Opnieuw pleidooi, nu van Fietsersbond, voor maximum van 30 km/uur in bebouwde kom
AlgemeenIn 30 km-gebieden kunnen kinderen niet veilig op straat spelen en er wordt vaak te hard gereden. “We bepleiten een maximumsnelheid van 30 kilometer in de bebouwde kom op de doorgaande wegen en het vooropstellen van voetgangers en fietsers bij stedelijke ontwikkeling.”
Dit schrijft de Fietsersbond in een recensie van Wim Bot van het boek ''Het recht van de snelste Hoe ons verkeer steeds asocialer werd' van Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet. Zij vragen zich in hun boek met name af waarom het verkeerssysteem in Nederland eruit ziet zoals het eruit ziet.
De auteurs beschrijven daarvoor uitvoerig hoe de auto het ‘voor het zeggen’ kreeg in onze samenleving. “Waar daarvóór het verblijven (“verkeren”) centraal stond in onze steden, ging het daarna meer en meer over doorstroming, over circulatie, efficiency, snelheid, over zo snel mogelijk van A naar B komen, over naadloze mobiliteit. Er ontstond een uit Amerika overgewaaide verkeerskunde (een soort Marshallplan”, zegt wetenschapper Marcus Popkema daarover in het boek.
Tegengas
Maar in de jaren zeventig werd er tegengas gegeven. “In de jaren zeventig legde de gemeenschap zich niet zomaar neer bij ongewenste besluiten van bovenaf”, stellen de auteurs onder andere.
Woonerf
In het boek valt te lezen wat dit voor gevolgen had, zoals onder andere de opkomst van het woonerf. Maar dat is helemaal verwaterd als gevolg van de opkomst nu van 30 km-zones. Maar die liggen onder vuur, omdat er te hard wordt gereden. En vandaar het pleidooi van Bot maar in feite dus van de Fietsersbond voor een maximum snelheid in de bebouwde kom van 30 km/uur.
Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet, Het recht van de snelste. Hoe ons verkeer steeds asocialer werd. De Correspondent, 20 euro.