Afbeelding

Veel bezwaren over IBKI worden branchebreed gedeeld

Het uitgebreide artikel in de vorige Rij-instructie over IBKI (met als titel 'Er gaan momenteel te veel dingen mis bij het IBKI') aan de hand van een interview met Gijs Kantelberg, directeur van De VerkeersAcadamie, was explosief materiaal. De strekking van het verhaal: de kwaliteit van de examens deugt niet, IBKI is te duur, de communicatie is slecht en er wordt gefraudeerd met WRM-examens. We zijn nu een maand verder en vragen ons af of Kantelberg alleen staat in zijn kritiek. Niet dus.

'Dat er gefraudeerd wordt met
examens is al jaren bekend'

Arnold Beumer, voorzitter LBVI:

"Allereerst: ik vind het jammer dat Gijs geen overleg heeft gehad met de LBVI over dit interview. Samen sta je namelijk sterker. Maar ik kan me vinden in een deel van de bezwaren."
"De kwaliteit van de examens is inderdaad niet optimaal gericht op de doelgroep, de examens zijn inderdaad erg duur (volgens IBKI komt dat door de kleinschaligheid) en de communicatie is in sommige gevallen matig."
"Het is ook een manco dat bijvoorbeeld de opleiders geen zitting meer hebben in de examenopgavecommissie. Het is voor mij nog steeds een raadsel waarom de kennis van de markt uit deze commissie is gehaald. Ik denk namelijk dat er intern bij IBKI veel te weinig kennis is over de markt en ook bij het maken en de beoordeling van vragen stel ik mijn vraagtekens."
"Dat er gefraudeerd wordt met examens is al jaren bekend, daar heb ik zelf de IBKI jaren geleden al voor gewaarschuwd. Een aantal jaren geleden waren er al opleiders die een aantal examenvragen hadden verkregen door opnamen van de examens te maken. Dit is de laatste jaren ook weer gebeurd. Zo is er in Amsterdam gewoon een handeltje in examenvragen."
"Wat er bij IBKI moet verbeteren lijkt me duidelijk: er moet meer gericht op de doelgroep gedacht en gewerkt worden. De mening van de belangenorganisaties voor rijinstructeurs hoort daar niet altijd bij, want er worden dingen geroepen die voor deze doelgroep niet haalbaar en niet realistisch zijn. Er is bijvoorbeeld gevraagd om dynamische lesonderwerpen. Dit houdt in dat de examinator bepaalt hoe lesgegeven moet worden. Ik kan mij echt niet voorstellen dat de achterban het hiermee eens is. Dynamische lesonderwerpen is namelijk een verzwaring van de praktijkbegeleiding, want daardoor wordt het voor de instructeur moeilijker om een juiste leerling mee te nemen. En ook zal de discussie oplaaien wie de plek gaat bepalen waar de les gegeven moet worden. De leerling die niet uit de examenplaats komt, moet dan vier of vijf verschillende routes kennen. Dit is niet te doen. Ook de verplichting om een echte leerling mee te nemen die aan de opgegeven onderwerpen toe is, is ondoenlijk. Voor veel instructeurs die niet actief zijn, wordt dit dan een heel dure toets. Mijn mening is dat de examinator moet kijken of de kandidaat onderwijskundig goed lesgeeft en of dat nou met een echte of geen echte leerling is, maakt niet uit. Niet elke verandering is een verbetering."


'Als je kwaliteit wilt verbeteren, moet je het niet over de kosten hebben'

Ruud Rutten, voorzitter brancheorganisatie FAM:

