Mentaliteit, verantwoordelijkheid en gezondheid

Ik schrijf al jaren over verkeersongevallen, met het accent vooral op de oorzaak. Bij rijles gaat het om educatieve redenen immers om hoe het ongeval is ontstaan en vooral hoe je het kunt voorkomen. De gevolgen blijven in het verhaal beperkt tot het benoemen van de schade aan de gezondheid en de voertuigen. Maar dit gaat verder, want sommige oud-leerlingen worden ooit slachtoffer van een ongeval. Drie jaar geleden heb ik een oud-leerling begeleid nadat hij door een verkeersongeval hersenletsel had opgelopen. Hij rijdt intussen weer geheel zelfstandig.
Enkele weken geleden werd ik fietsend voorbijgereden door oud-leerling Edwin. Ik grapte dat ik hem tussen vier wielen verwachtte in plaats van op zijn tweewieler. Hij vertelde me toen dat hij zes maanden niet mocht autorijden vanwege een epileptische aanval. Als hij aanvalsvrij blijft, mag hij daarna weer rijden omdat er geen rijtest nodig is bij epileptische aanvallen die niet het gevolg zijn van een hersenaandoening met functiebeperkingen. Vanwege zijn autismespectrumstoornis had hij al eerder een rijtest afgelegd, maar een epileptische aanval had hij nog nooit gehad. Omdat hij zich zorgen maakte over een eventuele nieuwe rijtest vroeg hij of ik hem na de aanvalsvrije periode eens wilde toetsen op rijvaardigheid. Dat beloofde ik, wat hem geruststelde.
Met betrekking tot epilepsie staan er in de Regeling eisen geschiktheid 2000 (REG 2000) regels voor het (auto)rijden. Mensen met epilepsie moeten voor het kleine rijbewijs een jaar aanvalsvrij zijn voordat zij (weer) mogen auto- of motorrijden, afhankelijk van factoren zoals het type aanval en de herhaalkans binnen een bepaalde tijd. De regeling is in januari 2013 gewijzigd. Wie epilepsie heeft zonder een andere aandoening die de rijgeschiktheid beïnvloedt, krijgt nu code 105, zonder onderscheid tussen het rijbewijs voor privégebruik of werk. Beroepsmatig personenvervoer of het geven van rijles is verboden. Sinds 1 januari geldt verder het advies om na de aanvalsvrije periode gedurende twee jaar niet meer te rijden dan 28 uur per week, zowel bij privé- als beroepsmatig rijbewijsgebruik. Die uren mogen naar eigen inzicht over de week worden verdeeld, wat neerkomt op gemiddeld vier uur per dag. Dat doet een enorm beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de bestuurder. Daarom adviseert de Gezondheidsraad neurologen met klem om hun patiënten hier goed bij voor te lichten. Maar je kunt je voorstellen wat een impact een epileptische aanval op iemands leven kan hebben.
Vorige week vroeg de in 2012 bij mij geslaagde Martin of ik een rijtest wilde plannen vanwege een hersenbloeding vorig jaar, ten gevolge waarvan hij een deel van het gezichtsvermogen in zijn rechteroog was kwijtgeraakt. Tijdens de voorbereidende lessen bleek Martin nog goed te rijden. Daardoor waren er slechts weinig lessen nodig om het zichtgebrek te leren compenseren.
We staan als rijinstructeur zelden stil bij hoe onze leerlingen na hun rijexamen autorijden, maar deze drie voorbeelden helpen misschien om ze te motiveren ook na het slagen te blijven rijden zoals het ze is geleerd. Iemand die opnieuw moet leren rijden of een rijtest krijgt terwijl hij de basis nog goed beheerst en toepast, heeft minder rijlessen nodig dan iemand met een onveilige rijstijl.
De rijinstructeur leidt zijn leerling zo goed mogelijk op en de examinator haalt eruit wat erin zit, maar als de geslaagde vervolgens alle regels overboord gooit hebben we daar geen invloed meer op. Dan wordt het een kwestie van mentaliteit en verantwoordelijkheid. Totdat iemands gezondheid het laat afweten en hij onverhoopt opnieuw moet leren autorijden.