Afbeelding

'Maak 30 km/uur de norm binnen de bebouwde kom'

Het wordt steeds drukker in dorpen en steden en dus ook gevaarlijker en dat leidt ertoe dat verkeersdeskundigen nadenken over een andere inrichting van stedelijke gebieden. Er is inmiddels een gerede kans dat het fenomeen 'bebouwde kom' er over tien jaar structureel anders uitziet, maar hoe? SWOV Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid en de ANWB hebben het voortouw genomen.

In december maakte minister Schultz van Infrastructuur en Milieu de ongevallencijfers over 2015 bekend en die stemmen niet blij. Met 621 doden (een stijging met 9 procent ten opzichte van de 570 een jaar eerder) had Nederland vorig jaar de hoogste stijging binnen Europa en de doelstelling van niet meer dan 500 verkeersdoden in 2010 lijkt ver weg. En met het aantal zwaar gewonden gaat het zo mogelijk nog meer de verkeerde kant op. In 2015 vielen op de Nederlandse wegen 21.300 ernstig verkeersgewonden. Dit is een stijging van 3 procent ten opzichte van 2014, toen sprake was van 20.700 ernstig verkeersgewonden. De doelstelling van het kabinet van maximaal 10.600 ernstig verkeersgewonden in 2020 zal, stelt SWOV, niet worden gehaald en zonder een enorme inspanning wordt deze ambitie zelfs tien jaar later niet gehaald, zo blijkt uit gegevens in de Monitor Verkeersveiligheid 2016.

Gemeentelijke wegen

De meeste verkeersdoden vallen op gemeentelijke wegen (61 procent van de geregistreerde doden in 2015) en de afgelopen tien jaar is het aantal geregistreerde verkeersdoden op gemeentelijke wegen het minst sterk gedaald; gemiddeld een kleine 4 procent per jaar ten opzichte van een daling van ruim 6 procent op provinciale wegen en rijkswegen. Ook is de absolute toename in het aantal verkeersdoden in 2015 het grootst op gemeentelijke wegen. Op deze wegen werden in 2015 30 doden meer geregistreerd dan in 2014 (323 ten opzichte van 293).

30 km/uur

Om het nog wat specifieker te maken: er vallen nog steeds verkeersdoden in zones waar een maximum snelheid geldt van 30 km/uur; zones dus waarvan je zou verwachten dat die redelijk veilig zijn. In 2012 vielen 35 verkeersoden in een 30 km/uur-gebied, in 2013 46, 26 in 2014 en liefst 40 vorig jaar.
Voor SWOV-directeur Peter van der Knaap is dit aanleiding om te pleiten voor een andere structuur van het gemeentelijk wegennet. In zogeheten verblijfsgebieden (woonwijken, maar ook winkelgebieden) moet wat hem betreft de norm worden dat de maximum snelheid 30 km/uur is en op doorgaande wegen (in jargon gebiedsontsluitingswegen genoemd) binnen de bebouwde kom kan de snelheid 50 km/uur gelden of zelfs, wanneer de aard van de weg dit toelaat en het veilig is, hoger, namelijk 70 km/uur. Op deze doorgaande wegen moeten kwetsbare verkeersdeelnemers strikt worden gescheiden van het gemotoriseerd verkeer, door middel van vrijliggende fietspaden. Ook moeten er goede oversteekplaatsen komen, waarbij gemotoriseerd verkeer automatisch minder snel rijdt.

