Afbeelding

Kennisniveau chauffeurs
voorrangsvoertuigen prima

Chauffeurs van hulpverleningsvoertuigen die zich met optische en geluidssignalen door het verkeer begeven, kunnen elke seconde worden verrast door capriolen van weggebruikers die vaak niet weten wat ze moeten doen.

In 2014 vonden er volgens gegevens van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) 76 ongevallen met voorrangsvoertuigen plaats, en in 2014 en 2015 waren er in totaal 107 van dit soort ongevallen. Bij 47 ongevallen waren ambulances betrokken, bij 41 ongevallen politievoertuigen en bij 19 ongevallen brandweervoertuigen. De ongevallen leidden tot 1 dodelijk slachtoffer en 80 gewonden, waarvan 44 hulpverleners en 37 andere weggebruikers.

Binnen de bebouwde kom

Bijna een derde van de ongevallen gebeurde binnen de bebouwde kom op kruispunten met verkeerslichten, waarbij de voorrangsvoertuigbestuurder door rood licht reed, terwijl de andere weggebruiker groen licht had. Wel is het aantal ongevallen van dit type gedaald ten opzichte van de periode 2010-2013.

Kennisniveau

Met het kennisniveau van chauffeurs van voorrangsvoertuigen is het overigens prima gesteld, zo leert recent onderzoek van het IFV. Gemiddeld scoren zij, op een schaal van 1 tot 10, een 7,8 op de kennisvragenlijst. Van de ruim drieduizend chauffeurs die de kennisvragenlijst invulden, behaalde 97 procent van de deelnemers een voldoende. Ruim de helft van de chauffeurs scoort zelfs een 8 of hoger. De hoogste gemiddelde scores worden gehaald bij de thema's 'gedrag overige weggebruikers' (8,8), 'brancherichtlijn' (8,4) en 'wet- en regelgeving' (8,1).
Op de thema's 'juridische aspecten' en 'gedrag voorrangsvoertuigbestuurder' scoren ze weliswaar een voldoende (beide 6,6), maar wel het laagst van alle thema's. Vragen die minder vaak juist zijn beantwoord zijn met name vragen over de snelheid op de vluchtstrook, de locatie op de snelweg bij file, het opvolgen van aanwijzingen van een verkeersregelaar, het aangemerkt worden als verdachte na een ongeval en de mogelijkheid om vervolgd te worden als men zich wel aan de brancherichtlijn heeft gehouden. De gewijzigde brancherichtlijnen met versimpelde regels met betrekking tot het gebruikmaken van de vluchtstrook kunnen het voor voorrangsvoertuigbestuurders in de toekomst eenvoudiger maken om de wettelijk toegestane snelheid op de vluchtstrook toe te passen.
(Bron: De vakbekwaamheid van voorrangsvoetuigbestuurders, IFV)

Hulpverleningsvoertuigen

Overigens, en dat weet lang niet iedereen: er zijn veel meer hulpverleningsvoertuigen dan ambulances, brandweerwagens en auto's en motoren van de politie. Dit zijn ze: door het Rode Kruis aangewezen onderdelen van Noodhulp Nationaal, de Stichting Sanquin voor een spoedtransport van bloed of bloedproducten, ProRail voor de inzet van hulpverleningsvoertuigen ten behoeve van ongevallen op het spoor, de operationele onderdelen van het Instituut Fysieke Veiligheid, het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum van het ministerie van Justitie en Veiligheid, de Stafafdeling Beveiliging, Bewaking & Vervoer van de Arrondissementale Stafdienst Amsterdam, de Milieudienst Zuid-Holland Zuid, de DCMR Milieudienst Rijnmond, de divisie Rotterdam Port Authority van Havenbedrijf Rotterdam N.V. ten behoeve van het gebruik van uitrukwagens, de door de minister van Justitie en Veiligheid aangewezen functionarissen van de Landelijke Vervoersdienst Justitie of de Landelijke Bijzondere Bijstandsverlening van de Dienst Justitiële Inrichtingen, het door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen orgaancentrum ten behoeve van orgaandonatie, de door de Koninklijke Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen aangewezen reddingsbrigades, de Koninklijke Marechaussee, alsmede andere door de minister van Defensie aangewezen bijstandseenheden, de militair geneeskundige dienst, de Dienst Bedrijfsbeveiliging van TATA Steel IJmuiden B.V. in Velsen-Noord, de hoofdofficier van het landelijk parket van het Openbaar Ministerie, het Nederlands Forensisch Instituut, de milieuongevallendienst, de radiologische dienst straling, de explosievenopruimingsdiensten van het ministerie van Defensie, de brandweerdiensten van het ministerie van Defensie, het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid ten behoeve van het verrichten van metingen bij stralingsincidenten, het Advies en Assistentieteam en de Detectie, Identificatie en Monitoring groep van de Chemische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) Responscapaciteit, de bedrijfsbrandweer van de luchthaven Schiphol en de weginspecteurs en officieren van dienst van Rijkswaterstaat.