Nick van der Sluiszen (onder) en Stefan Jongen bij de simulator die ook wordt ingezet.
Nick van der Sluiszen (onder) en Stefan Jongen bij de simulator die ook wordt ingezet. Foto:

Roadtests in Limburg onderzoeken of iemand slingert

Regelmatig rijdt op de A2 tussen Maastricht en Kelpen-Oler een testauto van Maastricht University waarmee testen worden uitgevoerd naar de effecten op de rijvaardigheid van alcohol, drugs, medicijnen of aandoeningen. Dit is de enige plek in de wereld waar dit op de openbare weg gebeurt. Onderzoekers dr. Stefan Jongen en promovendus Nick van der Sluiszen leggen uit hoe de testen werken en waarom deze zo belangrijk zijn.

Het is geen afwisselend werk dat een aantal rijinstructeurs regelmatig uitvoert in opdracht van de faculteit Psychologie en Neurowetenschappen van Maastricht University. Vanuit Maastricht draaien ze zo de A2 op – de universiteit ligt naast de snelweg - daarna rijden ze vijftig kilometer heen naar de afslag Kelpen-Oler en vervolgens weer vijftig kilometer terug. Spannender wordt het niet. Maar toch is dit elke keer weer een regelrechte uitdaging voor de instructeurs en bovendien uniek te noemen. Maastricht University is namelijk de enige organisatie in de wereld die toestemming heeft om op de openbare weg rijtesten te doen met mensen die onder invloed zijn van medicijnen, alcohol of drugs. Testen onder, zoals dat wordt genoemd, 'gecontroleerde toestanden' komen wel voor, maar dan gaat het om een weg die afgesloten is voor ander verkeer. En ook de rijsimulator wordt regelmatig ingezet door wetenschappers om reacties van bestuurders te meten. Maar zo 'in het wild' is echt uniek.

Sinds 1986
Het onderzoeksteam in Maastricht voert de onderzoeken sinds 1986 uit. De Amerikaanse wetenschapper James O'Hanlon kreeg geen toestemming in Amerika en die kreeg hij wel in Zuid-Limburg. Stefan Jongen en Nick van der Sluiszen zijn momenteel als wetenschapper onderdeel van het team dat de proeven uitvoert en rijschoolhouder Henk Brauers uit Eijsden is er al jaren als senior supervisor bij betrokken (zie kader). Meer rijinstructeurs nemen de testen af en die zijn allemaal, net als Brauers, betrouwbaar, ervaren, netjes en geduldig.

Opvallende auto
De testauto is een opvallende wagen. Op het dak is een grote ronde pijp bevestigd waarin achterin twee camera's zitten die nauwkeurig de bewegingen van de auto registreren. "De camera is gericht op de lijn tussen twee rijstroken in en we registreren de slingerbeweging van de auto", vertelt Nick van der Sluiszen. "De bewegingen van de auto worden opgeslagen in een computer die in de auto ligt. Aan de hand van de zogenoemde slingerbeweging kunnen we dan vaststellen welke invloed een bepaald middel heeft op het rijgedrag van de bestuurder."

Slingerbeweging
De graadmeter die steevast wordt gehanteerd is de slingerbeweging van iemand ten opzichte van het gebruik van 0.5 promille alcohol: de limiet tot waar het nog is toegestaan om te mogen autorijden. Stefan Jongen: "0.5 geeft een slingerbeweging van gemiddeld 2,5 centimeter naar rechts en naar links en dit criterium vormt onze bandbreedte. Als blijkt dat de auto meer slingert dan de marge toelaat, dan is er dus sprake van een bepaald risico voor het rijgedrag." Naast de slingerbeweging wordt tevens gemeten wat de afwijkingen zijn van de snelheid ten opzichte van de snelheid die door de testpersoon mag worden gereden.

