rijbewijs een terugkomdag waarbij de ontwikkelde rijstijl wordt getest. Mogelijk is dan kennis weggezakt of zijn gewoontes ontwikkeld. Op basis hiervan wordt eventueel een passende praktijkrit aangeboden inclusief nabespreking van de sterke punten en de verbeterpunten.

Voortraject

Een aantal onderdelen springt hieruit. Allereerst het voortraject. De fietstest is hierbij een belangrijke bron van informatie. Rutten zegt daarover: "Daarmee kunnen we inschatten wat het kennisniveau van de leerling is. De kandidaat wordt onder andere getest in een intakerit. Op basis daarvan weten we precies welke lesmethode we moeten aanbieden. Ook worden voorafgaand aan de ROM twee onlinetests afgenomen die de ontwikkelde rijstijl in de rol van fietser meten. Daarmee krijgt de rijcoach een beeld van de ontwikkelde mentaliteit die de leerling in die verkeersrol heeft ontwikkeld.

Rijcoach

Na de intake volgen de rijlessen, waarbij de rijinstructeur- die rijcoach wordt genoemd - opleidt volgens een nauwgezet stappenplan zoals dat is samengesteld door adviesbureau Royal HaskoningDHV en Cito. Volgens deze methode leert de leerling autorijden in vier fasen en elke fase is gekoppeld aan een oplopende moeilijkheidsgraad in het verkeer. De eerste fase bijvoorbeeld is rijden in een verkeersluwe omgeving en als de leerling dit daadwerkelijk onder de knie heeft, gaat hij naar de volgende fase, enzovoort, tot en met fase 4. Na elke fase moet de leerling bewijzen dat hij het niveau aankan en van de rijcoach wordt verlangd dat hij de rijbekwaamheid systematisch via een aantal beoordelingsuitspraken beoordeelt en dat hij vervolgens doorvraagt. Erik Roelofs van Cito legde deze benadering als volgt uit: "Als je iemand vraagt wat 2x2 is en hij antwoordt 4, dan kun je stellen dat die persoon kan vermenigvuldigen. Maar je weet dan niet of hij alle tafels beheerst. Daar moet je over doorvragen en dat is een wezenlijk andere taak van de instructeur."

Rijcoach

Ook de leerling beoordeelt zichzelf na elke fase - gelijktijdig met de rijcoach - door het invullen van beoordelingsuitspraken vanuit zijn eigen gezichtspunt om zo vast te stellen of hij klaar denkt te zijn voor de volgende fase. Het kan zijn dat een instructeur en een leerling daarbij niet op één lijn te zitten, maar dat is juist een goede voedingsbodem voor een kritische uitwisseling tijdens een coachingsgesprek. Als de leerling op de beoordeling voldoet aan een minimumstreefniveau van rijbekwaamheid (3 op een schaal van 1 tot 4), wordt doorgeschakeld naar de volgende opleidingsfase.

Terugkomdag

Nieuw was bij aanvang ook de terugkomdag, waarin de rijbevoegde oud-leerling kan laten zien wat zijn sterke en zwakke punten zijn in de ontwikkelde rijstijl. Ter voorbereiding daarop vulden de deelnemers twee rijstijltests in, die als basis werden gebruikt voor de terugkomdag. Slechts een klein deel van de oud-leerlingen heeft die gevolgd. Dat de belangstelling tegenviel is jammer, maar in de praktijk is dat moeilijk gebleken. Eenmaal geslaagd, altijd geslaagd.

Het ging om een proef en dan is altijd de belangrijkste vraag: wat heeft dit opgeleverd?

