Ben ik nou gek?

Dinsdagochtend vijf voor elf. Achter het stuur de laatste leerling voor mijn middagpauze. We zijn in Utrecht Uithof omdat Sanne, de vorige leerling, daarheen moet, maar liever mijd ik dat gebied. Omdat we nog afspraken moeten vastleggen en parkeren lastig is, rijden we een volgens mij verboden parkeerterrein op, al blijkt dat nergens uit. Voor de zekerheid rijden we helemaal naar het einde waar we ons in een smalle ruimte tussen twee andere auto's weten te persen. Zo hinderen we niemand en vallen we ook niet zo op. Achter ons rijdt een vrachtauto het terrein op. Nadat de afspraken zijn gemaakt stapt Suzanne om tien over elf uit. Sanne wurmt zich tussen de auto's vandaan en we willen het parkeerterrein verlaten, maar een vrachtauto blokkeert de uitgang.
Hij staat er pardoes voor terwijl hij gemakkelijk langs de struiken aan de rechterkant, waar nog ruimte is, had kunnen staan.

We stellen ons op achter een gemeentevoertuig dat daar met draaiende motor staat te wachten. Achter ons staat intussen een pakketbezorger, eveneens met draaiende motor, maar de bestuurder zet de motor af en stapt uit. Hij draagt een heleboel pakketjes, dus kennelijk heeft hij besloten om die maar lopend weg te brengen. Om 12.20 vraag ik de gemeentejongens of zij toevallig weten waar de vrachtautochauffeur is. Nee, dat weten zij niet. "Wij staan hier ook al een poos", zeggen ze.

Om half een krijgen Sanne en ik het op onze heupen. Haar rijles gaat zo in rook op en hetzelfde geldt straks voor mijn lunchpauze. Ik wil net de politie bellen als er iemand met een sigaret half uit zijn mond op zijn gemak komt aanlopen. Het blijkt de vrachtautochauffeur te zijn.

Ik stap meteen uit om hem eens even vertellen wat ik van zijn hinderlijke actie vind, maar die kans krijg ik niet eens, want hij roept al: "Effe dimmen hè, anders rij ik die klotelesauto van je helemaal aan gort!" "Nou ja zeg!", is mijn reactie, waar ik nog iets aan wil toevoegen, maar dat slik ik in als de man met gebalde vuisten enkele passen naar voren doet terwijl hij daar aan toevoegt: "En die grote bek van jou d'r bij als je niet opsodemietert!" Ik druip af en voel me een lafaard. De gemeentejongens houden zich gedeisd.

Een dag later, 10.00 uur. We staan in een smalle straat in Utrecht geparkeerd. De leerling stapt in en voordat hij wegrijdt laat hij een vrachtauto voorgaan. We rijden erachteraan maar vijftig meter verderop gaan de alarmlichten aan. De chauffeur stapt uit, keurt ons geen blik waardig, loopt rechtsaf een zijstraat in en verdwijnt volledig uit beeld. We kunnen op deze eenrichtingsweg niet voor- of achteruit. Om 10.15 uur duikt hij weer op. Ik wil er iets van zeggen, maar doe het maar niet. Want wat voegt het toe, denk ik bij mezelf.

Donderdag, 15.10 uur, Utrecht Carnegiedreef, een bochtige weg met een smalle eenrichtingsrijbaan. Voor onze lesauto rijdt een Golf met irritant wisselende snelheden. Dat komt omdat de inzittenden 'in gesprek' zijn met iemand op een scooter op het naastgelegen fietspad. Dan stopt de Golf. Bestuurder en passagier lopen naar het fietspad waar ze de conversatie voortzetten. Achter ons hoopt het verkeer zich op als er op de andere rijbaan toevallig nét een politieauto rijdt. Mooi! denk ik. Helaas rijdt die door, kennelijk scannen ze niet goed... Gelukkig kunnen we binnen vijf minuten alweer verder. Maar toch… Het lijkt erop dat alleen examenkandidaten zich tegenwoordig aan de regels moeten houden.
Want de rest lijkt zich daar niets van aan te trekken.
Of ben ik nou gek?