Meerdere personen
Het spreekt voor zich dat niet met slechts één persoon in één rit wordt getest. Het gaat om wetenschappelijk onderzoek en dat stelt nu eenmaal eisen aan het aantal proefpersonen en de proefmethodiek. Voordat een onderzoek wordt gedaan, wordt allereerst gekeken hoeveel mensen er nodig zijn voor de test: de zogeheten powercalculatie. Jongen: "We stellen voordat we beginnen met de feitelijke dataverzameling vast hoeveel proefpersonen moeten worden getest voor een betrouwbare uitslag. Gemiddeld worden 24 personen getest, die in totaal meerdere keren de afstand afleggen. Het verschil in aantal komt omdat we bijvoorbeeld willen weten of en wat de invloed is van iets één dag na de inname of na acht dagen, om te kijken of bepaalde stoffen van het medicijn nog steeds van invloed zijn op het rijgedrag." De mensen die aan de test meedoen, krijgen bijvoorbeeld voordat ze gaan rijden een slaappil en ze weten niet of dat een echte slaappil is of een neppil, een zogeheten placebo. Ook de onderzoekers en instructeurs weten dit niet; het is een zogenoemd 'dubbelblind' onderzoek.

Eenvoudig
Het is een relatief eenvoudige test, maar het is meteen ook een methode waar grote belangen mee zijn gemoeid. Voor de farmaceut die een slaappil of een bepaald medicijn ontwikkelt is het bijvoorbeeld van essentieel belang dat op de bijsluiter niet komt te staan dat deze de rijvaardigheid beïnvloedt. Jongen: "Recent hebben we een onderzoek afgerond naar de gevolgen van een nieuw slaapmiddel dat op een andere manier werkt dan traditionele slaapmiddelen. De verwachting van de fabrikant was dat het medicijn geen of minder invloed zou hebben op de rijvaardigheid, maar dat leek na een uitgebreide test niet helemaal het geval. Ik wil niet zeggen dat de ontwikkeling van een medicijn valt of staat met ons onderzoek, maar het zal duidelijk zijn dat het wel heel belangrijk is als wij vaststellen dat er geen meetbaar risico kleeft aan een bepaald medicijn of drug. Bijvoorbeeld: de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) neemt het onderzoek van ons mee in de afweging of een middel in een bepaalde dosering wel of niet FDA-approved is."

Aandoeningen
Naast drugs, alcohol en vooral medicijnen worden ook testen uitgevoerd voor bepaalde aandoeningen. Momenteel lopen er vier onderzoeken, waarvan één naar de gevolgen van het gebruik van pijnstillers, één naar de gevolgen van langdurige inname van antidepressiva en slaapmiddelen en twee in opdracht van een farmaceutisch bedrijf naar de gevolgen van een medicijn op de rijvaardigheid voor slaapapneu en tegen narcolepsie: een ziekte waarbij iemand overdag zomaar spontaan in slaap kan vallen.
Van der Sluiszen licht toe: "Bij het onderzoek naar de gevolgen van structureel medicijngebruik, bijvoorbeeld slaapmiddelen, willen we weten of er zo veel gewenning kan ontstaan van het lichaam dat dit ongevoelig wordt voor de belemmerende gevolgen op het rijgedrag. Van slaapapneu is nog niet voldoende vastgesteld of en zo ja welke invloed dit heeft op de rijvaardigheid en ook welke invloed een bepaald medicijn heeft, dus of de rijvaardigheid daardoor verbetert of niet. Voor patiënten met narcolepsie is een medicijn ontwikkeld dat het spontaan overdag in slaap vallen onderdrukt. Wij testen of het medicijn wel of geen invloed heeft op het autorijden."

Simulator
Naast de rijtest op de openbare weg worden in Maastricht ook testen afgenomen in een simulator. Jongen en Van der Sluiszen hebben echter inmiddels de ervaring dat een test op de weg veel effectiever is in het detecteren van effecten van drugs en medicijnen op rijgedrag. "Een simulator blijft een simulator en is niet rijden voor 'het echie'. Bovendien worden veel mensen misselijk in een simulator en dan gaat het niet werken."

De testauto is een opvallende verschijning.