Ford Ka+ heeft meerdere troefkaarten

Ford heeft recent de nieuwe Ford Ka+ geïntroduceerd. Nadeel is dat de auto niet leverbaar is met een diesel, maar desondanks kan dit best een leuke lesauto zijn.

Het is buitengewoon knap hoe Ford erin is geslaagd om de Ford Ka nog steeds een succesnummer te laten zijn. Het oermodel ging jarenlang mee en het leek gewaagd om dat aan te passen. Toch deed Ford dat en opvallend genoeg had dat geen gevolgen. Nu is er weer een nieuwe Ka en als de schijn niet bedriegt wordt dat ook weer een hit.
Allereerst is de vraag relevant tegen welke opponenten de nieuwe Ka het opneemt. Met het huidige en vorige model waren dat de auto's in het A-segment, dat van de Toyota Aygo en de Citroën C1. Maar met de nieuwe Ka, die al een paar maanden een grot succes is in Brazilië en Thailand maar pas onlangs naar Europa is gekomen, wordt op een ander segment gemikt. Het segment daarboven welteverstaan. En dat geeft de naam ook aan, want tot dusver schrijven we Ka, maar het moet zijn Ka+ en dat is heldere taal. De auto is namelijk liefst drie decimeter gegroeid, naar 3,93 meter. De Ka+ moet nu bijvoorbeeld qua ruimte dan ook worden vergeleken met de Volkswagen Polo, Opel Corsa en de Ford Fiesta uit de eigen keuken. Op de laatste vergelijking komen we zo terug. Dus met de populaire auto's in de rijscholenbranche.

Kia Rio
Zelf vergelijkt Ford de Ka+ graag met de Kia Rio en de Dacia Sandero. Dat doet Ford om het prijsverschil aan te geven: de nieuwe Ka+ is er vanaf bijna 13.000 euro inclusief en de Rio moet bijna 15 mille kosten. Maar die vergelijking gaat enigszins mank, want de Rio is nog een decimeter groter en, dat vooral, heeft een langere wielbasis waardoor er bijvoorbeeld meer ruimte is tussen de wielen.
Maar dat wil niet zeggen dat het in de Ka+ behelpen is, geenszins zelfs. Het is heel knap dat Ford er met de Ka+ in is geslaagd om binnen een lengte van vier meter een verrassend ruime auto te ontwikkelen. Zo is de laadruimte van 270 liter maar een fractie kleiner dan die van de Fiesta (295 liter). En iemand die 1,90 meter lang is kan verrassend goed achterin zitten, waarbij dan wel de opmerking moet worden geplaatst dat de stoel ervoor niet op de achterste stand moet worden gezet. Ook de hoofdruimte is toereikend. Verder valt het enorme aantal opbergvakjes en –bakjes in de auto op: we telden er 21. Je kunt je trouwens afvragen of dat niet wat te veel van het goede is; je zult maar even niet weten in welk bakje je iets hebt gelegd. Ook ideaal is dat de Ka+ standaard over vijf deuren beschikt. In een branche als de onze is dat zelfs een must.

Niet opvallend
Waar in elk geval het allereerste model van de Ka opvallend was, kun je dat van het model dat nu uitloopt amper zeggen en van dit model zelfs helemaal niet. Ford heeft ervoor gekozen om het uiterlijk in lijn te laten lopen met alle andere Opels en dat is wel te billijken. Laten we de Ka+ eens bekijken vanuit de Fiesta, het model dat erboven zit en dat slechts twee centimeter langer en breder is, maar dat wel dezelfde wielbasis heeft. De Ka+ heeft ontegenzeglijk een meer alledaags design dan de sportiever ogende Fiesta, die langzamerhand aan het einde van z'n Latijn is. We vinden ook veel componenten van de huidige Fiesta terug in de nieuwe Ka+. Dat is bewust gedaan, want Ford wil de Ka+-rijders het gevoel geven dat ze rijden in de Ford Fiesta en dat is weer ingegeven door het idee dat de Fiesta een uitstekende reputatie heeft opgebouwd.

Interieur
De afwerking staat op een goed niveau. Er is wel gretig gebruikgemaakt van hard plastic, maar die heeft een fraaie structuur waardoor het allemaal net wat minder plastic oogt. Het interieur is vooral strak en er is ook een modern dashboard. En rijk uitgerust is de Ka+ ook, met standaard een handmatig bediende airco, Ford SYNC, Ford MyKey, elektrische raambediening (vóór) en elektrisch verstelbare buitenspiegels, centrale deurvergrendeling en Hill Start Assist. Belangrijk zijn de stoelen en daar kunnen we kort over zijn: prima, maar voor mensen met lange 'stiefels' wel met een iets te korte zitting. Een rijles duurt hooguit twee uur en dan is het prima uit te houden, maar op lange ritten ben je verplicht af en toe de benen te strekken.

Motoren
Van de drie beschikbare 1.2-liter Duratec benzinemotoren zijn er twee leverbaar in Nederland. Deze motoren zijn afgeleid van de 1,25-liter in de huidige Fiesta en zijn gekoppeld aan een handgeschakelde vijfversnellingsbak die de voorwielen aandrijft. De minst krachtige van de twee levert 70 pk. De andere is goed voor 85 pk en zal in Nederland uitsluitend als Eco leverbaar zijn. Die versie heeft een iets langere eindoverbrenging, waardoor hij met 110 g/km CO2 (4,8 l/100 km) zelfs iets zuiniger is dan de 70 pk-versie (114 g/km CO2 ofwel 5.0 l/100 km). En de prestaties zijn beter. Wel mist de motor pit en deze maakt een wat brommerig geluid. De wegligging is prima en het interieur is goed geïsoleerd. Eigenlijk zou de 1.0 EcoBoost-driecilinder een welkome aanvulling zijn, maar die komt er niet in. Een dieselmotor is er niet en komt er ook niet, maar gezien het relatief lage benzineverbruik zijn deze versies prima geschikt als lesauto.