Oprijzicht en stopzicht

Oprijzicht duidt op de afstand waarover men stilstaand of nagenoeg stilstaand vanaf de zijweg vijf meter voor het kruisingsvlak de weg moet kunnen overzien. Deze afstand is nodig om over te steken zonder het verkeer op de kruisende weg te hinderen.
Stopzicht is de afstand waarover de weg vrij is en te overzien om het voertuig veilig tot stilstand te brengen. Het is de afstand waarover een bestuurder de weg moet kunnen overzien om een eventueel obstakel te herkennen zodat er tijdig kan worden gestopt.
De meeste ongevallen op kruispunten houden verband met zien en gezien worden. Botsingen met kruisend verkeer leveren meestal forse flankaanrijdingen op. Bijzonder gevaarlijk, want in tegenstelling tot de voor- en achterzijde zitten er aan de zijkanten van voertuigen geen kreukelzones. Als een aanrijding ontstaat door belemmerd zicht spreken we van een afdekongeval. Als het uitzicht op verkeer dat u voor moet laten gaan door visuele obstakels wordt belemmerd, loopt u enorm risico op een afdekongeval. Ga voor zekerheid en veiligheid, dus niet aannemen maar waarnemen.


Obstakels en dynamisch gedrag

Risico's in het verkeer vallen grofweg uiteen in een risico door de wegomgeving en een gedragsrisico. Glasbakken op de straathoek, bushaltehokjes langs de weg, een slingerende weg met versmallingen of half op de stoep geparkeerde auto's zijn voorbeelden van risico's met betrekking tot de wegomgeving.
Het zijn visuele obstakels die het zicht belemmeren.
Gedragsrisico's houden verband met de positie en de reacties van ander verkeer. Andere weggebruikers kunnen vreemd gedrag vertonen of fouten maken in het verkeer. Dat gevaar moet tijdig worden onderkend.