
Mondkapjesplicht CBR slaat in als een bom
Het bericht dat het CBR een mondkapjesplicht heeft ingesteld voor rijlessen, is als een bom ingeslagen in de branche. Naar verluidt zijn er al rijschoolhouders die advocaten hebben gevraagd of dit juridisch houdbaar is. Ruud Rutten, voorzitter van de FAM, pareert de veelal felle kritiek op social media inmiddels met de stelling dat het CBR met deze maatregel de branche behoedt voor een tweede lockdown.
Het CBR loopt in de coronacrisis tot nu toe bij alles voorop. Zo ook nu weer. De regering kauwt er nog op of een verplichte mondkapjesplicht in openbare afgesloten ruimtes juridisch houdbaar is, maar voor het CBR is dat geen reden om dit nu al in te stellen. Kan niet worden aangetoond dat tijdens de rijles een mondkapje is gedragen, dan behoudt het CBR zich het recht voor om te verbieden dat het examen doorgaat.
Algemeen directeur Alexander Pechtold verklaart waarom dit besluit is genomen: “‘Onze examinatoren zitten dagelijks met 8 á 9 kandidaten langer dan 15 minuten in een kleine ruimte. Dat is in deze tijd met oplopende besmettingen spannend. Het dragen van een mondkapje is bij rijexamens en rijtesten al sinds mei ‘normaal’. We weten dat veel rij-opleiders en leerlingen tijdens de rijlessen al een mondkapje dragen. Met deze nieuwe maatregel realiseren we dit gedrag van iedereen tijdens de rijlessen. Alleen zo kunnen we als CBR en rijopleiding samen voorkomen dat we onze deuren moeten sluiten.”
Niet iedereen is het ermee eens
Er valt dus veel voor te zeggen en de meeste rijschoolhouders rijden ook al heel lang - veelal sinds de uitbraak van het coronavirus - maar dat wil niet zeggen dat iedereen binnen de sector het hiermee eens is. Uit reacties op social media blijkt in elk geval van niet. Het CBR wordt onder andere beticht van Stasi-praktijken. Er zijn rijinstructeurs die gewoon en ongenuanceerd als altijd hun kont tegen de krib gooien, maar er zijn er ook die al eerder hebben aangegeven slecht te kunnen tegen een mondkapje, bijvoorbeeld omdat ze astmatisch zijn, en het feit dat zij daarvoor worden gestraft met en verbod op het examen stuit links en rechts tegen de borst.
Kapot geschrokken
In een reactie recht uit het hart, reageert Ruud Rutten hier weer op. Niet op Facebook, dat vindt hij maar niets, maar gewoon keurig, bij ons. Hij zegt zich werkelijk kapot geschrokken te zijn van alle negatieve reacties over het besluit. “Terwijl het coronavirus weer van alle kanten toeslaat in Nederland en duizenden mensen ziek zijn, in het ziekenhuis liggen en steeds meer mensen vechten voor hun leven op de IC, gaat onze branche weer los en laat zich door een groep mensen weer van zijn aller slechtste kant zien.”
Collectief geheugen
Hij graaft in het collectief geheugen en gat terug naar 15 maart, het moment dat de branche als gevolg van de intelligente lockdown op slot ging. “De kritiek op het CBR en de brancheorganisaties was toen al enorm. Geen plan, besluiteloos, enz. Maar we werden toen in leven gehouden door de regelingen vanuit de overheid die er kwamen door de gezamenlijke inzet van de brancheorganisaties en het CBR. Half mei mochten we dankzij de inzet van de brancheorganisaties en ditzelfde CBR weer eerder van start dan menige andere branche. En vervolgens spuugden we onze gal over de wachttijden bij het CBR, veroorzaakt door corona en het sterk toenemende aantal leerlingen.”
Voor Rutten is het zo klaar als een klontje: “Door middel van de nu genomen maatregelen redt het CBR ons van een tweede lockdown, voor zolang het duurt. Een tweede lockdown die grote malaise zal veroorzaken in de branche. Weer dicht, nog langere wachttijden, enz.).”
Walg
Waarna hij zijn hart laat spreken: “Ik walg van de vele negatieve en oneerbiedige reacties op bijvoorbeeld Facebook. Ik weet het, je bent je eigen baas. Niet het CBR en niet de brancheorganisaties zijn jouw baas en bepalen voor jou. Maar dit keer staan ze allemaal pal achter dit besluit. Ik heb enorm waardering voor de CBR-directie en de brancheorganisaties en vind dat ze samen ballen tonen.”
Om te besluiten met: “Beste collega opleiders, ook naar de buitenwereld laten we ons hier weer van onze slechtste kant zien en dit zal ons zeker geen goed doen. Bijvoorbeeld richting de horeca, die ook volle agenda’s hadden en nu maar moeten hopen hopen dat ze met kerst weer voor ons mogen koken.”