Tekeningen van Dick Bruna leiden ertoe dat er gemiddeld 4 km/uur langzamer wordt gereden.
Tekeningen van Dick Bruna leiden ertoe dat er gemiddeld 4 km/uur langzamer wordt gereden. Foto: Hans Peijs

Introductie nieuwe verkeersborden is een klucht

Komen ze of komen ze niet? Dit is langzamerhand de 'running gag' in de rijscholenbranche, met als onderwerp de veertien nieuwe verkeersborden die nog steeds op stapel staan. De releasedatum is 1 januari 2017, maar pas als de aankondiging in het Staatsblad of de Staatscourant heeft gestaan, is dat zeker. Als u erop wilt wedden, adviseren wij in te zetten op 'gaat het weer niet worden'.

De nieuwe verkeersborden zouden aanvankelijk worden ingevoerd op 1 januari 2015, daarna op 1 juli 2015, vervolgens op 1 januari van dit jaar en nu weer op 1 januari 2017. Maar altijd is er die slag om de arm, die met name de uitgevers van verkeersleermiddelen gek moet maken. Want als ze er definitief komen, moeten deze onmiddellijk in de leerboeken worden opgenomen.
Het gaat om twaalf F- en twee L-borden. De nieuwe verkeersborden komen voort uit een besluit van wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 dat minister Schultz van Haegen heeft vastgesteld.


30 km/h-zones leiden tot veel verkeersongevallen

Je denkt: minder snel rijden leidt tot minder ongevallen en minder verkeersslachtoffers. De praktijk is echter weerbarstiger: vorig jaar vielen maar liefst 40 dodelijke slachtoffers in 30 km/h-gebieden. Het blijkt dat deze gebieden, waarvan er steeds meer opduiken, niet altijd (volledig) Duurzaam Veilig ingericht zijn en dat zullen ze om allerlei redenen op korte termijn ook niet worden. Of gebieden zijn wel goed ingericht maar kennen nog steeds automobilisten die te hard rijden. En dat terwijl het verschil in snelheid tussen 30 en 50 km/h in een wijk een factor 9 scheelt of je het overleeft.

Dit verontrustende feit was voor de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), Veilig Verkeer Nederland (VVN) en kennisplatform CROW aanleiding een zogeheten 'kenniscafé' te organiseren rond dit thema.
Hans Voerknecht van CROW concludeert dat het succes van 30 km-wegen staat of valt met de naleving. En die is niet best. "De naleving bij sobere of geen inrichting blijkt gering te zijn, maar ook bij een duurzaam veilige inrichting kan de naleving nog wel beter." Wat hem betreft is het dan ook belangrijk om ook te kijken naar de sociale aanpak, dus het appelleren aan het veiligheidsaspect onder bestuurders en eventueel met een rol voor de bewoners. Daar zijn heel veel voorbeelden van, maar het probleem is dat er vrijwel niet wordt gemonitord wat het effect is van al die goedbedoelde pogingen. Zeeland is de uitzondering. Daar zijn in 2014 vijf proeven gestart met projecten om automobilisten zonder verboden minder snel te laten rijden. En wat blijkt: het werkt, maar het valt op dat het aantal grote overtreders daalt, maar dat deze terechtkomen in de groep kleine overtreders.

Niet alleen te hard rijden
Volgens VVN is te hard rijden wel het grootste, maar niet het enige probleem. De top 5 van veelvoorkomende problemen is als volgt:
- Te hard rijden.
- Onoverzichtelijke situaties.
- Het wegontwerp deugt niet.
- Er is asociaal verkeer en die leg je niet aan banden.
- Het is erg druk.

Nudging
Een probaat middel is nudging, opftewel het onbewust beïnvloeden van het rijgedrag. Er is een proef gehouden met borden van Dick Bruna en daaruit blijkt onder andere dat de tekeningen zorgen dat er gemiddeld vier kilometer langzamer wordt gereden. Dit is een bijdrage aan een oplossing, maar is niet dé oplossing. Die is wel dat er goed beleid moet zijn, dat de wegen en wijken goed moeten worden aangelegd en dat er een samenhang moet zijn tussen het verkeer en de bewoners.


Elektrisch balansspeelgoed mag niet op de openbare weg

Wanneer u de begrippen hoverboard, airboard, airwheel en kickbike niets zeggen, dan heeft u waarschijnlijk geen kinderen in de puberleeftijd. In deze categorie zijn deze nieuwe elektrische vervoersmiddelen namelijk razend populair. Vraag is of deze de openbare weg op mogen? Voor het blad Verkeersknooppunt zocht Piet van Eekelen van de Politieacademie dit uit.

Essentieel voor toelating tot de openbare weg is dat volgens de Wegenverkeerswet voertuigcategorieën alleen van de weg gebruik mogen maken wanneer ze zijn goedgekeurd voor toelating op de weg. Dit gaat via een Europese verordening: EG 168/2013. Volgens deze verordening kunnen bepaalde voertuigsoorten niet type-goedgekeurd worden omdat ze een 'zelfbalancerend' voertuig zijn of omdat ze geen zadel hebben. Een voorbeeld zou de Segway kunnen zijn, ware het niet dat er een list is verzonnen om dit te omzeilen. Het ministerie kan sinds 2011 bepaalde voertuigen aanmerken als 'bijzondere bromfietsen' en dat is voor de Segway en onlangs voor de elektrische versie van de kickbike cruise en de elektrische driewieler swing geregeld.

Deugdelijke stuurinrichting ontbreekt
Volgens Van Eekelen passen de populaire hoverboards (ook wel airboards genoemd) niet in de regels omdat het 'zelfbalancerende voertuigen' zijn en daarom kunnen ze niet type-goedgekeurd worden via de Europese verordening. En ook komen ze niet in aanmerking voor een aanwijzing door de minister als 'bijzondere bromfiets' omdat een 'deugdelijke stuurinrichting' ontbreekt. Ook het airwheel is moeilijk te definiëren. Deze heeft anders dan de Segway maar één wiel en geen stuur en daarmee maakt hij dus weinig kans als 'bijzondere bromfiets'.

Wel verzekeren
Tot slot heeft van Eekelen een aardige uitsmijter: de airwheel en het hoverboard mogen weliswaar niet de weg op, maar ze vallen vanwege de elektrische voortstuwing wel onder het begrip 'motorvoertuig' en daarom dienen deze op grond van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen verzekerd te zijn. Het vermoeden bestaat dat er maar heel weinig van deze speelgoeddingen – want zo worden ze ingezet – zijn verzekerd.

Het airwheel mag niet de openbare weg op.
Ook voor het hoverboard is de openbare weg verboden terrein.