Afbeelding
Foto:

Van rijinstructeur naar rijcoach, oude wijn in nieuwe zakken?

Harm Barteling loopt als onderwijsdeskundige al heel wat jaren mee in de branche. Op zijn verzoek schreef hij een gastcolumn, waarmee hij hoopt een discussie aan te zwengelen over een nieuwe manier van lesgeven aan jonge mensen. Vooraf en goed om te weten: Barteling is volledig onafhankelijk en heeft geen enkele connectie met leveranciers van welke rijsimulator dan ook. Het toeval wil trouwens dat Theo Vuyk op hetzelfde moment zijn column wijdt aan de rijsimulator en de discussie alvast is begonnen: hij vindt het helemaal niks.

Jonge automobilisten (18-30 jaar) zijn naar verhouding vaker bij een dodelijk ongeval betrokken dan de categorie tussen de 30 en 59 jaar. Per afgelegde afstand is dit ongevalsrisico van jonge automobilisten ruim vijf keer zo hoog als van automobilisten tussen de 30 en 59 jaar. Het risico van jonge mannen is zelfs tien keer zo hoog.

Maatregelen
In 2005 werd in EU-verband besloten om maatregelen te nemen om deze ongevalsbetrokkenheid in 2010 met de helft te reduceren. Nederland was ook bij dit zogenaamde Merit-overleg betrokken in de persoon van drs. J. Vissers, toen nog van Traffic Test. Recentelijk in 2017 wordt er vanuit een Duitse deelstaat succes gemeld. Na de invoering van 'begeleid rijden' voor jonge rijbewijsbezitters, zou de ongevalsbetrokkenheid met 20 procent zijn gedaald. Conclusie van een enthousiaste Duitse politicus: "We moeten jongeren nóg vroeger laten starten met het rijbewijs, met aansluitend begeleid rijden. 16 jaar wordt genoemd, net als in de VS. In deze benadering gaat men ervan uit dat gebrek aan ervaring dé oorzaak is van de grote ongevalsbetrokkenheid. De remedie ligt dan voor de hand: ervaring opdoen in een begeleidrijdensetting en vlieguren maken onder toezicht van een ervaren chauffeur.

Begeleid rijden
Op basis van de SWOV-evaluatie van het experimentele 2toDrive-project in 2015 verklaart de minister het Nederlandse experiment Begeleid rijden geslaagd en heeft 2toDrive een definitieve status gekregen. Eind oktober 2017 kunnen we een gecorrigeerde evaluatie van de cijfers van SWOV tegemoet zien.

Meer verkeersslachtoffers
In de factsheet van de SWOV 'Verkeersdoden in Nederland' van 2 mei 2017 staat dat het aantal verkeersdoden in Nederland sinds lange tijd weer stijgende is. Van 570 in 2014 naar 621 in 2015 en een waarneembare toename in 2016. Afgemeten naar de bevolkingsomvang vallen er naar verhouding veel doden in het verkeer onder jongeren en jongvolwassenen (15-29 jaar) en ouderen (65+).
Minder goed nieuws dus, waarbij SWOV erop wijst dat de toename van het aantal slachtoffers niet zonder meer toegeschreven mag worden aan het rijgedrag van de genoemde groepen. Daar zal nader onderzoek naar moeten worden gedaan. Een terechte terughoudendheid. Daarnaast hoort men in toenemende mate ongerustheid over het gebruik van de mobiele telefoon tijdens het rijden. In hoeverre is dat gedrag mede verantwoordelijk voor de ongunstige cijfers?

Niet gerealiseerd
Elk procent minder slachtoffers is belangrijk, maar de ambitieuze doelstellingen van Merit en het EU Hermes project (= coaching training for driving teachers 2007) zijn in elk geval nog lang niet gerealiseerd. Integendeel. In de Nederlandse situatie hebben we te maken met toenemende verkeersonveiligheid, stellen we hierboven al.

