Afbeelding

Brancheorganisaties staan schouder aan schouder

Eensgezind, schouder aan schouder. Zo willen de voorzitters van de drie brancheorganisaties BOVAG rijscholen, FAM en VRB de problemen aanpakken in de branche. In een minidebatje tijdens de Lesauto Testdag was er vooral eenstemmigheid over de manier waarop de branche de branche vooruit wil helpen. Het werd bijna klef. En o ja, dat veelbesproken startdocument dat aan de fracties van de Tweede Kamer is gestuurd, is niet het einde van een lange weg, maar pas het begin. "Het spel gaat nu pas beginnen, we moeten het samen doen en er is nog geen besluit gevallen", zei FAM-voorzitter Ruud Rutten, mede namens Frank Hoornenborg van BOVAG en Peter van Neck van VRB.

Ditjes en datjes
Het werd vooral een gesprek over ditjes en datjes, maar er waren ook wel wat krasse uitspraken. Ruud Rutten zei bijvoorbeeld dat wat hem betreft de aanpassing van de WRM beter uitgesteld kan worden dan dat er weer een lappendeken ontstaat. "Liever een goede WRM neerzetten met de cruciale punten erin, dan nu snel erdoorheen jassen."
Ook leuk was de uitspraak van Van Neck, die soms bij een bijscholingscursus denk: wat doe ik hier eigenlijk? "Soms denk ik: ik had vandaag beter aan het zwembad kunnen zitten", zei Van Neck, die vindt dat zowel de kwaliteit van de basisopleiding als van de nascholing beter moet. En ook hier zijn de meningen niet over verdeeld. En Hoornenborg raakte zichtbaar geprikkeld toen een van de aanwezige rijschoolhouders duidelijk liet weten geen lid te zijn van een brancheorganisatie, omdat hij 'zijn eigen boontjes wel kan doppen'. Hoorneborg: "Met meer leden sta je sterker. Het moet niet zo zijn dat wij als brancheorganisaties alleen de kastanjes uit het vuur halen. Ik zou iedereen willen oproepen: sluit je aan, dan gaan wij aan de slag."


Reserveringstermijn is
nog maximaal 10 weken

Met de reserveringstermijnen voor de eerste examens gaat het nog niet de goede kant op. In de zomer leek het erop dat het CBR het lek boven had, maar inmiddels is het aantal locaties waar de reserveringstermijn voor het eerste examen meer is dan zeven weken opgelopen naar 35 (peildatum 24 september). Het goede nieuws is dat nergens meer de 13 weken wordt aangetikt. Tien weken is momenteel het maximum. Met de herexamens is het op en af, maar op de genoemde peildatum hadden 17 vestigingen een langere reserveringstermijn dan vijf weken.

Dit blijkt uit gegevens van het CBR. Momenteel werkt het CBR er volgens eigen zeggen hard aan om meer examinatoren aan te trekken, maar dat betaalt zich nog niet uit in een structurele kortere reserveringstermijn. De laatste weken bleek Groningen het examencentrum met structureel de grootste problemen, terwijl in het zuiden van het land nergens de zeven weken wordt overschreden. Maar ook hier loopt het niet op rolletjes. Maastricht en Sittard bijvoorbeeld registreerden weken achtereen een reserveringstermijn van één week, maar het loopt nu op naar vier (Maastricht) en zeven weken.
Bij de herexamens is al tijdenlang Rijswijk de achilleshiel.


Wel geluid bij verlengd
examen, maar niet meer
bij beroepsexamens

Het CBR blijft het theorie-examen tijdens de examens met extra tijd en individueel begeleid voor auto, motor en bromfiets geluid aanbieden. Het blijkt dat kandidaten die moeite hebben met lezen, geluid een toegevoegde waarde kán zijn. Voor het examen moet wel extra worden betaald.

De meerwaarde van geluid is niet aangetoond voor kandidaten zonder leesproblemen. De moeilijkheidsgraad en het slagingspercentage blijven stabiel. Ook de klanttevredenheid neemt nauwelijks toe.
Bij de beroepsexamens kunnen kandidaten vanaf 10 oktober geen gebruik meer maken van geluid bij het theorie-examen. Deze kandidaten hebben tijdens de proef nauwelijks gebruik gemaakt van geluid bij het examen.


Nederlands wegennet
zit vol hiaten

Peter van der Knaap, directeur van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV twijfelt er open en bloot aan of de doelstelling van maximaal 500 verkeersdoden in Nederland vanaf 2020 wordt gehaald. En een maximumaantal ernstig gewonden van 10.600 lijkt verder weg dan ooit: vorig jaar werd de 20.000 aangetikt. Een mogelijke oorzaak is, zei hij onlangs, dat er door het economische herstel een groot aantal onervaren bestuurders is bijgekomen.

Jarenlang was Nederland een van de beste leerlingen in de klas waar het betreft het terugdringen van het aantal verkeersdoden, maar sinds twee jaar gaat het niet goed. De meeste verkeersdoden vallen sinds jaar en dag onder inzittenden van auto's, en dan met name op provinciale wegen (85 procent van de slachtoffer wordt hier genoteerd) en onder fietsers. Hier worden alleen maar minnen gescoord. En op snelwegen dan? Eerder dit jaar sijpelden er berichten door dat er een verband zou zijn tussen de verhoging van de maximumsnelheid naar 130 km/uur en de stijging van het aantal doden op snelwegen. Van der Knaap sluit dit uit: "Er zijn vorig jaar niet veel trajecten waar je 130 mag bijgekomen en ook is de totale mobiliteit niet gestegen."

Alles bij elkaar meent Van der Knaap dat Nederland gewoon nog niet klaar is. "Doordat we gekozen hebben voor een 'sobere inrichting' van 30 km-gebieden zijn veel van die gebieden niet goed ingericht en ligt de snelheid systematisch veel te hoog. Op 45 procent van onze 50 km-straten is geen apart fietspad. Dat betekent dus dat schoolkinderen en mensen met kinderen in bakfietsen de rijbaan moeten delen met auto's, vrachtauto's en bussen die 50 mogen rijden. Veel provinciale wegen scoren niet optimaal als het om bescherming gaat. Onderzoek laat zien dat spitsstrooktrajecten rechts (met 2+1 rijstroken) in zowel rustige als drukke verkeerssituaties een significant hoger ongevalsrisico hebben dan reguliere trajecten met een vluchtstrook."

Afbeelding