Instructeur heeft niets te vertellen over wie het CBR achterin laat meerijden

Een instructeur die wel wil, maar van het CBR niet mag meerijden met een examen omdat er geen plek meer is op de achterbank (hier is tijdens het examen slechts plek voor één persoon), kan daar niet over onderhandelen met het CBR. Mocht een kandidaat hiervan ernstig van slag raken, dan wordt wel gekeken naar een oplossing, maar het CBR hoeft strikt formeel geen toestemming te vragen aan de kandidaat of instructeur om iemand te laten meerijden.  

Dit leert navraag van rijschoolhoudster, tevens medewerker van Rij-instructie  Irma van den Berg bij het CBR. Irma heeft het CBR een groot aantal vragen gesteld over het onverwacht achterin meerijden van bijvoorbeeld iemand die wordt opgeleid tot examinator. Het CBR begrijpt dat dit voor de kandidaat soms een tegenvaller kan zijn, maar vindt het voldoende dat dit vooraf wordt gecommuniceerd via het mededelingenbord voor rijopleiders op de examenlocatie. Toestemming van de leerling is niet nodig. "Wanneer leerling en instructeur willen dat de rijopleider toch meerijdt, bijvoorbeeld bij AA-examens (aangepaste afname bij bijvoorbeeld autisme of ADHD) is onderhandeling daarover niet mogelijk", is een van de conclusies. Aanleiding voor het artikel is een column op de website van de Nationale Ombudsman die ging over iemand die totaal overdonderd was dat er vlak voor het B-examen opeens een onbekende bij haar achterin de auto stapte.
Dit onderwerp komt uitgebreid aan bod in de nieuwe Rij-instructie die zaterdag aanstaande op de mat bij de abonnees ligt. Het artikel gaat uitgebreid in op de formele rechten en plichten één er zijn reacties van rijschoolhouders.