Het antwoord laat zich het beste vatten in een aantal cijfers en statistieken. Een aantal daarvan wordt weergegeven in de grafieken op deze pagina's, die zijn gebaseerd op de volgende feiten:
- 132 leerlingen zijn gestart met de ROM, van wie 112 een vragenlijst hebben ingevuld. Ter vergelijking worden de resultaten van deze 112 afgezet tegen een referentiegroep van 384 personen die volgens een gewone opleiding bij een van de deelnemende rijscholen zijn geslaagd voor het rijbewijs.
- De duur van de opleiding van de ROM-groep is gemiddeld 31,43 weken met 40,29 rijlessen gemiddeld. Die van de gewone groep is 40,29 weken met gemiddeld 43,82 lessen. De ROM-groep was dus gemiddeld een stuk sneller klaar.
- Een rijles van de ROM-groep duurde gemiddeld 87,27 minuten en van de gewone groep 75,53 minuten. De ROM-groep had dus intensiever les.
- De ROM-groep was gemiddeld evenveel geld kwijt als de andere groep, namelijk 2523 euro (de gewone groep was gemiddeld één euro goedkoper uit, maar die schenken we ze).
- Elke leerling wil zo snel mogelijk slagen. Welnu, de ROM-leerling beschikt sneller over het roze plastic dan de andere groep, want de ROM-kandidaat slaagde na gemiddeld 1,23 keer en de gewone kandidaat na 1,93 keer. Dit is een groot verschil.
- De ROM-kandidaten hebben na een half jaar gemiddeld iets minder kilometers gereden (6236 om 7260), en hebben omgerekend per miljoen gereden kilometers minder zogenoemde 'actieve aanrijdingen' (11 om 73 per miljoen kilometers). Ook overschrijden leerlingen van gewone rijopleidingen de maximumsnelheden vaker dan ROM-leerlingen.
- De ROM-groep rijdt dus opvallend veiliger. Op 30 km-wegen zijn de verschillen verwaarloosbaar, maar de winst zit vooral op 80 km-wegen. Vooral als het druk is en bij regen zijn de ROM-leerlingen eerder geneigd de snelheid aan te passen om veilig te blijven rijden.
- Op bijna alle bevraagde onderdelen beoordeelt de ROM-kandidaat de wijze van lesgeven beter dan de referentiegroep. Uitschieters zijn dat de ROM-kandidaat veel meer geneigd is thuis te leren, dat zij of hij heeft ervaren dat er meer gelegenheid is om te oefenen en ook het feit dat de sterke en zwakke kanten van de kandidaat helder worden benoemd, wordt hooggewaardeerd. ROM-leerlingen nemen ten slotte actiever en meer zelfkritisch deel aan de rijopleiding.

Hoe nu verder met de ROM?

Het is alles bij elkaar helder dat de ROM-opleiding een betere opleiding is én betere automobilisten oplevert, terwijl de prijs niet hoger is. Peter van Wijlick vanuit het RMO Noord-Limburg maar ook het ROVL, is hier helder over: het is nu aan de branche. "Wij hebben dit project geïnitieerd omdat iedere verkeersdode die we kunnen voorkomen pure winst is. Het tweede doel is dat we een bijdrage willen leveren aan een betere rijopleiding en ook daar zijn we in geslaagd. Op een aantal punten kun je dit zelfs een doorbraak noemen, dat meen ik oprecht. Daarmee zijn wij klaar en wij gaan hier in de regio geen vervolg aan geven, het is nu aan de markt." Het zou heel erg mooi zijn als er een landelijk vervolg komt in de vorm van een grotere praktijkproef waarin de ontwikkelde tools doorontwikkeld en getest worden. En dat aanbieders van leermiddelen de ontwikkelde rijopleiding gaan opnemen in hun aanbod. Bewezen beter en niet duurder, dat zou tot interesse moeten leiden!

Aanbieden

Ruud Rutten en Wim Ummenthum blijven de ROM aanbieden aan hun leerlingen. Rutten zegt: "Hiermee blijkt de opleider op een aantoonbaar hoger niveau les te geven en deze methode hebben wij ons nu eigen gemaakt en is voor iedereen. Een instructeur geeft immers les op een bepaald niveau en hij gaat niet op een lager niveau lesgeven als een leerling geen ROM-opleiding wil. Waarbij ik opmerk dat de meeste leerlingen dit wel willen."

Handen en voeten

In een breder verband geldt dat elke rijschool in principe gebruik kan maken van de methode. "Het zou heel mooi zijn als we dit landelijk kunnen uitrollen en daar wil ik graag mijn steentje aan bijdragen. Rijschoolhouders die interesse hebben, kunnen zich bij mij melden en dan gaan we kijken hoe dit verder handen en voeten te geven."

CBR

Tot slot en niet onbelangrijk: het CBR heeft het project vanaf het begin met grote belangstelling gevolgd en gaat onderzoeken of en hoe men gebruik van de resultaten kan maken.