Fiat keert met nieuwe Tipo
terug in de 'Astra-klasse'
Tekst: Rob van Ginneken
Foto's: Fiat
Noem het de stilte voor de storm bij Fiat. De als lesauto ooit populaire Punto breekt geen potten meer. Dit jaar start echter een offensief dat het Italiaanse merk weer op de kaart moet zetten met wat grotere auto's. Te beginnen met drie compleet nieuwe Tipo-modellen.
In vergelijking met de Golf, Astra, Focus en zéker de nog wat grotere auto's doet Fiat al vele jaren niet echt mee. Onder aanvoering van topman Marchionne zetten ze vooral in op allerlei steeds verder groeiende 500-uitvoeringen.
Dat gaat de komende maanden veranderen met de lancering van de compleet nieuwe Tipo. De primeur is voor het sedanmodel, maar gelukkig komen daar al gauw ook een vijfdeurs hatchback en stationwagen achteraan. Voor ons land veel interessanter. Die worden over een paar weken tijdens de komende autosalon van Genève onthuld.
Niet verkeerd
We hebben ze op de R&D-afdeling al even kunnen bekijken – na inlevering van de camera – en het moet gezegd: niet verkeerd! Kan dat op tegen nieuwe modellen als de Opel Astra en Renault Mégane? Nee, maar dan praat je over prijzen die in de praktijk tot ruim over de 20 mille oplopen. De Italianen willen daaronder gaan zitten.
De Tipo's mikken op doelgroepen die niet echt zitten te wachten op een blik vol elektronische snufjes, hightech led-koplampen en gesoigneerde pianolak in het dashboard. Fiat Chrysler Auto-topman Alfredo Altavilla onderstreept dat daar nog andere modellen voor komen: "De komende tijd mag je meer van ons verwachten dan in de afgelopen tien jaar."
Doe maar gewoon
Met de Tipo's start dus het eerste offensief. In het C-segment, het grootste in Europa, zoals Altavilla met een glimlach vaststelt. Ze zijn net als de Panda met de 'doe-maar-gewoon'-filosofie ontwikkeld. Maar dan wel vele slagen groter natuurlijk.
"Een auto met een volwassen uitstraling, maar niet het prijskaartje dat daar doorgaans aan hangt. Capabel zonder franje. Veel autokopers betalen liever niet voor dingen die ze in de praktijk niet of nauwelijks gebruiken. De Tipo biedt goed ruimte voor vijf personen, is comfortabel, functioneel en levert behoorlijke prestaties."
Kennismaken
Tot zover de theorie. In de heuvels van de Piemonte maakten we kennis met de sedan. Een forse middenklasse auto van ruim vier en een halve meter lang. Zijn gespierde uiterlijk doet gek genoeg aan Alfa Romeo en het Amerikaanse Dodge denken. Fiat designtopman Roberto Giolito onderstreept dat de auto weliswaar weinig poespas meekrijgt, maar wel is afgestemd op de veeleisende Europese koper. "De auto heeft een zeer lage luchtweerstand – Cx 0.29 – en is voor 80 procent uit extreem sterke staalsoorten opgebouwd met het oog op de veiligheid, de wegligging en een stiller interieur. Er zijn maar drie uitrustingsniveaus voor het interieur en ook dat zorgt voor een besparing, want we maken simpelweg minder componenten."
Veel zitruimte
Voor- en achterin biedt de Tipo opvallend veel zitruimte. De zithouding achter het stuur is plezierig ontspannen en Giolito's claim dat veel aandacht is besteed aan het precies uitlijnen van stuur, pedalen en voetsteun snijdt inderdaad hout. Dat zien we weleens anders. Zitmeubels en bekleding zijn vrij eenvoudig uitgevoerd. De kofferbak is gigantisch, helaas met beugelscharniermechanisme.
Materialen functioneel
Het dashboard oogt niet verkeerd, maar mist zacht aanvoelende oppervlakken en de fraaie materialen die een Golf en Astra wel bieden. Maar goed, dat is de Tipo-filosofie: niet iedereen vindt dat belangrijk. Dat vind je bijvoorbeeld ook terug in het informatie- en navigatiebeeldscherm: met een vijf inch scherm is dat niet groot. Maar het komt van TomTom en is wel functioneel en goed bedienbaar.
Weinig mis mee
Onder de motorkap is keuze uit viercilinder benzine- en dieselmotoren. Fiat start in ons land alléén met de 95 pk en 200 Nm sterke 1.3 MultiJet-diesel, gecombineerd met een goed schakelende zesbak. Er komt een eco-spaarversie die prettiger in ons CO2-belastingsysteem past. Een beproefde motor en 'weinig mis mee'.
Ook het onderstel krijgt recht-toe-recht-aantechniek mee, maar dat gaat niet ten koste van het comfort. De draaicirkel van elf meter is kort voor een toch vrij forse auto. De Tipo stuurt redelijk. Noem het goedmoedig, maar wel met een bovengemiddelde neiging tot onderstuur. Op zich geen probleem, maar meer gevoel in de besturing was mooi geweest.
Redelijk koest
Geluid? De krachtbron houdt zich redelijk koest, maar hij is niet de stilste op ruw wegdek. Dan komen de rolgeluiden van de banden in het interieur door. Alles bij elkaar opgeteld voldoet de Tipo sedan zodoende aan dat beoogde signalement: veel auto, weinig praatjes. Voor ons land is het wachten nadrukkelijk op de hatchback. Zoals zijn ontwerper ons toevertrouwde wordt die 437 centimeter lang en is hij rond dezelfde interieurruimte ontworpen. Met alleen wat minder bagageruimte.
Serieuze comeback?
Maakt Fiat een serieus te nemen comeback in het middensegment van de markt? Aan de auto zelf hoeft het niet te liggen. Die ziet er goed uit, rijdt heel behoorlijk, biedt meer dan genoeg ruimte voor een gezin of zakelijke rijders met een smalle beurs en zal met zijn no-nonsensekarakter wellicht veel Nederlandse kopers aanspreken.
Je mag hem duidelijk boven echte budgetmodellen als die van Dacia inschalen, maar niet helemaal op Astra- en Méganehoogte, om maar twee nieuwelingen te noemen. De prijs wordt in dit geval letterlijk het bewijs. In ons land start Fiat met de Tipo sedan in een 1.3 MultiJet-dieselversie én met een ruime uitrusting die toch vijf tot tien procent minder kost dan de benzine-instappers van de genoemde Opel en Renault. Maar de hatchback moet de echte klapper worden, met zuiniger motoren en prijzen die duizenden euro's lager moeten uitkomen. In Italië start de prijslijst nu al bij 12.500 euro, dus dat ziet er veelbelovend uit. De Tipo is niet voor niets Europees verkozen tot AUTOBEST 2016, als nieuw model dat de meeste waar voor het geld biedt.