Geloofsbelijdenis
In Nederland is de zogeheten GDE-matrix omarmd en het CBR heeft het als een soort van geloofsbelijdenis richtinggevend laten zijn voor het indertijd vernieuwde categorie B-examen (2009). Er zijn drie factoren waarmee men de rijinstructie kan verbeteren volgens de lijn Merit - Hermes - GDE:
- Minder nadruk op het aanleren van technische vaardigheden (lager niveau van de matrix);
- meer aandacht voor het aanleren van hogere-ordevaardigheden zoals inzicht, gevaarherkenning en zelfreflectie (hogere niveaus van de matrix);
- een verschuiving van traditionele instructiemethoden (practice and drill) naar coaching van leerlingen.

Kritiek
Een eerste punt van kritiek betreft de keuzes voor de zogenaamde 'hogere-ordevaardigheden'. Hiermee bedoelt men gevaarherkenning en afstemming van het risico op hun eigen kunnen, zelfreflectie en dergelijke zoals beschreven in de GDE-matrix en aldaar benoemd als 'essentiële elementen' van de rij-opleiding. Dat is een hele opgave voor adolescenten, waarvan het brein nog steeds in ontwikkeling is en juist die hersencentra die er voor nodig zijn, zijn nog niet geheel gerijpt. Op zich is er niets mis met deze doelstellingen, maar de leerlingen zullen voorlopig hun gehele 'mentale ruimte' hard nodig hebben voor het verwerven en automatiseren van de voertuigbediening en de beheersing van verkeerssituaties: het klassieke curriculum dus.

Tweede punt
Een tweede punt van kritiek betreft de beoogde verschuiving van de bekende instructiemethoden naar coaching. De benaming coaching is inmiddels een containerbegrip. Ieder definieert het naar believen en de invulling van de taak van de instructeur wordt er niet helderder door.

Met geblindeerde ramen
De vernieuwingstrein is in het begin van het millennium op de rails gezet, maar wel met geblindeerde ramen. Inmiddels zijn er namelijk baanbrekende onderzoeken gedaan op het gebied van het menselijk brein en zijn de uitkomsten opgepakt door de neuropsychologie. Niet te verwarren met de volgelingen van het zogenaamd Neuro Linguïstisch Programmeren, kortweg NLP genoemd, een benadering die een wetenschappelijke basis ontbeert, maar wel als officiële theoretische bijscholingscursus door IBKI is geaccepteerd.

Breinleren
In Nederland is de hoogleraar J. Jolles, specialist op het gebied van het zogenaamde breinleren, dat sinds een jaar of 15 belangrijke empirische kennis verschaft over het 'hoe van het leren' door het actieve brein rechtstreeks te bestuderen. Dit in tegenstelling tot de traditionele psychologische scholen, die het menselijk (waarneembare) gedrag bestudeerden en interpreteerden.
Belangrijke inzichten van deze jonge wetenschap die relevant zijn voor de rijinstructie vinden we in het volgende citaat (Bron: Prof. Jelle Jolles: 'Brein en leren - activerend opleiden'): "Docenten van een beroepsopleiding verwachten dikwijls dat de studenten, onze doelgroep van 17- tot 24-jarigen, zelfstandig, enthousiast en intrinsiek gemotiveerd zijn en dat zij in staat zijn hun eigen leerproces te kunnen plannen. Daarbij denken ze dat de studenten kritisch kunnen denken, analytisch ingesteld zijn en een goed ontwikkeld reflecterend vermogen hebben. De hersenen van een adolescent zijn echter nog niet volgroeid en dat maakt dat een adolescent:
- nog geen helikopterview heeft;
- zich meer laat leiden door emotie dan ratio;
- extra gevoelig is voor beloning op korte termijn;
- moeilijk kan inschatten wanneer hij hulp nodig heeft;
- zich nog moet ontwikkelen ten aanzien van reflectie en ethisch bewustzijn;
- een lage impulscontrole heeft;
- behoefte heeft aan rolmodellen en voorbeelden.