"Ik ben vooral heel erg geschrokken van het feit dat de vragen van IBKI op straat liggen. Daar wordt onderzoek naar gedaan dat al enige tijd duurt en dat is goed, maar vooralsnog vind ik dit een heel kwalijke zaak."
"Ik las ook dat Gijs Kantelberg IBKI in het algemeen te duur vindt en ik hoor regelmatig van rijschoolondernemers dat de kosten van met name de praktijkbegeleiding te hoog zouden zijn. Dat vind ik belachelijk. Je doet één keer in de vijf jaar praktijkbegeleiding: kom op zeg, waar gaat dat over. Wat wel een punt is, is dat de wijze van examineren en de manier waarop wordt omgegaan met de stages beter moet. Laat ik een voorbeeld geven: om de stage te controleren rijdt iemand van IBKI van Nieuwegein naar, in mijn geval, Venlo; daar worden de stagiair en de leerling gecontroleerd, daarna stapt hij weer in de auto en gaat op weg naar de volgende controle. Daarna kan er van alles in die auto veranderen en dat gebeurt ook regelmatig, maar daar wordt niet meer op gecontroleerd. Dat is echt een slechte zaak. Hoe dat zou kunnen veranderen? Ik ben een voorstander van een eerstelijnscontrole waarbij iedereen wordt gecontroleerd en daarna een tweedelijnscontrole, zoals bij CCV gebeurt. De FAM heeft voorgesteld aan IBKI om dit zo te doen, maar dat gaat niet omdat het te duur wordt. Daar kan ik niks mee. Als je kwaliteit wilt verbeteren, moet je het niet over de kosten hebben. Deze kunnen trouwens ook weer in de hand gehouden worden door de CCV-methode controle op nascholing."
"Wat de communicatie betreft: de brancheorganisaties zitten een paar keer per jaar met IBKI rond de tafel en directeur Jim Schouten van het IBKI zegt altijd dat als we hem nodig hebben hem kunnen bellen. Dat is dus positief. Maar aan de andere kant komt het weleens voor dat we met z'n allen bij elkaar zitten, bijvoorbeeld in de Centrale Examen Commissie, waar iets wordt gesteld waar iedereen het over eens is en vervolgens wordt iets heel anders beslist. Op dit punt is trouwens wel beterschap beloofd. Onlangs hebben Willem Weijers (vicevoorzitter van de FAM) en ik een gesprek gehad bij IBKI en daar hebben we alles op tafel gelegd wat ons dwars zit. We hopen dat dit leidt tot verbetering."


'IBKI moet rijinstructeurs niet op scherp willen zetten'

Peter van Neck, voorzitter brancheorganisatie VRB:

"Allereerst: dat verhaal is niet handig en ik vind het eigenlijk modder gooien. Daar zit de branche niet op te wachten. Maar in sommige kritiekpunten herken ik me wel. Bijvoorbeeld het feit dat de praktijkbegeleiding niets voorstelt. Wij krijgen regelmatig signalen dat instructeurs die echt hun vak goed verstaan bij de prakrijkbegeleiding heel hard worden aangepakt, zeg maar gerust tot op de enkels worden afgebrand, om vervolgens in de herkansing met vlag en wimpel te slagen. IBKI doet dat, wordt gezegd, om de boel op scherp te zetten, maar dat is helemaal niet waarvoor IBKI is bedoeld. IBKI moet controleren of iemand goed instructie geeft: niets meer, niets minder. Wij hebben dit aangekaart bij IBKI en de reactie was dat de slagingspercentages van de eerste praktijkbegeleiding niet zijn gedaald. Dat zou uit cijfers blijken, maar wij hebben die cijfers nooit gezien."
"Daarnaast is het inderdaad zo dat de praktijkbegeleiding als je die in de 'eigen' omgeving wilt doen, erg aan de prijs is. Iedereen die in de buurt van een IBKI-locatie actief is, hoeft minder te betalen dan wanneer de deskundige naar een locatie elders in het land moet gaan. Dat is geen gelijk speelveld en de opmerking van Jim Schouten, directeur van IBKI, is dat deze kosten nou eenmaal omgeslagen moeten worden, snijden geen hout. Want als je dus in de buurt van een IBKI-locatie werkt heb je dus twee voordelen: minder tijd en minder geld kwijt. Het solidariteitsprincipe wordt dus volledig losgelaten."

Jim Schouten, directeur van IBKI, vindt het niet nodig te reageren omdat hij meent dat met de beantwoording van een aantal vragen in de vorige editie voorlopig alles is gezegd.