Balletje opgegooid

Van der Knaap houdt dit pleidooi wel vaker en de vraag is of hij de handen ervoor op elkaar krijgt? Hij reageert helder: "Iedereen die verstand heeft van verkeersveiligheid onderschrijft dit. De vraag is dan vervolgens waarom het dan niet gebeurt? Het probleem is dat bij dit soort afwegingen veelal ook andere afwegingen meespelen dan alleen de verkeersveiligheid. Een voorbeeld: er zijn gebieden waar een busverbinding door een 30 km/uur gebied loopt en daardoor blijft op die weg een maximum snelheid gelden van 50 km/uur, terwijl 30 km/uur veel beter en logischer zou zijn. Bovendien is het bij een verblijfsgebied per definitie niet bedoeling dat er doorgaand verkeer doorheen gaat. Toch is het bijna een automatisme dat op dit soort busbanen 50 km/uur de norm is. Ik pleit ervoor dat automatisme te doorbreken. Dat is ook vaak het tegenargument: 'Omdat er een bus doorheen rijdt, moet het 50 zijn', maar dat is de boel omdraaien. Maar uiteindelijk wil iedereen dat kinderen veilig moeten kunnen fietsen en een bus die met 50 door een woonwijk rijdt, is over het algemeen gewoon gevaarlijk."

Nieuwbouwwijken

Het probleem dat Van der Knaap schetst, geldt vooral voor bestaande wijken. Maar, luidt de vraag: als alle deskundigen het erover eens zijn dat de inrichting zoals Van der Knaap die schetst veel veiliger is, waarom zie je dat dan niet allereerst terug in nieuwe wijken? Die zijn immers niet erfelijk belast. Van der Knaap: "Daarvoor gelden twee dingen. Het eerste is dat er ook in nieuwe wijken steeds meer 30 km/uur-zones – dat is dus goed – maar tegelijkertijd zie je dat deze gebieden zoals dat wordt genoemd 'sober' worden ingericht. Sober wil over het algemeen zeggen dat het niet teveel mag kosten en dat leidt er toe dat je daardoor de snelheid er bij het gemotoriseerd verkeer niet uithaalt. Daardoor wordt de illusie gewekt dat het een veilig gebied is, maar in werkelijkheid rijden auto's er sneller dan de aangegeven 30 km/uur. Daarmee wordt een schijnveiligheid gecreëerd en dat is natuurlijk zeer onwenselijk. Sober inrichten is dan ook geen goed uitgangspunt."

Fysieke domein

Hierbij speelt nog iets. Onderzoeken van onder andere Centraal Planbureau en Binnenlands Bestuur laten zien dat meer bezuinigingen op het zogeheten fysieke domein – waaronder wegen – worden verwacht bij gemeenten vanwege de hogere prioriteit voor het zogenoemde sociale domein. "70 procent van de ambtenaren zelf ziet bezuinigingen op infrastructuur aankomen. Tegelijkertijd zien we meer ouderen op de weg – een kwetsbare groep verkeersdeelnemers, snellere fietsen en meer diversiteit in vervoersmiddelen en snelheden. Denk maar aan de speed-pedelec of aan scootmobielen. Wij maken ons daar grote zorgen over", aldus Van der Knaap.

Heel traag

En er is nog een belangrijke reden waarom niet elk verblijfsgebied een 30 km/uur-zone is. Die is dat automobilisten er niet blij van worden. "30 km/uur wordt door automobilisten ervaren als heel traag, helemaal als de inrichting van de weg ertoe noopt sneller te rijden. En als je snel door het verblijfsgebied van A naar B wilt, lijkt 30 km/uur inderdaad langzaam. Maar zoals gezegd, een zone 30 is niet voor dit soort verkeer bedoeld; dat kan beter, bijvoorbeeld over corridors rijden waar je veilig 50 of zelfs 70 kunt. Daar ligt zeker een uitdaging. Of er ook een uitdaging ligt bij de politiek? Ik verwacht heel veel steun van de politiek. Vorig jaar is het aantal verkeersdoden in Nederland sterk gestegen en dat heeft politici aan het denken gezet. Behalve de PVV zie je ook dat elke politieke partij in het verkiezingsprogramma een paragraaf heeft over verkeersveiligheid. Dat stemt mij positief."

Veilig Verkeer Nederland (VVN) pleit voor meer woonerven,. want die zijn veelal veiliger dan een 30 km-zone.
30 km/uur is ook vaak een 'lapmiddel' op wegen war de snelheid er even uit moet worden gehaald.