Nieuwe inzichten
Deze (nieuwe) inzichten, verkregen door bestudering met fMRI-technieken van het actieve brein, zijn moeilijk te verenigen met de zogenaamde hogerevaardighedendoelen van de GDE-matrix, zoals boven kort aangeduid. Het is gebleken, met betrekking tot de hierboven geciteerde aandachtspunten, dat de delen van het brein waar deze functies zetelen, pas rond het 24ste levensjaar zijn uitgerijpt. Daar zullen we rekening mee moeten houden, ook in de rijopleiding. Helaas is de kennis van de ontwikkelingen op het gebied van deze jonge tak van de ontwikkelingspsychologie nog weinig bekend in onderwijskringen. Er moet daar een inhaalslag worden gemaakt. Kennismaking ermee heeft een hoge urgentie, zeker ook voor de rij-opleiding. Een voor de hand liggende mogelijkheid daarvoor wordt geboden door de verplichte bijscholing.

De rijsimulator en breinleren
Naast de nieuwe inzichten die het breinleren ons verschaft, is er in de vorm van de simulatorprogramma's van Green Dino al meer dan 10 jaar een leermiddel beschikbaar dat wetenschappelijk is getoetst en beproefd op de leereffecten. Deze zijn als hoogwaardig te kwalificeren (Zie voor de wetenschappelijke onderbouwing van de resultaten enkele artikelen die eerder in Rij-instructie verschenen -red.). Indertijd is de basistraining uitgebreid met de kijkregistratie en een praktisch gevaarherkenningsprogramma, dat in grote lijnen gebaseerd is op de methode Vlakveld van SWOV. Gevaarherkenning lijkt men in de praktijk geleidelijk te leren doordat men in gevaarlijke situaties belandt en daarvan schrikt. Er zijn diverse manieren bedacht om gevaarherkenning op effectieve wijze te trainen. Er zijn diverse effectieve computertrainingen, simulatortrainingen en praktijktrainingen ontwikkeld. Vaak is echter nog niet nagegaan of de geleerde vaardigheden beklijven en of er sprake is van transfer naar de praktijk. (Bron: 'Trainen van Gevaarherkenning' - SWOV, Den Haag, september 2014).

Veel moeite
Waarom kost het zo veel moeite deze virtuele trainingswijze op grotere schaal een plaats te geven in de rij-opleiding en daarmee de verkeersveiligheid (van jonge mensen) een dienst te bewijzen? Waarom is de simulator voor de rij-opleiding zo interessant? Volgens de neuropschycholoog Jolles is leren een gedragsverandering die ontstaat door voldoende oefening. Voor voldoende oefening bij het leren autorijden moeten we denken aan 40 tot 60 oefensessies waarin de belangrijkste gedragingen consequent en intensief herhaald en geoefend moeten worden. Om het uitdagend te houden en de hersens blijvend tot leren te prikkelen, is het nodig dat oefeningen in steeds wisselende context aangeboden worden. Dan pas worden er voldoende sterke neurale netwerken met krachtige onderlinge verbindingen gevormd, die het geleerde doen beklijven. Zo niet, dan verdwijnt het geleerde weer. Jolles: "Oefenen is nog geen leren; alleen bij voldoende oefenen vindt leren plaats." Dit kan in de klassieke setting met de lesauto, alleen al om financiële redenen, niet. Voor de simulator zijn wel sterke en uitdagende oefenprogramma's nodig.

Hogere-ordevaardigheden en serious gaming
Wat ligt er meer voor de hand dan in een voor de doelgroep uitdagende setting van serious gaming: een manier van leren aanbieden die aansluit bij de belangstelling van de doelgroep, die met gamen groot is geworden ("The main purpose of serious games is education and training. Within education, there are many different subtypes, e.g. drill and practice games on one end and so-called 'epistemic games' that help players learn to think like professionals on the other." - Edutech Wiki).

Zeker als er beloningsmogelijkheden in het vooruitzicht worden gesteld tot het behalen van deelcertificaten, zoals: veilig rijden, kijkregistratie, gevaarherkenning en vermijding, milieuvriendelijk rijden en competities bijvoorbeeld. Deelcertificaten die je nodig hebt om toegang te krijgen tot de praktische rijlessen in de echte auto. We leven in een digitaal tijdperk waarin leren op andere manieren kan plaatsvinden dan in de tijd van de eerste automobiel.

