Rijgeschiktheid bij ADHD en autisme

Tijdens de algemene ledenvergadering van de VRB draagt gastspreker en psychiater Cees Kan een duidelijke boodschap uit: de rijinstructeur is een belangrijke intermediair in de communicatie tussen leerlingen met autisme of AD(H)D en hun ouders. Voordat ouders de juiste begeleiding voor hun kind vinden', hebben zij vaak al een behoorlijke zoektocht achter de rug, zegt Kan. Bij het vinden van de juiste rijschool ook. Daarom is het goed dat instructeurs deze problematiek steeds beter kennen en weten hoe je de rijles zo optimaal mogelijk kunt inrichten.
De VRB had Kan gevraagd te vertellen over de kenmerken van ADHD en autisme en hoe rijinstructeurs hier het best mee om kunnen gaan. Kan is psychiater in het Nijmeegse Radboud UMC met veel ervaring in het herkennen van het klinische beeld van ADHD bij volwassenen. Gespecialiseerd in ADHD en stoornissen in het autismespectrum (ASS) heeft hij verschillende boeken en artikelen geschreven en in 2010 onderzocht hij voor de filmdocumentaire 'Druk!' kleinkunstenaar Jochanan Westra op de ADHD-polikliniek. Als hoofd van de polikliniek psychiatrie stuurt hij het ADHD/ASS-team aan en voor het CBR voert hij rijbewijskeuringen uit bij mensen met deze stoornis met een JA op de zogenaamde Eigen Verklaring. Kan benadrukt dat leerlingen met ADHD of ASS geen EV meer hoeven op te sturen naar het CBR. Ze kunnen direct een afspraak maken met een keurend psychiater. Zo'n afspraak maken gaat bij Kan uiterst vriendelijk en effectief.
Leerlingen met ADHD zijn onoplettend, impulsief, snel afleidbaar en hebben een wisselend reactievermogen, vervolgt hij. Daarnaast zijn ze nogal vergeetachtig, maken meer fouten, zijn hyperactief, gejaagd, beweeglijk en impulsief.
Een van de rijinstructeurs vraagt wat je kunt doen bij een vermoeden van ADHD of autisme, maar zonder diagnose. Instemmend gemompel maakt duidelijk dat meer instructeurs hiermee kampen. Ik ook. Aan leerlingen met ADHD en medicatie geef ik gemakkelijker les dan aan iemand met veel kenmerken zonder de diagnose. Voor mij voelt het als dweilen met de kraan open als de leerling niet of nauwelijks in staat is om een plan te maken en uit te voeren.
Zelfs bij toepassing van de focus-denk-doe-methode zoals geleerd tijdens de trainingen lukt dat niet. Kan antwoordt dat je niet meer kunt doen dan de leerling erop attenderen dat er mogelijk een JA nodig is op de EV. Niettemin blijft NEE toch de eigen verantwoordelijkheid. Lastig hoor, reageert iemand anders. Je kunt moeilijk tegen je leerling zeggen dat je denkt dat hij ADHD heeft. Volgens Kan moet je dan niet te veel informatie tegelijk geven. Knip het in stukjes en maak de stappen niet te groot. Leerlingen met ADHD hebben moeite om dingen af te maken, wat moeilijker wordt bij te grote stappen. Train de leerling om zich te focussen en breng hem bij afdwaling terug in de actualiteit. Laat de leerling bij te forse impulsieve reacties zelf alternatieven aandragen. Wanneer de ADHD de rijles nadelig beïnvloedt, vraag dan naar het medicatiegebruik. Vergeet niet de complimentjes, want daar zijn leerlingen met ADHD gevoelig voor, aldus Kan.
Bij leerlingen met ASS is automatiseren lastig, legt Kan uit. Wat voor de reguliere leerling vanzelfsprekend is moet iemand met autisme echt aanleren. Met veel oefening kun je het automatiseren: veel herhaling in verschillende omgevingen vanwege het probleem met generaliseren. Ten slotte is het belangrijk om uitleg altijd zakelijk en zonder emotie te geven.
Let ook op de non-verbale signalen van de leerling. Pas de les aan door het aantal prikkels te verminderen of verlaag de druk als je merkt dat de leerling overbelast raakt.
(Meer informatie over Cees Kan is te vinden op LinkedIn en Facebook. https://nl.linkedin.com/in/ceeskan https://nl-nl.facebook.com/cees.kan)