'Geluid voor elektrische auto voegt niks toe'
actueelGeluid toevoegen aan de elektrische auto bij een snelheid tot maximaal 20 km/uur voegt weinig toe. "De kans is groot dat het toegevoegde geluid dusdanig wordt gemaskeerd door omgevingsgeluiden, dat het uiteindelijke effect minimaal is."
Dit zegt Agnieszka Stelling, die vandaag aan de TU Delft promoveerde op een onderzoek naar de geluiden die een rol spelen bij de verkeersveiligheid van fietsers. Stelling reageert hiermee op het besluit om binnen de EU vanaf 1 juli volgend jaar geluid toe te oegen aan elektrische auto's, aangezien voetgangers een elektrische auto niet horen aankomen.
Fietsveiligheid
Stelling concludeert dit in haar onderzoek naar fietsveiligheid in relatie tot omgevingsgeluid. Fietsveiligheid is een belangrijk onderdeel in de totale verkeersveiligheid, zowel in Nederland als daarbuiten. Binnen de Europese Unie is het aantal fietsongevallen met dodelijke afloop de laatste jaren weliswaar gedaald, maar minder hard dan ongevallen met dodelijke afloop voor inzittenden van auto's of voetgangers. In 2015 was 20% van het aantal verkeersdoden en 63% van de zwaargewonde slachtoffers in Nederland een fietser.
Muziek luisteren en bellen op de fiets
Een onderzoeksthema binnen de fietsveiligheid is de rol die geluiden spelen. Agnieszka Stelling onderzocht voor drie situaties de rol van geluid: het kunnen lokaliseren van (stille) elektrische auto's, het luisteren naar muziek op de fiets en het telefoneren op de fiets.
Het luisteren naar muziek op de fiets beïnvloedt het goed kunnen horen van het omringende verkeer meer dan het voeren van een telefoongesprek. Van de leeftijdsgroep die het vaakst de telefoon op de fiets gebruikt, de 16- tot 18-jarigen, gaf het merendeel aan dat zij door de muziek minder van de omgevingsgeluiden konden horen. Bij het voeren van een telefoongesprek was deze invloed minder.
Compensatie
De jongeren geven aan dat zij bij het telefoongebruik compensatie-strategieën toepassen. Bij het muziek luisteren zijn dit: de muziek zachter of uit zetten als dat nodig is, vaker rondkijken, of één oortelefoon gebruiken in plaats van beide. Bij het voeren van een telefoongesprek geven de tieners het vaakst aan dat zij hun snelheid verlagen, het gesprek kort houden, en vaker rondkijken. 'Bij observatie-onderzoek in het verkeer blijkt er van beter om zich heen kijken, echter nauwelijks sprake te zijn', zegt Stelling. Dit gebeurde zo weinig dat dit onderzoeksonderdeel zelfs voortijdig moest worden gestopt, om de deelnemende fietsers niet te veel in gevaar te brengen.