Moet de simulator de lesauto vervangen?
In mijn optiek blijft de lesauto een centrale rol vervullen ten dienste van transitie van simulator naar de werkelijke verkeersdeelname en het oefenen van bijzondere verrichtingen. De rijsimulator kan bijvoorbeeld nog niet inparkeren, alhoewel de inzet van virtual reality goede mogelijkheden biedt. En de simulator kan ten dienste staan van examentraining met betrekking tot het rijden van routes en het aan de orde stellen van hogere vaardigheden, die al wel toegankelijk zijn voor de leerling.

De virtuele coach
In Groot-Brittannië kunnen geslaagde leerlingen, geheel vrijwillig, door de verzekeringsmaatschappij een zogenaamde blackbox laten inbouwen, die gedurende een jaar hun rijgedrag op een aantal aspecten, waaronder een rijverbod 's nachts, registreert. Via een app krijgt de jeugdige chauffeur steeds feedback. Papa en mama mogen de app ook downloaden. Big brother kijkt mee, maar als je na een jaar netjes in het groen hebt gereden, gaat die voor jongeren zeer hoge verzekeringspremie met 25 procent of meer omlaag. In Groot-Brittannië is de individuele chauffeur en niet het voertuig verzekerd. Deze praktijk staat geheel haaks op de GDE-benadering, die weliswaar dezelfde doelen nastreeft, maar denkt dit met coaching te kunnen bereiken. Enkele jonge gebruikers die ik gesproken heb, rapporteerden een sterk leereffect te hebben ondergaan door de voortdurende feedback gedurende langere tijd op hun rijgedrag. Correct rijden werd na enige tijd een automatisme. Met betrekking tot haalbaarheid en wenselijkheid van dergelijke virtuele hulpmiddelen zou er in groter verband discussie over moeten plaatsvinden.

Voortschrijdende inzichten vanuit het breinonderzoek
In haar recente en toegankelijke publicatie 'Het riskante brein', geeft Barbara Braams op duidelijke wijze te verstaan waar we op moeten letten als het om risicogedrag bij jongeren gaat. Risicogedrag is inherent aan het 'vol-wassen' worden, in de letterlijke betekenis van het woord dus, van het brein. Het wordt verklaard uit de discrepantie tussen het emotionele systeem, dat verder ontwikkeld is, en het cognitieve systeem, waardoor adolescenten (nog) minder goed in staat zijn om de drang tot het nemen van risico's af te remmen en te reguleren. Bij het ouder worden, worden de meesten vanzelf beter in het kunnen stoppen van impulsief gedrag.
Daarvoor moet er een evenwicht zijn bereikt in de ontwikkeling van het emotionele en cognitieve systeem, die met elkaar verbonden zijn. We zouden processen mogelijk kunnen versnellen of bevorderen door het inzetten van serious gaming bijvoorbeeld, met het doel de leerling te trainen op het waarnemen en vermijden en/of stoppen van gevaarlijk en/of agressief rijgedrag. Met de ons ter beschikking staande middelen, alsmede nieuwe kennis en inzichten, openen zich beloftevolle nieuwe mogelijkheden, die bij kunnen dragen aan het verminderen van de ongevalsbetrokkenheid van met name jeugdige automobilisten.

Ik sluit af met een stelling waarvan ik hoop dat die prikkelt: voor de groep 17-24-jarigen is een meer specifieke en aan hun ontwikkelingskenmerken aangepaste rijopleiding wenselijk; deze opleiding moet voldoende, betaalbare en uitdagende oefentijd bieden om veilig rijgedrag aan te kunnen leren. De rijsimulator, virtual reality en serious gaming kunnen daarbij een belangrijke bijdrage leveren.

Trainen in de rijsimulator draagt volgens Harm Barteling bij aan een gedegen rijopleiding nieuwe stijl.