Afbeelding
Foto: Hans Peijs

13 hete vragen

op een rij, gerangschikt naar politieke partij:

VVD: Herkent de regering de signalen dat het bijscholingstraject en het examen door velen juist niet wordt ervaren als een kwaliteitsverbetering, maar zoals door sommige rijschoolhouders getypeerd een verplicht toneelstuk?
VVD: In plaats van zeven dagen heeft een rijinstructeur in de toekomst acht weken de tijd om vervanging te regelen. Kan de regering toelichten hoe dit er in praktijk uit komt te zien? Wat betekent dit voor de leerlingen?
VVD: Is het niet vreemd dat een instructeur die in de praktijk een onvoldoende scoort, het theoretische gedeelte, oftewel de herintrederstoets, opnieuw kan doen en daarna opnieuw les kan geven?
VVD: Klopt het dat de examens voor de theoretische bijscholing alleen maar toezien op aanwezigheid en niet toetsen op daadwerkelijke aanwezige theoretische- dan wel de praktijkkennis?
VVD: Leerlingen die worden ingezet voor de praktijkbegeleiding kunnen ook mensen zijn die al in het bezit zijn van een rijbewijs, waardoor soms familie of eigen partner wordt meegenomen. Is het wenselijk dat de instructeurs dit soort leerlingen kunnen inzetten?
PvdA: Wil de regering beargumenteren waarom geen gehoor wordt gegeven aan de wens van alle stakeholders (inclusief de rijinstructeurs) om de vooropleidingseis te verhogen tot het niveau mbo of havo?
PvdA: Is de interpretatie van de leden juist dat een instructeur die reeds na drie jaar slaagt voor zijn praktijkbegeleiding, uiterlijk acht jaar na het verkrijgen van zijn bevoegdheid wederom moet slagen voor deze begeleiding, of gaat de vijf jaar verlenging pas lopen, wanneer de eerste vijf jaar voorbij zijn?
PvdA: Is de regering voornemens de begeleiding, in casu de toetsing, te wijzigen zodat deze beter aansluit op de praktijkervaringen van instructeurs? Zo ja, op welke wijze zal de begeleiding veranderen? Zo nee, waarom niet?
SP: De leden van de SP-fractie willen weten met welke partijen binnen de rijschoolbranche de regering overlegt als het gaat om de praktijkbegeleiding. Doelt de regering hierbij op de partij die zitting hebben in de Centraal Examen Commissie (CEC)?
SP: In hoeverre is de regering zich er van bewust dat bepaalde partijen binnen de CEC persoonlijk baat hebben bij het handhaven van de sanctie om op die manier meer lessen te kunnen verkopen aan rijinstructeurs die zich willen voorbereiden op de bijscholing omdat ze vrezen hun bevoegdheid te verliezen?
D66: Is er binnen de bijscholing ruimte voor andere lesmethoden dan de getoetste methode? Zo nee, waarom niet?
ChristenUnie: In de Memorie van Toelichting wordt gesteld dat de rijschoolbranche pleit voor meer kwaliteit en toezicht door de overheid en dat de verplichte bijscholing met een mogelijkheid om de instructie-bevoegdheid te verliezen wordt gezien als het beste instrument om de kwaliteit van de rijinstructeur te borgen. Wat wordt hier verstaan onder de branche?
ChristenUnie: Is er wel daadwerkelijk voldoende draagvlak binnen de branche oor zowel de huidige regelgeving rond het rijonderricht als voor de voorgestelde wijzigingen (namelijk de sanctionering op het examen van de bijscholing)?