Vanwaar die angst?

Deze keer eens mijn persoonlijke mening. Laat ik vooropstellen dat ik verschrikkelijk blij ben met alle steun de afgelopen maanden inzake het startdocument. Collega-brancheorganisaties, CBR, IBKI, opleidingsinstituten enzovoort, maar vooral alle collega-opleiders in het land. Soms moest ik me heftig verdedigen om tekst en uitleg te geven waar we naartoe willen met de rijscholenbranche, maar uiteindelijk zijn we het grotendeels eens.
Wat mij betreft is het volgende de essentie van de oplossing: als de toetreding tot de branche goed geregeld wordt door middel van een schooldiploma en een goede test én als de opleiding klopt conform het startdocument, dan leveren opleidingsinstituten goede complete instructeurs of ondernemers af. Ook belangrijk is dat instructeurs gecontroleerd worden op kennis en kunde (zie startdocument). Plus: als alle instructeurs een op het vak gerichte bijscholing doen en die alleen door geschikte en bevoegde opleidingsinstituten gegeven worden, is examinering voor deze begeleiding totaal niet meer belangrijk en wat mij betreft zelfs overbodig. Heel kort samengevat geldt: als de opleiding, de bijscholing, de controle en de sancties goed zijn, dan zijn veel problemen opgelost.
Het gaat hierbij om geschikt of ongeschikt. Ik ben ervan overtuigd dat dit niet veel met de vooropleiding te maken heeft. Dit heeft te maken met passie voor het vak. Heb je die niet, dan hoor je niet in deze branche thuis.
Ik stoor mij wat dit betreft bijvoorbeeld enorm aan het feit dat wij bijna wekelijks bij het CBR zitten om alle wijzigingen en nieuwe verplichtingen te bespreken. Het is ballast, want die besprekingen gaan veelal over het aan banden leggen van mensen die proberen te frauderen en te vervuilen. Dit betekent schoon schip maken en op naar professionaliteit en een branche waar we trots op kunnen zijn.

Ruud Rutten,
voorzitter FAM