Op 1 juli doet de speekseltest haar intrede.
Op 1 juli doet de speekseltest haar intrede.

Drugs- en medicijnmisbruik krijgt wettelijk kader

Ongeveer 4 procent van de automobilisten in Nederland rijdt onder invloed van drugs en/of geneesmiddelen. In Nederland ligt dat met 3,4 procent iets lager, waarbij drugs (2,8 procent, vooral cannabis zoals hasj en wiet) een groter probleem zijn dan medicijnen (0,6 procent). Vanaf 1 juli dit jaar gelden er officieel grenswaarden voor medicijnen en andere drugs dan alcohol en kan met onder andere speekseltesten worden vastgesteld of iemand onder invloed verkeert. De nieuwe limieten voor elke drug afzonderlijk gaan uit van de relatie met het gedrag, dat wil zeggen aantasting van de rijvaardigheid. Voor 'combinatiegebruik' gaat de nieuwe wetgeving uit van nullimieten. Het is een goed idee om dit te communiceren aan uw leerlingen. Vandaar alle feiten op een rij.

Medicijnen
Medicijngebruik in combinatie met verkeer is een relatief klein probleem en we weten er ook niet veel van af. Natuurlijk weet iedereen dat sommige medicijnen de rijvaardigheid negatief kunnen beïnvloeden – het staat ook op de bijsluiter – maar het is niet bekend hoeveel automobilisten en andere weggebruikers de adviezen in de wind slaan en minder alert achter het stuur kruipen. Van belang is dat Nederland anders dan veel andere landen een strikt beleid voert ten aanzien van het voorschrijven van medicijnen. Medicijnen die in de gevarenzone zitten, zijn benzodiazepines (slaap- en kalmeringsmiddelen, angstremmers) en SSRI's (antidepressiva). Door de versuffende werking van deze middelen op de hersenen neemt de rijvaardigheid af, zo veel is zeker.

Drugs
Van drugs is meer bekend en is gezien het aantal gebruikers in het verkeer ook van groter belang. Het zogenoemde middelengebruik is het hoogst onder jonge mannelijke automobilisten, dat staat vast. In totaal testte 8,1 procent van hen positief voor het gebruik van een of meer drugs.
Alcohol (dat is ook een drug) en cannabis (hasj en wiet) komen verreweg het meest in het Nederlandse verkeer voor, gevolgd door cocaïne en benzodiazepines (slaap- en kalmeringsmiddelen).
Uitgaande van de percentages verkeersdeelnemers die onder invloed verkeren, rijden er elke minuut van de dag duizenden personen onder invloed. Hoeveel slachtoffers er precies door drugsgebruik in het verkeer vallen, is niet bekend. Uit een ziekenhuisstudie bleek dat ongeveer 10 procent van de ernstig gewonde autobestuurders positief testte voor drugs. Dit zijn er derhalve rond de drieduizend per jaar.
Een feit is ook dat met name het gebruik van drugs-drugs- en drugs-alcoholcombinaties leidt tot hogere risico's. Daarnaast verhoogt het 'enkel' gebruik van amfetamines de kans op ernstig of dodelijk letsel in een ongeval ongeveer vijf tot dertig keer, levert cocaïne een twee tot tien keer zo hoge kans op ernstig of dodelijk letsel op en het gebruik van cannabis en illegale opiaten ongeveer één tot drie keer.

Testen
Vanaf 1 juli zal de politie altijd beginnen met een controle op het gebruik van alcohol middels de ademtester. Als er een vermoeden bestaat van ander drugsgebruik dan kan de politie ook een speekseltest uitvoeren. De procedure met betrekking tot alleen alcoholmisbruik verandert niet. Als uit de speekseltest blijkt dat er geen alcohol maar wel drugs zijn gebruikt, dan wordt medewerking aan de bloedproef gevraagd. Datzelfde gebeurt bij combinatiegebruik. Nieuw is dat de toegestane hoeveelheid alcohol voor ervaren bestuurders bij combinatiegebruik wordt verlaagd van 0,5 naar 0,2 promille.
Als de uitslag van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van het bloedonderzoek door de politie wordt ontvangen, dan heeft de politie één week de tijd om de uitslag aan de verdachte bekend te maken. De verdachte heeft vervolgens de tijd om een contra-expertise aan te vragen. Wanneer de politie te laat is met het bekendmaken van de uitslag dan zal het Openbaar Ministerie de verdachte niet-ontvankelijk verklaren.

Regelgeving
Voor wat betreft de regelgeving is inmiddels Artikel 8, lid 5 aan de wegenverkeerswet 1994 aangenomen. Hierin staat dat het eenieder verboden is een voertuig te besturen of als bestuurder te doen besturen na gebruik van een of meer van de genoemde middelen (dit is een samenvatting, de letterlijke tekst van de wet is veel langer).

Bronnen: SWOV, Verkeersknooppunt