Groot gebrek aan kennis
over het voorrangsvoertuig

Veel automobilisten hebben geen goed idee hoe ze moeten handelen wanneer een voorrangsvoertuig opduikt. Er blijkt vooral een gebrek aan kennis en dat mogen rijscholen zich aanrekenen.

In het rapport 'Weggebruikers met voorrang benaderd' van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) wordt de volgende vraag beantwoord:

In hoeverre beschikken automobilisten over kennis van enerzijds relevante wet- en regelgeving en anderzijds van het gewenste gedrag van automobilisten bij de confrontatie met voorrangsvoertuigen?

Het antwoord is ontluisterend: het ontbreekt automobilisten simpelweg aan kennis over wat zij wel of niet mogen doen wanneer zij een voorrangsvoertuig tegenkomen, blijkt uit het onderzoek. Hierbij gaat het om het al dan niet mogen overschrijden van de toegestane maximumsnelheid en het rijden door rood verkeerslicht om het voorrangsvoertuig voor te laten gaan. Zo geeft de helft van de respondenten aan dat zij om een voorrangsvoertuig voor te laten gaan door een rood verkeerslicht zou rijden en denkt 73 procent dat dit is toegestaan. Ook geeft een derde aan indien nodig sneller te gaan rijden dan de toegestane snelheid en 53 procent denkt dat dit mag.
Verder komen de handelingen die worden uitgevoerd niet altijd overeen met de gedragsadviezen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat het bij een ruime meerderheid bekend is dat zij een baan vrij moeten laten wanneer er een baan vrij is, dat zij niet plotseling moeten remmen wanneer er een voorrangsvoertuig achter hen rijdt en dat zij richting aan kunnen geven om te laten zien dat zij het voorrangsvoertuig hebben opgemerkt. Maar de helft geeft aan dat zij net zo makkelijk de stoep of het fietspad op zouden gaan om ruimte te maken, terwijl dit niet gewenst is. Tevens geeft drie kwart aan uit te wijken naar de berm om ruimte te maken voor het voorrangsvoertuig terwijl dit niet gewenst is.

Het is niet geleerd
Dat veel weggebruikers niet goed weten hoe zij voorrangsvoertuigen in specifieke situaties voor moeten laten gaan is niet vreemd, omdat uit de enquĂȘte blijkt dat bijna de helft niet heeft geleerd hoe om te gaan met voorrangsvoertuigen. En dat mag de rijscholenbranche zich aanrekenen.

CBR
De kennis en vaardigheden van beginnende automobilisten worden getoetst door het CBR. Het CBR baseert zich bij toetsing van de basiskennis van de beginnende bestuurde over voorrangsvoertuigen op artikel 50 van het RVV. Dat stelt dat weggebruikers bestuurders van een voorrangsvoertuig voor moeten laten gaan. Aangezien er geen nadere uitwerking of landelijke afspraken zijn, kan het CBR niet anders dan uitsluitend de kennis over artikel 50 toetsen.

Navraag van Rij-instructie bij het CBR met de vraag hoe het exameninstituut omgaat met het voorrangsvoertuig levert dan ook drie algemene antwoorden op:
- Ruimte maken voor voorrangsvoertuigen.
- Voor laten gaan van hulpdiensten met optische en geluidssignalen.
- Voor laten gaan van hulpdiensten zonder optische en geluidssignalen.