Voorzitters belichten brandende kwesties

Van de bijna achtduizend rijscholen zijn er nog lang geen tweeduizend aangesloten bij een brancheorganisatie. Dat is belachelijk weinig, aangezien deze organisaties het beleid van de branche bepalen én omdat zij gesprekspartner zijn van het ministerie, CBR, IBKI en andere stakeholders. Maar waar staan zij eigenlijk voor? Rij-instructie geeft de voorzitters Frank Hoornenborg (BOVAG Rijscholen), Peter van Neck (VRB) en Ruud Rutten (FAM) de gelegenheid een onderwerp aan te snijden. En ze reageren op een stelling.

L-bord: couLance of rode lap op een stier?

Regelmatig vraag ik me af waartoe de L op een lesauto dient. Waarom moeten medeweggebruikers eigenlijk weten dat ze te maken hebben met een lesvoertuig? Je zou toch denken dat men dit bedacht heeft om het overige verkeer te informeren dat de persoon in deze auto de technieken nog niet zo goed beheerst en dat enig begrip hiervoor wel op zijn plaats zou zijn.
De ervaring leert anders. Een lesauto wordt beschouwd als lastig: je rijdt niet door want houd je altijd aan de regels, bent traag, bent een klungelaar en noem alle bijkomende dwarsstraten maar op. Gevolg: je wordt te pas en te onpas ingehaald op plekken waar het eigenlijk niet kan en zou moeten, nog afgezien van het feit dat het vaak op die plekken ook nog eens verboden is. Men gaat op je bumper rijden, hetgeen weer terug te voeren valt naar de vele kop-staartbotsingen.
En als je dan eens stilvalt op plekken waar overige weggebruikers niet op bedacht zijn, vallen bedreigingen en obscene gebaren je ten deel. Onlangs was het zelfs zo erg dat een collega fysiek aangevallen werd, door een dame in bonus, omdat zij door eigen onoplettendheid niet meer verder kon rijden. Het eindigde in een scheld- en trekpartij met als hoogtepunt dat de collega bespuugd werd!!
We weten dat dit niet alleen een branchegerelateerd probleem is, maar een maatschappelijk probleem is geworden. Maar toch, je doet gewoon je werk en probeert met alle mogelijke middelen van je kandidaten verantwoorde weggebruikers voor de toekomst te maken.
We roepen ook steeds dat wanneer we een bonnenboekje in de auto zouden hebben we iedere dag een boekje vol konden schrijven. Heel opmerkelijk als je toch mag aannemen dat die weggebruiker van nu ooit ook in zo'n auto met een L-bord heeft gezeten. Maar kennelijk wordt dit heel gauw vergeten.

Peter van Neck,
voorzitter VRB

Nooit klaar met leren

In 2015 steeg voor het eerst sinds vele jaren het aantal verkeersslachtoffers in ons land, waarbij het opviel dat de stijging vooral op het conto van oudere verkeersdeelnemers kwam. En dat waren niet alleen bejaarden met elektrische fietsen, maar juist ook automobilisten. Het verkeer is de afgelopen decennia drastisch veranderd en wij focussen ons al lange tijd op de scholing van steeds jongere kandidaten. Vanaf hun zestiende kunnen die opgeleid worden en voor de brommer al vanaf vijftien jaar. BOVAG is voorstander van continue verkeerseducatie en daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Maar tegelijkertijd is de keuringsleeftijd voor senioren opgeschroefd naar 75 jaar, terwijl de interval vijf jaar is gebleven en er alleen wordt gekeken naar de fysieke gesteldheid. Er wordt überhaupt niet getoetst op verkeerskennis en –inzicht. Natuurlijk blijven ouderen steeds langer vitaal en is er alle reden om langer te vertrouwen op hun kunnen, maar de cijfers spreken toch voor zich.

Permanente verkeerseducatie houdt niet op bij het behalen van het rijbewijs. Van de overheid hoeven we niet te verwachten dat er nieuwe regels worden ingesteld, maar wellicht liggen er juist mooie kansen voor rijscholen om deze markt specifiek te gaan bedienen en de senioren te helpen met opfrissen. Bijvoorbeeld wanneer hun (klein)kinderen met 2toDrive bezig zijn en dus een coach nodig hebben: dat kan het perfecte moment zijn. Wie weet zien we die inspanningen dan over een aantal jaren juist weer positief terug in de ongevallenstatistieken. Nederland is nog altijd een van de meest verkeersveilige landen en we timmeren aan de voorkant - bij de jongeren - zo veel mogelijk aan de weg. Maar ook op latere leeftijd is er dus nog heel veel behoefte aan verkeerseducatie.

Frank Hoornenborg,
BOVAG Rijscholen

'Reactie minister is teleurstellend'

Afgelopen week las ik de reactie van onze minister dat ze geen extra eisen zal stellen aan dubieuze rijscholen. Ook ik was erg teleurgesteld met deze reactie. Niet zozeer voor mijzelf, maar voor de branche. Ik sluit me dan ook volledig aan bij de woorden van de BOVAG: wij worden als branche niet serieus genomen.
Nogmaals: de meerderheid van de opleiders in Nederland is de hele dag serieus bezig met het opleiden van kandidaten. In mijn vorige column heb ik proberen aan te geven wat het inhoudt om een goede en serieuze rijinstructeur te zijn. Hoe gedreven je moet zijn en wat je in huis moet hebben om in dit vak een goede naam op te bouwen. De afgelopen jaren hebben velen een mooi bedrijf met een goede naam opgebouwd en ze zijn trots zijn op hun beroep: het afleveren van veilige chauffeurs. Maar dit wordt ons steeds moeilijker gemaakt door de minister onder het mom van 'Wij stellen geen regels aan het MKB in Nederland'. Zelfs niet als het gaat om de bescherming van kinderen vanaf 16 jaar. Want Melanie (Schultz, de minister-red.), laten we eerlijk zijn: kinderen verleiden met rijlessen in natura, theorievragen uit het hoofd leren of zelfs frauderen met antwoorden en dubbele inschrijfnummers bij het CBR om resultaten te manipuleren naar de consument, dat moet toch allemaal niet kunnen.
En dan heb ik het nog niet over alle kandidaten die financieel bedrogen en belogen worden door een select gezelschap dat onze branche de laatste jaren ontdekt heeft.
Laten we hopen dat een aantal Tweede Kamerleden geen genoegen neemt met deze antwoorden en dat dit de komende maanden onder aanvoering van de branche toch nog ten goede gaat keren.

Ruud Rutten,
voorzitter FAM