Minder verkeersovertredingen, maar dat zegt niets

In de eerste vier maanden van dit jaar zijn minder verkeersovertredingen (2.233.562) geconstateerd dan in de eerste vier maanden van 2021 (2.481.351). Welke conclusies hieruit getrokken kunnen worden is niet helder aangezien de eerste vier maanden worden vergeleken met de eerste maanden van vorig jaar en toen brak de coronacrisis uit en veranderde het verkeersbeeld van de ene op de andere dag. En ook stond een aantal trajectcontroles uit wegens onderhoud.

De daling van het aantal geconstateerde verkeersovertredingen op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) is vooral te zien in de op kenteken geregistreerde overtredingen: 2.065.079 in de eerste vier maanden dit jaar, tegen 2.302.300 in dezelfde periode in 2020. Het aantal staande houdingen is eveneens gedaald, maar minder sterk: van 179.052 in het eerste tertiaal van vorig jaar naar 168.483 dit jaar.

Voor te snel rijden worden nog steeds de meeste bekeuringen verstuurd: 1.815.021 boetes dit jaar tegenover 2.005.734 in dezelfde periode vorig jaar.
In de eerste vier maanden zijn 720.366 snelheidsovertredingen geconstateerd met behulp van een flitspaal, tegen 895.309 in 2020. Bij mobiele radarsets was een lichte stijging te zien van 468.363 boetes voor te hard rijden in de eerste maanden in 2020 naar 495.976 dit jaar. Het aantal geconstateerde snelheidsovertredingen met trajectcontrolesystemen is gedaald van 614.520 van 2020 naar 554.308.